26 nov 2025
Uitspraak ingezonden door Tom Brohm, Dentons.
Ontvankelijkheid WAMCA-collectieve actie en aanwijzing exclusieve belangenbehartiger
Rb. Den Haag 26 november, IEF 23134; C/09/666989 (Stichting React tegen Sara Mart c.s.). De Rechtbank Den Haag behandelt in dit vonnis alleen de ontvankelijkheid van Stichting Namaakbestrijding React in een WAMCA-collectieve actie tegen Sara Mart c.s. (Sara Mart HK, Sara Mart China, Sara Mart UK en Doop Tech). Stichting React treedt op voor (met name) de leden van Coöperatie SNB-REACT, veelal grote merkhouders. Zij stelt dat via het “Sara Mart Platform” (de websites saramart.eu, saramart.pl/nl-NL/, hacoo.pl/nl-NL/ en de apps SARAMART en “Hacoo – sara lower price mart”) op grote schaal namaakgoederen worden aangeboden en aangeprezen, onder meer via influencers en social media. In de hoofdzaak vordert zij onder meer verklaringen voor recht dat merkinbreuk en onrechtmatig handelen worden gepleegd, vergaande stakings- en recallbevelen, maatregelen tegen “blurring”, hidden links en dark patterns, en schadevergoeding en proceskosten op IE-grondslag.
De rechtbank oordeelt dat zij internationaal bevoegd is op grond van de UMVo en beoordeelt vervolgens de ontvankelijkheid onder de WAMCA. Alle formele vereisten (registratie, tijdige indiening) zijn vervuld en de vordering valt binnen het statutaire doel van Stichting React. De stichting wordt voldoende representatief geacht: zij komt op voor bekende (internationale) merkhouders, heeft een toezichthoudend orgaan, betrekt haar leden bij de besluitvorming, beschikt over voldoende middelen en expertise, en heeft een toegankelijke website met de vereiste informatie. Ook aan de overige eisen van art. 3:305a BW (geen winstoogmerk bestuur, nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer, voorafgaand overleg) is voldaan. De rechtbank acht een collectieve procedure bovendien efficiënter en effectiever dan vele individuele procedures en vindt de vordering niet summierlijk ondeugdelijk. Stichting React wordt daarom ontvankelijk verklaard en aangewezen als exclusieve belangenbehartiger. De rechtbank bepaalt dat een opt-out-regime geldt, óók voor buitenlandse rechthebbenden, keurt de voorgestelde advertentie in Trouw en de kennisgevingen (register, nieuwsbrief, website) goed, en verwijst de zaak naar de rol voor aanvulling van de gronden en eventuele opmerkingen over de teksten. De inhoudelijke beoordeling van de gestelde merkinbreuk volgt pas in een later stadium.
4.9. De vordering voldoet ook aan de vereisten als bedoeld in artikel 3:305a lid 3 BW. gelet op het volgende. Stichting React heeft toegelicht dat is voldaan aan het vereiste van artikel 3:305a lid 3 aanhef en onder a BW dat de bestuurders betrokken bij de oprichting van de rechtspersoon en hun opvolgers geen winstoogmerk hebben dat via de rechtspersoon ‘oidt gerealiseerd. De vorderingen hebben voorts de in artikel 3:305a lid 3 aanhef en onder b BW vereiste voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer. Nu de gestelde onrechtmatige handelingen waarop de vordering betrekking heeft (ook) plaatsvinden in Nederland. Verder is in voldoende mate gebleken van het in artikel 3:305a lid 3 aanhef en onder c BW vereiste overleg over de vordering voordat tot dagvaarding is overgegaan.
4.10. Gelet op de doelstelling van Stichting React en de daarop aansluitende vordering in deze zaak is voldoende aannemelijk dat het voeren van deze collectieve vordering efficiënter en effectiever is dan het instellen van een individuele vordering (artikel 1018e lid 5 sub b Rv). ook omdat de rechtsvraag in iedere procedure gelijk zou zijn. De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van Sara Mail es. dat Stichting React te weinig heeft gesteld voor merkinbreuk op meerdere merken van de leden zodanig dat een collectieve actie efficiënter en effectiever is dan het instellen van individuele vorderingen. Op dit punt van de procedure heeft Stichting React voldoende gesteld voor de vermeende inbreuk door Sara Mart es. op meerdere merken van haar leden, zoals Louis Vuitton. Lacoste. Tommy Hilfiger en Nike en dat dit ook gaat over aanbiedingen in Nederland, dan wel zendingen naar Nederland. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de vordering van Stichting React op voorhand al ondeugdelijk is gebleken (artikel 1018e lid 5 sub c Rv). Of al dan niet sprake is van merkinbreuk door het aanbieden van producten voorzien van tekens gelijk aan de merken van de leden van Stichting React is onderwerp van het inhoudelijke geschil en zal tijdens de inhoudelijke behandeling aan de orde komen.