Gepubliceerd op maandag 14 juni 2021
IEF 20014
Rechtbank Limburg ||
2 jun 2021
Rechtbank Limburg 2 jun 2021, IEF 20014; ECLI:NL:RBLIM:2021:4531 (Eiser tegen 365 Brandz), https://www.ie-forum.nl/artikelen/op-en-aanmerkingen-niet-voldoende-voor-auteursrechten

Op- en aanmerkingen niet voldoende voor auteursrechten

Rechtbank Limburg 2 juni 2021, IEF 20014; ECLI:NL:RBLIM:2021:4531 (Eiser tegen 365 Brandz) Eiser heeft als aandeelhouder van 365 Brandz met andere aandeelhouders samengewerkt aan een aantal lifestyle boeken. Nadien heeft eiser zijn aandeel in 365 Brandz verkocht aan de andere aandeelhouders. Eiser stelt vervolgens dat 365 Brandz inbreuk heeft gemaakt op zijn auteursrechten, door de werken te verveelvoudigen en te verkopen. De rechter gaat na of de werken voldoende oorspronkelijk zijn, een eigen karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen. 365 Brandz heeft dit gemotiveerd betwist door te stellen dat eiser enkel de werken heeft nagelezen om te controleren op spelling en op zinsbouw en dat hij die (gedeelten van de) boeken voorzien heeft van op- en aanmerkingen. Ook heeft eiser volgens gedaagde te weinig inhoudelijke kennis van de materie om te spreken van een oorspronkelijk en eigen karakter. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd waarom er volgens hem sprake is van een schending van zijn auteursrechten en wijst de vorderingen van eiser af. 

4.11. Gelet op deze gemotiveerde betwisting heeft [eiser] zijn standpunt dat deze werken zijn persoonlijk stempel dragen, onvoldoende onderbouwd. Uit de door [eiser] overgelegde WhatsApp-berichten van 31 maart 2017 en 24 april 2017 volgt niet dat [eiser] de betreffende hoofdstukken heeft geschreven. Uit de teksten volgt weliswaar dat [eiser] met de hoofstukken bezig is geweest, maar niet op welke wijze. Uit de tekst ‘H3 ben ik bijna klaar mee’, kan immers ook volgen dat [eiser] dit hoofdstuk enkel verder heeft geperfectioneerd, zoals door 365 Brandz B.V. naar voren is gebracht. Ook uit de passages “tabelletje is wel vet zo”, “Goed ben alle fouten er uit het halen en zinnen in een lopend verhaal het maken” en “ik ben nu het boekje het printen met de tekst zoals ik die tot nu te heb herschreven” (zie rechtsoverweging 2.3.), kan worden afgeleid dat [eiser] zich in ieder geval op de vormgeving richtte. Verder kan ook uit de tekst van de overgelegde e-mail van 12 april 2017 worden afgeleid dat [naam 1] de bij het e-mailbericht toegevoegde teksten heeft samengesteld, waarna [eiser] de opmaak zou verzorgen en op spellingsfouten zou controleren. Zonder deugdelijke toelichting, die evenwel ontbreekt, kan niet worden aangenomen dat de inhoud van de werken terug te voeren is op creatieve keuzes van [eiser] die zijn persoonlijk stempel dragen.