Gepubliceerd op donderdag 6 april 2006
IEF 1886
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Sans frontières

Kamerstuk 22112, nr. 429 2e Kamer. Brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over informatievoorzieining aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen.
 
Fiche 4: Richtlijn inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten. Het Commissievoorstel behelst een actualisering van de EU-Richtlijn ‘Televisie Zonder Grenzen’ uit 1989 (herzien in 1997). De verwachting is dat het totale besluitvormingsproces circa 1,5 jaar in beslag neemt. De bedoeling van de Commissie is om het voorstel uiterlijk in 2010 in werking te laten treden.

De ratio achter de uitbreiding is dat met de hedendaagse technologische mogelijkheden audiovisuele inhoud niet langer alleen via de traditionele omroepdiensten het publiek bereikt, maar dat een veelheid van (oude en nieuwe) distributiewijzen dezelfde audiovisuele inhoud naar de gebruiker kan brengen. Om een gelijk speelveld op de markt van audiovisuele mediadiensten te creëren is het volgens de Commissie van belang dat vergelijkbare diensten op dezelfde wijze gereguleerd worden, ongeacht de technische distributiewijze.

Nederlands commentaar betreft o.a. het reclamerechtelijk gedeelte: “Ten aanzien van de modernisering en versoepeling van de reclameregels voor lineaire diensten heeft Nederland nog geen definitief standpunt. Wel erkent Nederland de noodzaak van hervorming van de reclameregels van de huidige Richtlijn met het oog op voortschrijdende technische en economische ontwikkelingen en de opkomst van nieuwe diensten. N.a.v. het lopende onderzoek van EZ en OCW naar nieuwe reclametechnieken (opleverdatum begin mei) zal Nederland een standpunt innemen t.a.v. de specifieke onderdelen van de reclameregels. Ook moet goed beoordeeld worden of de toepassing van de reclameregels bij bepaalde lineaire diensten (zoals IP-TV) niet op handhavingsproblemen stuit."

Lees hier meer.