Gepubliceerd op vrijdag 2 oktober 2020
IEF 19454
Hof Amsterdam ||
18 aug 2020
Hof Amsterdam 18 aug 2020, IEF 19454; ECLI:NL:GHAMS:2020:230 (Appellant tegen SBS), https://www.ie-forum.nl/artikelen/schadevergoeding-wegens-onrechtmatige-uitzending-undercover-in-nederland

Schadevergoeding wegens onrechtmatige uitzending 'Undercover in Nederland'

Hof Amsterdam 18 augustus 2020, IEF 19454; ECLI:NL:GHAMS:2020:2301 (Appellant tegen Talpa en Noordkaap) Mediarecht. Onrechtmatige publicatie. Zie eerder [IEF 15135]. Noordkaap produceert het programma ‘Undercover in Nederland’. Talpa, voorheen SBS, zendt het programma uit op SBS 6. In een uitzending van het programma wordt appellant onterecht als heler van gestolen sloten neergezet. De rechtbank heeft SBS veroordeeld tot betaling van een bedrag groot € 2.500,- als vergoeding van immateriële schade, wegens de aantasting van de eer en goede naam van appellant. Appellant gaat in hoger beroep en vordert diverse posten aan schadevergoeding. Het privacybelang van appellant dient te prevaleren boven het belang van SBS. Dit maakt dat SBS onrechtmatig heeft gehandeld jegens appellant door het uitzenden van de met de verborgen camera gemaakte beelden. Talpa wordt veroordeeld tot betaling van € 5.000,- aan smartengeld. De overige schadeposten worden niet toegekend, omdat het condicio sine qua non-verband tussen de uitzending en de gestelde kosten niet is aangetoond.  

3.10. Het hof komt op grond van de hiervoor weergegeven omstandigheden tot de conclusie dat in dit geval het belang van [appellant] bij bescherming van zijn privacy dient te prevaleren boven het belang van SBS c .s. bij bescherming van hun recht op vrijheid van meningsuiting. Dit maakt dat SBS c .s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens [appellant] door het uitzenden van de met de verborgen camera gemaakte beelden van [appellant] . Grief I in incidenteel appel faalt.

3.22. De aantasting van de eer en goede naam van [appellant] ten slotte was in dit geval een te verwachten gevolg van het onrechtmatig handelen van SBS c .s. en is als schade aan SBS c .s. toe te rekenen. SBS c .s. hebben dit op zichzelf ook niet bestreden. [appellant] heeft met grief IX betoogd dat hij ook aanspraak heeft op smartengeld omdat hij geestelijk letsel in de vorm van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld heeft opgelopen door het onrechtmatig handelen van SBS c .s. [appellant] vordert met verwijzing naar andere, vergelijkbare gevallen een bedrag van € 5.000,- als (voorschot op) smartengeld.

3.23. Deze grief slaagt. De ongegronde beschuldiging van heling in een televisieprogramma op een zender met een groot bereik onder het publiek heeft voor [appellant] geleid tot het verlies van zijn baan en inkomen, en vast staat dat [appellant] hier ernstig onder heeft geleden en lijdt. Deze omstandigheden, daarbij in aanmerking genomen de bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, maken dat het hof de immateriële schade wegens aantasting van de eer en goede naam van [appellant] zal begroten op het gevorderde bedrag aan immateriële schadevergoeding.