Gepubliceerd op dinsdag 12 januari 2021
IEF 19694
Rechtbank Midden-Nederland ||
8 jan 2021
Rechtbank Midden-Nederland 8 jan 2021, IEF 19694; ECLI:NL:RBMNE:2021:23 (Stichting SOS tegen SIN.nl ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatige-uitlatingen-zwarte-lijst-artsen

Onrechtmatige uitlatingen zwarte lijst artsen

Rechtbank Midden-Nederland 8 januari 2021, IEF 19694, IT 3372; ECLI:NL:RBMNE:2021:23 (Stichting SOS tegen SIN.nl) Ten grondslag aan dit kort geding ligt de rechtmatigheid van de zwarte lijst met artsen, die via domeinnaam www.zwartelijstartsen.nl op internet wordt aangeboden door Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland (SIN-nl). Op deze website worden zowel artsen als zorgverleners vermeld en neergezet als plegers van 'medische misdrijven'. Daarop heeft Stiching Stop Online Shaming (Stichting SOS) een vordering ingesteld om SIN.nl deze uitlatingen, die volgens hen in strijd zijn met de Algemene Verordening Gegevensbescherming, te doen laten stoppen. Ook vordert Stichting SOS om gedaagden de ingang te verbieden naar de domeinnaam en om gedaagden een verzoek te laten indienen bij Google, om alle verwijzingen naar de website te laten verwijderen.

Nadat wordt geoordeeld dat Stichting SOS ontvankelijk is in haar vordering en dat er sprake is van een spoedeisend belang, wordt er een belangenafweging gemaakt tussen de twee botsende fundamentele rechten. Aan de kant van Stichting SOS het recht op eerbiediging van de eer en goede naam van de zorgverleners en aan de kant van SIN.nl het recht op vrijheid van meningsuiting. Geoordeeld wordt dat de website onrechtmatig is. Vooral vanwege het feit dat de uitlatingen zeer ernstig zijn en vaak een feitelijke basis missen. Het belang dat zorgverleners door publicaties niet worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen weegt daarom ook zwaarder dan het belang van SIN.nl om aandacht te vragen voor medische fouten.

4.8.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het belang van de eerbiediging van de eer en goede naam van de artsen en zorgverleners zwaarder weegt dan het belang van SIN.nl en [gedaagde sub 2] en geeft hij Stichting SOS dus gelijk.

4.9.
De voorzieningenrechter vindt van belang dat de kwalificatie ‘zwarte lijst’ in zijn algemeenheid door het publiek wordt geassocieerd met het niet (meer) mogen uitvoeren van werkzaamheden. Dat maakt dat de term ‘zwarte lijst’ op zichzelf al een zware beschuldiging inhoudt en waarvoor een feitelijke basis ontbreekt. De meeste artsen en zorgverleners mogen hun werk namelijk gewoon uitoefenen. Op de website worden daarnaast kwalificaties als ‘medische misdrijven’ en ‘falende artsen’ gebruikt. Ook een rol speelt dat Stichting SOS onbetwist heeft gesteld dat het voor het publiek niet duidelijk is dat het niet gaat om een officiële zwarte lijst, maar dat het een privé bijgehouden lijst betreft en dat het publiek de verschillen tussen de tuchtrechtelijk opgelegde sancties niet goed kan beoordelen. Hoewel een berisping naar zijn aard een totaal andere sanctie dan een schorsing of schrapping betreft, worden de artsen te allen tijde op de website geplaatst. De website neemt daarmee alle nuance weg, waardoor elke arts op de lijst het stempel ‘zwarte lijst’ krijgt. Dat klemt te meer omdat het gaat om informatie over het optreden als arts in relatie tot een individuele patiënt, waarbij de arts zich buiten de tuchtrechtelijke procedure niet kan verdedigen gezien het medisch beroepsgeheim. Bovendien is verwijdering van de zwarte lijst vrijwel onmogelijk gemaakt vanwege de daaraan door SIN.nl en [gedaagde sub 2] gestelde voorwaarden, zodat artsen en zorgverleners het risico lopen tot in de lengte der dagen op de lijst vermeld te blijven staan. Dat een vermelding op zwartelijstartsen in de zoekresultaten (van bijvoorbeeld Google) vaak op de eerste pagina als zoekresultaat naar voren komt, maakt dat de impact op artsen en zorgverleners groot moet worden geacht.

4.19.
Stichting SOS vordert ook de overdracht van de domeinnamen zwartelijstartsen.nl en zwartelijstartsen.com. De voorzieningenrechter is van oordeel dat ook deze vordering kan worden toegewezen, nu het gebruik van de website en domeinnamen onrechtmatig is en het bovendien een passende maatregel vormt ter preventie van nieuwe inbreuken (zie ook: Hoge Raad 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3554 en Hoge Raad 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2221).

4.20.
Ook het onder IV. gevorderde gebod om een verzoek in te dienen bij internetzoekmachine Google, onder indiening van het vonnis bij Google, om alle verwijzingen naar zwartelijstartsen.nl en zwartelijstartsen.com te verwijderen uit de zoekresultaten van deze zoekmachine en uit het “cachegeheugen” daarvan zal worden toegewezen.