Gepubliceerd op woensdag 26 juli 2023
IEF 21585
EUIPO - OHIM ||
14 jul 2023
EUIPO - OHIM 14 jul 2023, IEF 21585; (Nooraya Egypt/Marc Voet), https://www.ie-forum.nl/artikelen/merk-te-kwader-trouw-geregistreerd

Ingezonden door Pierre-Yves Thoumsin, Prioux Culot + Partners

Merk te kwader trouw geregistreerd

Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie 14 juli 2023, Oppositienr. C 53 282, IEF 21585 (Nooraya Egypt/Marc Voet) In deze zaak kijkt het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO) naar de vraag of een merk van Marc Voet (hierna: verweerder) te kwader trouw geregistreerd is, met als doel om Nooraya Egypt (hierna: eiser) te hinderen. Beide partijen hebben in het verleden met elkaar gewerkt in de exploitatie van een reisbureau. Eiser stelt dat het merk van verweerder slechts is gedeponeerd om mee te liften op haar bekendheid en vordert nietigheid van het merk van verweerder.

Eiser stelt sinds 2010 gebruik te maken van de handelsnaam 'Nouraya' en al langere tijd bekendheid te bezitten. Verweerder bestrijdt deze stellingen. Ook stelt verweerder dat er geen kwade trouw kan worden vastgesteld. Het EUIPO volgt de argumenten van verweerder niet. Vastgesteld wordt dat verweerder een voormalige vennoot bij de onderneming van eiser was. Verweerder had daarom moeten weten dat hij met zijn merkaanvraag een sterk vergelijkbaar teken met dat van eiser zou krijgen. Het EUIPO merkt ook op dat de overeenkomstigheid tussen de tekens niet toevallig kan zijn. Het oordeel luidt dat eiser met zijn gedrag  tegenover zijn voormalige vennoot de eisen van loyaliteit en vertrouwen tegenover diens zakelijke belangen heeft geschonden. De registratie van het merk vond volgens het EUIPO slechts plaats om eiser commercieel te dwarsbomen. Het merk van verweerder wordt nietig verklaard.

Sur la base de ce qui précède, la division d'annulation considère qu'il ressort des éléments de preuve présentés par les parties que le titulaire de la MUE savait qu'il n'était pas propriétaire de la marque contestée, mais qu'il a néanmoins décidé de demander l'enregistrement de la marque, essentiellement dans le but de faire obstacle aux activités de la demanderesse en l'empêchant d'utiliser cette marque. Le titulaire était - au moment du dépôt de la MUE - soumis à une obligation de confiance et de loyauté à l'égard des intérêts de la demanderesse dans la mesure où, pour cette dernière, il était juste d'attendre du titulaire qu’il ne dépose pas une demande de MUE quasi identique ou fortement similaire, de manière indépendante sans donner à la demanderesse des informations préalables et un délai suffisant pour agir. Les explications du titulaire sont insuffisantes pour justifier la demande d'enregistrement de la marque contestée.

(…)

En déposant et en enregistrant la marque contestée, le titulaire a effectivement mis un obstacle potentiel devant la demanderesse dans ses activités commerciales sur le marché de l'Union européenne. En outre, il a fait preuve d’un comportement s’écartant des principes reconnus comme étant ceux entourant un comportement éthique ou des usages honnêtes en matière industrielle ou commerciale.