Gepubliceerd op vrijdag 23 maart 2007
IEF 3704
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Pittoresk (5)

fortishuis.gifGerechtshof ’s-Gravenhage, 22 maart 2007, LJN: BA1375. Fortis Bank (Nederland) N.V., 1. tegen Geïntimeerden 1, 2 en 3.

Hoger beroep in de roemruchte “huizenportretrechtzaak”. Is het gebruik van een afbeelding van een huis zonder toestemming van de gerechtigden in een brochure over hypotheken onrechtmatig? Onder omstandigheden kan dat het geval zijn, aldus de rechter van de Rechtbank Rotterdam, sector kanton, in het vonnis van 3 januari 2006. Het Hof Den Haag vindt echter van niet en vernietigt het vonnis.

Het Hof constateert dat het eigendomsrecht niet wordt aangetast, er geen sprake is van onrechtmatige daad en de artikel 8 (en 10) van het EVRM niet wordt geschonden door het gebruik van de foto.

Eigendomsrecht

“Geïntimeerden betogen, met een beroep op artikel 5:1 BW, dat zij in het genot van hun eigendom (het Huis) worden gestoord en dat hun eigendomsrecht wordt aangetast door de handelwijze van Fortis, bestaande in het - zonder toestemming - op een commerciële, grootschalige wijze exploiteren van de dia/foto van het Huis.”(9)

“In dit geval is gesteld noch gebleken dat er sprake is van handelingen van Fortis die de eigenaars verhinderen de zaak (het Huis) overeenkomstig hun recht te gebruiken of van (het verrichten van) handelingen waartoe de eigenaars met uitsluiting bevoegd zijn dan wel dat er sprake is van zaaksbeschadiging. De vraag of er sprake is van inbreuk op het eigendomsrecht van geïntimeerden op andere wijze dan door materiële aantasting (zoals door hinder wegens stank of ontneming van uitzicht) beantwoordt het hof ontkennend, nu daaromtrent onvoldoende is gesteld en daarvan evenmin is gebleken.” (10)

Ongestoord woongenot / onrechtmatige daad

 “(…) Naar het oordeel van het hof maakt de afbeelding van het Huis telkens deel uit van deze commerciële brochures en wordt ook deze commercieel gebruikt. De afbeelding van het Huis fungeert daar door de telkens naast de foto afgedrukte tekstblokken niet louter als versiering, maar past in de tekst van de brochures. In de brochure vormt de foto van “het huis” zelfs een belangrijk onderdeel van de boodschap.” (13.1)

“Tussen partijen is in geschil of de afbeelding herleidbaar is tot het Huis. Nu dit door geïntimeerden verder niet voldoende is onderbouwd, gaat het hof ervan uit dat degenen die geen bijzonder band met het landgoed 'naam buitenplaats' hebben en/of in de (directe) omgeving wonen, de afbeelding (niet zijnde een 'close-up') niet zonder meer zullen herleiden tot het Huis. Zou de afbeelding wel voor ieder herkenbaar zijn, dan leidt dit niet - op grond van hetgeen onder 13.3 zal worden overwogen - tot inbreuk op artikel 8 EVRM ten aanzien van geïntimeerden.” (13.2)

“(…) Hieruit volgt dat geïntimeerden c.s. het Huis thans niet zelf bewonen, zodat er ook geen sprake is van schending van hun recht op een ongestoord woongenot van het Huis.
Daaraan doet niet af dat de aanschrijving van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 8 februari 1991 betreffende openstelling van Natuurschoonwet-landgoederen voorziet in de mogelijkheid van afsluiting voor het publiek van de naaste omgeving van huizen of boerderijen, daar dat volgens die aanschrijving geschiedt uit oogpunt van bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de bewoners.”

Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat de feitelijke situatie in dit geding anders is dan die in het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 25 februari 2004 inzake het interieur van huize 'De Eikenhorst' (LJN AO4371).

Volgens geïntimeerden c.s. verwijst de afbeelding van het Huis in de brochures van Fortis voor derden "niet te herkenbaar dan wel negatief naar de bewoners of eigenaars". Hieruit valt naar het oordeel van het hof op te maken dat ook volgens de eigen stellingen van geïntimeerden  de afbeelding niet (voldoende) tot hen of een van hen valt te herleiden. Dit brengt mee dat van schending van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van geïntimeerden  (anders dan schending van het recht op een ongestoord woongenot) niet kan worden gesproken.” (13.3)

“Noch voormelde feiten en omstandigheden voor zover niet weersproken, noch hetgeen door geïntimeerden  overigens is gesteld, brengen derhalve mee dat Fortis heeft gehandeld in strijd met artikel 8 EVRM.”(13.4)

“Naar het oordeel van het hof heeft Fortis niet zeer zorgvuldig jegens geïntimeerden c.s. gehandeld door in voormelde omstandigheden de dia/foto van het Huis - waarvan Fortis uit voormelde brieven van gemachtigde in eerste aanleg inmiddels wist dat het geheel was gerenoveerd en door geïntimeerden c.s. in goede staat werd gehouden - zonder hun toestemming of voorkennis en zonder financiële tegemoetkoming aan hen geruime tijd op grote schaal in commerciële uitingen, die met name betrekking hebben op financiering van woningen, te blijven exploiteren nadat daaromtrent door of namens geïntimeerden c.s. was geklaagd.

Deze handelwijze van Fortis is - afgezien van de gestelde inbreuk op artikel 8 EVRM en het eigendomsrecht, welke inbreuk door het hof niet aanwezig wordt geacht - mede gelet op het voorgaande echter niet van zodanig ernstige aard dat deze een onrechtmatige daad oplevert jegens geïntimeerden.”

Daarbij heeft het hof mede in aanmerking genomen dat de handelwijze van Fortis deels valt te verklaren uit de omstandigheid dat zij zich - achteraf bezien terecht - op het standpunt stelde dat zij geen inbreuk maakte op de persoonlijke levenssfeer of het eigendomsrecht van geïntimeerden. Derhalve kan het beroep van geïntimeerden op onrechtmatige daad hun vorderingen niet dragen en behoeft het hof niet meer in te gaan op de vraag of voldaan is aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 10 lid 2 EVRM.” (14)

Lees het arrest hier. Eerdere berichten, vonnis rechtbanken en diverse commentaren: IEF 1513 (19januari 2006).