Gepubliceerd op donderdag 5 november 2020
IEF 19552
Hof Den Haag ||
3 nov 2020
Hof Den Haag 3 nov 2020, IEF 19552; ECLI:NL:GHDHA:2020:2101 (Wahl tegen Kappershandel), https://www.ie-forum.nl/artikelen/opzetkammen-hebben-geen-eigen-karakter-of-gezicht-op-de-markt

Uitspraak ingezonden door Carja Mastenbroek, Good Law.

Opzetkammen hebben geen eigen karakter of gezicht op de markt

Hof Den Haag 3 november 2020, IEF 19552; ECLI:NL:GHDHA:2020:2101 (Wahl tegen Kappershandel) Modellenrecht. Slaafse nabootsing. Zie eerder [IEF 18788]. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vorderingen van Wahl afgewezen. Het hoger beroep kan allereerst niet slagen, omdat Wahl een onvoldoende spoedeisend belang heeft bij toewijzing van haar vorderingen. Ten overvloede zet het hof uiteen dat een inhoudelijke beoordeling van de op het PAC Model en slaafse nabootsing gebaseerde vorderingen van Wahl evenmin tot toewijzing van de vorderingen kunnen leiden. Er is onvoldoende duidelijk verschil tussen de totaalindruk die wordt gewekt door het PAC Model en de tot het vormgevingserfgoed behorende opzetkammen. Het PAC Model heeft dus geen eigen karakter. Er bestaat dan ook gerede twijfel dat het PAC Model de door Kappershandel ingestelde nietigheidsactie of een bodemprocedure zal overleven. De vorderingen die zien op slaafse nabootsing slagen evenmin, omdat het PAC Model geen eigen gezicht op de markt heeft. Geen van de grieven van Wahl slaagt. Naar voorlopig oordeel van het hof heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van Wahl terecht afgewezen.

4.32. De gemiddelde gebruiker ins in vrij hoge mate aandachtig en neemt niet slechts globaal waar, maar hij let ook op details. Daarbij zullen hem evenwel niet noodzakelijkerwijs alle minieme verschillen opvallen .Weliswaar kan aan Wahl worden aangegeven dat er op detailpunten verschillen zijn tussen het PAC Model en het vormgevingserfgoed, maar naar voorshands oordeel van het hof doet dat er niet aan of dat er onvoldoende duidelijk verschil is tussen de totaalindruk die wordt gewekt door het PAC Model en de tot het vormgevingserfgoed behorende opzetkammen, in het bijzonder de hierboven afgebeelde BaByliss opzetkammen. Het verschil in maatvoering en vormgeving van de rondingen van de clip en de houder van het PAC Model is te banaal om een nadere algemene indruk te kunnen wekken dan deze BaByliss opzetkammen die – net als diverse andere tot het Umfeld behorende opzetkammen, waaronder ook van Wahl zelf (vgl. prod. 12 Kappershandel) – ook al waren voorzien van een halfronde clip, een houder met vergelijkbare afmetingen en met afgeronde hoeken aan de onderzijde. Hetzelfde geldt voor de op de houder aangebrachte ovaal. Ook dat element was al uit het vormgevingserfgoed bekend; op de hiervoor afgebeelde BaByliss opzetkammen is een ovalen applicatie aangebracht. Ook de iets afwijkende vorm daarvan in het PAC Model is te banaal om eigen karakter te verschaffen, zoals de voorzieningenrechter met recht heeft overwogen.

Slotsom PAC Model

4.33. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat hetgeen door Wahl is aangevoerd tegen de oordelen van de voorzieningenrechter ter zake van het PAC Model niet kan leiden tot vernietiging van de bestreden beslissing. Dat de voorzieningenrechter op grond daarvan de primaire vorderingen heeft afgewezen acht het hof voorshands oordelend juist.