Gepubliceerd op donderdag 22 juni 2017
IEF 16895
Hof Arnhem-Leeuwarden ||
20 jun 2017
Hof Arnhem-Leeuwarden 20 jun 2017, IEF 16895; ECLI:NL:GHARL:2017:5191 (X tegen BING), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verklaringen-geplaatst-op-website-bing-zijn-niet-onrechtmatig

Verklaringen geplaatst op website BING zijn niet onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 juni 2017, IEF 16895; ECLI:NL:GHARL:2017:5191 (X tegen BING) Kort geding. Mediarecht. Appellant was burgemeester. Het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) heeft onderzoek gedaan en oordeelde dat appellant zich schuldig had gemaakt aan machtsmisbruik en belangenverstrengeling. De vraag is of BING met het plaatsen op haar website van geciteerde verklaringen over appellant onrechtmatig heeft gehandeld. Omdat BING de eerste verklaring op haar website heeft geplaatst nadat alle klachtonderdelen van appellant ongegrond waren bevonden en de uitlatingen daarin niet onjuist waren is deze publicatie op de website niet onrechtmatig. De tweede verklaring is een reactie op kritiek van appellant op BING, dit kan ook niet als onrechtmatig worden aangemerkt. De verklaringen geplaatst op de website zijn niet onrechtmatig.

4.14 Het hof oordeelt als volgt. BING heeft verklaring 1 op haar website geplaatst nadat alle door [appellant] aangevoerde klachtonderdelen door de Accountantskamer ongegrond waren bevonden en vóórdat het CBb uitspraak had gedaan. De uitlatingen in de vierde alinea van verklaring 1 waren op het moment van publicatie niet onjuist. Daarbij komt dat BING in de vierde alinea met de woordkeuze "ruimschoots" enige nuancering inbouwt, wat de mogelijkheid openlaat dat mogelijk niet alle reacties van [appellant] in het rapport aan de orde zijn gekomen. Eerst door de uitspraak van het CBb was het voor BING duidelijk dat sommige van de klachtonderdelen wel gegrond waren. Dit maakt niet, althans [appellant] heeft daar onvoldoende voor gesteld, dat de vierde alinea in verklaring 1 ten tijde van het moment van publicatie onrechtmatig jegens [appellant] was. Bij de beoordeling van de uitlating gedaan in de derde alinea van verklaring 1 speelt naar het oordeel van het hof de context waarin deze is gedaan een belangrijke rol. Net als bij verklaring 2 heeft ook hier te gelden dat de verklaring - uitsluitend geplaatst op de eigen website van BING - een reactie is op kritiek van [appellant] op BING die, in dit geval, in de Volkskrant is opgenomen. Dit volgt ook uit de eerste twee alinea's. De derde alinea, waartegen de bezwaren van [appellant] zich richten, moet dan ook worden begrepen als een uitlating met een defensief en tevens enigszins aanprijzend karakter waarbij BING, als commercieel bedrijf, weergeeft hoe het wil werken. [appellant] heeft nog wel (bij memorie van grieven sub 5.4) gewezen op een reeks van uiteenlopende klachtzaken tegen [onderzoeker] in verband met allerlei geschillen, maar zij heeft er niet op gewezen welke betekenis daaraan in dit kort geding moet worden toegekend, mede in aanmerking nemend dat zij niet gesteld heeft of, en zo ja in welke mate BING daarvan ten tijde van de publicaties op de hoogte was of redelijkerwijs had behoren te zijn (een aantal klachtzaken dateert van 2014 en 2015; niet alle klachten zijn gegrond bevonden), met andere woorden: dat BING min of meer tegen beter weten in heeft gehandeld omdat het uit die klachten zou hebben moeten afleiden dat onderzoeken onder leiding van [onderzoeker] bijna per definitie ondeskundig en onzorgvuldig waren. Binnen de geschetste context van weerwoord kan deze uitlating van BING voorshands evenmin als onrechtmatig jegens [appellant] worden aangemerkt. Ook grief III faalt.