Gepubliceerd op donderdag 11 december 2025
IEF 23157
Rechtbank Den Haag ||
1 dec 2025
Rechtbank Den Haag 1 dec 2025, IEF 23157; ECLI:NL:RBDHA:2025:23153 ([verzoekster] tegen HVV c.s. en [bedrijf 2]), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-acht-inzageverzoek-toewijsbaar-bij-vermoede-inbreuk-op-kwekersrecht

Rechtbank acht inzageverzoek toewijsbaar bij vermoede inbreuk op kwekersrecht

Rb. Den Haag 1 december 2025, IEF 23157; LS&R 2334; ECLI:NL:RBDHA:2025:23153 ([verzoekster] tegen HVV c.s. en [bedrijf 2]). [verzoekster] is houdster van een portefeuille communautaire en Nederlandse kwekersrechten voor lelierassen, waaronder het communautair kwekersrecht voor het lelieras ‘Zambesi’. HVV heeft geruime tijd bollen van verschillende lelierassen van [verzoekster] vermeerderd en geteeld. Voor het ras Zambesi had HVV op grond van een met [verzoekster] gesloten licentieovereenkomst een licentie om dit ras te telen. [verzoeker] verzoekt inzage in geschriften. HVV en [bedrijf 2] hebben onvoldoende opheldering gegeven over de herkomst van de Zambesi-bollen die HVV in 2022 heeft verhandeld. Het heeft er alle schijn van dat de bollen afkomstig zijn van eigen (zonder licentie) teelt door HVV en/of [bedrijf 2]. Hiermee hebben HVV en [bedrijf 2] een inbreuk gemaakt op het kwekersrecht van [verzoekster] en is HVV tekortgeschoten in de nakoming van de afstandsverklaring, aldus [verzoeker].  

Het recht op inzage is toewijsbaar wanneer sprake is van een voldoende onderbouwd vermoeden van inbreuk op een recht van intellectuele eigendom. De rechtbank acht aannemelijk dat HVV en [bedrijf 2] in 2022 inbreuk hebben gemaakt op het kwekersrecht van [verzoekster] door 750.000 Zambesi-bollen te verhandelen zonder voldoende licentieareaal of duidelijke herkomst. HVV heeft niet overtuigend kunnen aantonen dat de bollen legaal waren verkregen, en [bedrijf 2] heeft geen voldoende transparantie gegeven over het plantgoed bij de overdracht van de licentie. Gerekwestreerden worden in de gelegenheid gesteld om op het door [verzoekster] ingediende aangepaste verzoek schriftelijk te reageren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.  

4.15 Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat de door [verzoekster] gestelde inbreuk op het kwekersrecht en daarmee de tekortkoming onder de met [bedrijf 2] gesloten licentieovereenkomst en de met HVV gesloten afstandsverklaring aannemelijk is geworden ten aanzien van de door HVV in 2022 verhandelde bollen. In zoverre bestaat er een rechtsbetrekking als bedoeld in art. 194 jo. art. 1019a Rv tussen [verzoekster] enerzijds en HVV en [bedrijf 2] anderzijds.