4 jun 2025
Verhoogde onderscheidingskracht PRESIDENT’s volstaat niet om verwarringsgevaar met ALWAYS RUN 4PRESIDENT aan te nemen

Gerecht van de Europese Unie 4 juni 2025, IEF 22744; IEFbe 3921; ECLI:EU:T:2025:563 (Sven Benschop tegen EUIPO, Seven Bell Group). In de zaak tussen Sven Benschop en het EUIPO, met tussenkomst van Seven Bell Group, stond een oppositieprocedure centraal over het beeldteken "ALWAYS RUN 4PRESIDENT". Benschop had dit teken als Uniemerk aangevraagd voor onder meer kleding, tassen en retaildiensten. Seven Bell Group diende oppositie in op basis van een ouder beeldmerk "PRESIDENT’s", ingeschreven voor soortgelijke waren. De oppositieafdeling wees de oppositie gedeeltelijk toe. In een eerste beroepsbeslissing vernietigde de Kamer van Beroep deze beslissing, vanwege onvoldoende visuele gelijkenis en het ontbreken van aangetoonde verhoogde onderscheidingskracht. Na terugverwijzing oordeelde de oppositieafdeling in een tweede beslissing dat er sprake was van verwarringsgevaar, mede vanwege het verworven onderscheidend vermogen van het oudere merk in Italië. De Kamer van Beroep bevestigde dat oordeel in een latere beslissing.
Het Gerecht stelt vast dat de Kamer van Beroep de globale beoordeling van het verwarringsgevaar onjuist heeft uitgevoerd. De visuele verschillen tussen de merken zijn significant: het aangevraagde merk bevat de woorden "always run", een gestileerde schildpad, en het element "4president" in een complexe vormgeving met pijlen en lijnen, terwijl het oudere merk eenvoudig is opgebouwd rond het woord "PRESIDENT’s". Hoewel het woordelement "president" in beide merken voorkomt, is dit slechts zwak onderscheidend en louter lauderend van aard. Het Gerecht benadrukt dat verhoogde onderscheidingskracht van een ouder merk niet automatisch tot verwarringsgevaar leidt wanneer de merken in hun geheel voldoende visueel en conceptueel van elkaar verschillen. Zelfs indien het oudere merk onderscheidingskracht heeft verworven, volstaat dat niet om het beperkte visuele en fonetische verband tussen de tekens te compenseren. Voor zowel het Engelstalige als niet-Engelstalige publiek is de conceptuele gelijkenis gering. De verschillen leiden ertoe dat het relevante publiek de tekens niet met elkaar zal verwarren, zelfs bij identieke of soortgelijke waren en diensten.
Het Gerecht vernietigt de bestreden beslissing van de Kamer van Beroep. De oppositie van Seven Bell Group wordt in haar geheel afgewezen. Het EUIPO en Seven Bell Group worden veroordeeld tot betaling van hun eigen kosten en die van Sven Benschop.
62 Secondly, as regards the error of assessment concerning the existence of a likelihood of confusion, it is clear that the degree of visual similarity is low and that the degrees of phonetic and conceptual similarity are below average for the relevant public. The Court accordingly confirms that the differences between the signs at issue, in particular the visual differences, which were made apparent by the first decision of the Board of Appeal are indeed noticeable and must be taken into account in the analysis of the likelihood of confusion.
68 Accordingly, the Board of Appeal made an error of assessment by finding that the low degree of visual similarity was offset by the enhanced distinctiveness of the earlier mark, with the result that there was a likelihood of confusion between the marks at issue.