Gepubliceerd op dinsdag 17 juli 2018
IEF 17847
Antilliaanse Gerechten ||
12 jul 2018
Antilliaanse Gerechten 12 jul 2018, IEF 17847; ECLI:NL:OGEAA:2018:440 (Eiser tegen Arubiano F.B. Production), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rectificatie-artikel-over-directeur-directie-volksgezondheid

Rectificatie artikel over directeur Directie Volksgezondheid

Vzr. Gerecht in Eerst Aanleg van Aruba 12 juli 2018, IEF 17847; ECLI:NL:OGEAA:2018:440 (Eiser tegen Arubiano F.B. Production) Rectificatie. Eiser is de directeur bij Directie Volksgezondheid (DVG). Arubiano F.B. Production publiceert een website genaamd earubianonews.com samen met een facebookpagina met dezelfde naam. Op 25 mei 2018 is er een artikel geplaatst over de eiser. Eiser laat per brief weten dat het artikel negatieve, ongefundeerde verwijten en feitelijk onjuistheden bevat. Hij vordert rectificatie te plaatsen op de website en facebookpagina. Er is geoordeeld dat het niet vast staat dat de feiten uit het artikel waar zijn, er geen deugdelijk onderzoek is verricht en onvoldoende inspanning is geleverd om de eiser een weerwoord te geven. De vordering wordt toegewezen.

4.6 De in geschil zijnde uitlatingen vormen een feitelijke verklaring in voornoemde zin. Onderzocht dient te worden in hoeverre deze uitlatingen steun vinden in het ten tijde van de publicatie beschikbare feiten materiaal. [eiser] stelt dat de uitlatingen van [gedaagde] onvoldoende feitelijke basis hebben en bovendien feitelijk onjuist zijn. Vast staat dat [gedaagde] zich baseert op de uitlatingen gedaan door de heer [X]. Het gerecht wenst evenwel voorop te stellen dat het door of namens TOPA bij DVG uitgevoerde medewerkers-tevredenheidsonderzoek noopt tot een kritische analyse. Het verdient opmerking dat slechts 48 van de 170 werknemers de vragenlijsten hebben ingevuld en dat van deze 48 werknemers, er 38,4 hebben aangegeven dat zij niet tevreden zijn over de wijze waarop [eiser] leiding geeft aan DVG. [X] concludeert vervolgens dat uit dit onderzoek volgt dat [eiser] niet capabel is om de functie van directeur uit te oefenen. Het gerecht is evenwel van oordeel dat deze conclusie niet zonder meer gerechtvaardigd is. Indien in een willekeurige organisatie van vergelijkbare omvang aan de medewerkers gevraagd zou worden naar hun mening over de directeur of het management, zou een deel van het personeel aangeven niet tevreden te zijn. Het is een feit van algemene bekendheid dat managers/bestuurders besluiten (moeten) nemen die niet iedereen welgevallig zijn. Dit komt hun populariteit meestal niet ten goede. Het is dan ook niet verrassend dat niet alle medewerkers van DVG tevreden zijn over [eiser]. Van een journalist kan verwacht worden dat hij niet alleen meningen van anderen citeert, maar de verkregen informatie kritisch analyseert en verifieert.

4.7 De titel van het gewraakte artikel wekt de indruk dat [eiser] zich mogelijk schuldig maakt aan dictatoriale praktijken en in het artikel worden hem diverse verwijten gemaakt maar ook geroddeld over een vermeende intieme relatie van [eiser]. Ook laat [gedaagde] zich laatdunkend uit over [eiser], omdat hij geen wetenschappelijk onderwijs zou hebben gevolgd. Desgevraagd verklaarde [gedaagde] dat zij het van belang achtte om het volk te informeren over mistanden bij DVG. Het gerecht onderschrijft deze stelling niet. Het volk heeft belang bij neutraal geformuleerde en feitelijke correcte informatie. Het gewraakte artikel voldoet niet aan de minimale journalistieke eisen en lijkt hoofdzakelijk gericht op de beschadiging van [eiser]. Daar komt bij dat [eiser] geen weerwoord is geboden. Weliswaar stelt [gedaagde] dat zij getracht heeft om [eiser] te bellen, doch vast staat dat zij hem niet heeft gesproken, alvorens tot publicatie over te gaan. Naar het oordeel van het gerecht was er geen noodzaak om tot publicatie over te gaan, alvorens de mening van [eiser] te vragen.

4.8 Concluderend, nu niet vast staat dat de feiten in het gewraakte artikel juist zijn, [gedaagde] geen deugdelijk onderzoek heeft verricht, zich onvoldoende heeft ingespannen om [eiser] een weerwoord te geven alvorens tot publicatie over te gaan en de inhoud van de publicatie diffamerend is, heeft [eiser] er belang bij om in kort geding rectificatie te verzoeken. De gevorderde rectificatie zal in nader te benoemen bewoordingen worden toegewezen, evenals de verder niet weersproken dwangsom.