Gepubliceerd op vrijdag 25 november 2005
IEF 1269
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

traplift met geheugen

Vonnis Rechtbank ’s-Gravenhage, 23 november 2005, rolnr. 05/0439 Stannah Stairlifts Ltd. Tegen Freelift B.V.  Vaststellingsovereenkomst staat aan inbreuk op octrooi in de weg.

Stannah en Freelift houden beide zich onder meer bezig met het onderzoek naar en de ontwikkeling, productie en wereldwijde verhandeling van trapliften. Stannah is houdster van het Europese octrooi EP 0 738 232 voor een “inrichting voor het horizontaal zetten van een traplift”. Stannah heeft dit octrooi ingeroepen tegen de verhandeling van de traplift model “Van Gogh” door Freelift.

De rechtbank heeft in haar vonnis van 18 december 2002 de inbreukvorderingen van Stannah toegewezen. Freelift heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Partijen hebben de zaak geschikt en daartoe een “Deed of Settlement (DoE) gesloten. De DoE komt er kort gezegd op neer dat het Freelift verboden is de Van Gogh traplift te exploiteren, dat Stannah geen inbreukactie start tegen Freelift wanneer zij een nieuwe versie van de Van Gogh traplift (Van Gogh II) gaat produceren waarvan een onafhankelijke deskundige heeft verklaard dat deze niet onder het octrooi van Stannah valt.

Een onafhankelijke deskundige heeft aan Stannah verklaard dat de vervanger van de Van Gogh traplift van Freelift niet onder haar Europese octrooi valt.

Stannah vordert in deze procedure onder meer dat Freelift toerekenbaar te kort is geschoten in de nakoming van de DoE, een verklaring voor recht dat de traplift inbreuk maakt op haar octrooi en een inbreukverbod. Freelift vordert in reconventie onder meer dat de ontbinding geen effect heeft, dat het beslag ongegrond is en een aansprakelijkstelling vanwege de geleden schade.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft Stannah onvoldoende onderbouwd dat de Van Gogh II lift wezenlijk afwijkt van het prototype dat door de deskundigen is onderzocht. Heel kort door de bocht betreft het EP van Stannah een geheugenkaart die de stoelhoek bepaald. Opvallend is dat Freelift heeft erkend dat de traplift naast de tiltsensor ook is voorzien van een geheugenkaart. Volgens Freelift wordt de stoelhoek bepaald door de trilsensor en de snelheid door de geheugenkaart. Uit het onderzoek door de deskundige is gebleken dat de geheugenkaart de stoel recht houdt wanneer de tiltsensor mechanisme werd uitgeschakeld. Een door een TNO verricht onderzoek toont aan dat “de stoel tot zekere grenzen horizontaal werd gehouden onder invloed van het tweede “levellingsysteem”via de data op de geheugenkaart.

De rechtbank weigert echter hieraan de consequentie te verbinden dat er sprake zou zijn van inbreuk: “De tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst heeft nu eenmaal tot effect dat nadat het prototype is goedgekeurd volgens de voorgeschreven procedure, na een onderzoek van de door Stannah aangewezen deskundigen, tussen partijen vast staat dat trapliften conform dat onderzochte prototype door Freelift op de markt mogen worden gebracht.”

Stannah heeft nog een drietal trapliften van Freelift als inbreukmakend opgevoerd. De rechtbank oordeelt dat één traplift in strijd is met de DoE. De rechtbank begroot de schade op 5000 euro. De overige vorderingen van Stannah worden afgewezen. De eis in reconventie wordt grotendeels toegewezen. Lees vonnis hier.