Gepubliceerd op dinsdag 12 januari 2010
IEF 8513
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Kan dit jegens die gebonden handelaren onrechtmatig zijn.

Hoge Raad, 8 januari 2010,  08/01232, Alfa Romeo Nederland B.V. tegen Multicar (met dank aan Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek

Dealerjurisprudentie. Onrechtmatige daad; oneerlijke concurrentie. Concurrentie door een niet aan selectief distributiestelsel gebonden handelaar jegens de tot dat stelsel behorende dealers en jegens de distributeur; maatstaf. Invloed van de keuze van de distributeur voor kostbare verkoopstandaarden binnen het distributiestelsel.

3.5.2 Bij de beoordeling van het onderdeel wordt het volgende vooropgesteld.
Indien een niet aan het distributiestelsel gebonden handelaar
(a) producten verhandelt die hij heeft verkregen door bewust gebruik te maken van de omstandigheid dat een gebonden handelaar, die wel behoort tot het selectieve distributiestelsel, jegens de distributeur een door deze hem opgelegde contractuele verplichting met betrekking tot het verder verhandelen van die producten of tot de daarbij te bedingen voorwaarden schendt,
(b) door het verhandelen van die aldus verkregen producten in concurrentie treedt met gebonden handelaren op wie een gelijke contractuele verplichting rust, en
(c) daarbij ter bevordering van het eigen bedrijf profiteert van de omstandigheid dat deze gebonden handelaren jegens hem in een ongunstige positie verkeren doordat zij zich aan de bedoelde contractuele verplichting houden,
kan dit jegens die gebonden handelaren onrechtmatig zijn.
Bovendien kan de hiervoor onder (a) tot en met (c) omschreven - oneerlijke - concurrentie tegenover de distributeur onrechtmatig zijn indien het distributiestelsel wordt ondermijnd, bijvoorbeeld doordat andere aan het stelsel gebonden handelaren zich eveneens aan hun verplichtingen gaan onttrekken of hun gebondenheid aan het stelsel beëindigen, dan wel derden om die reden niet tot het stelsel willen toetreden.

3.5.3 Het hof heeft in het midden gelaten of de dealers in het distributiestelsel van ARN en Fiat ten opzichte van [verweerder] c.s. in een ongunstige positie verkeren, zodat bij de beoordeling van de klacht ervan moet worden uitgegaan dat dit het geval is. Bij die stand van zaken kan de omstandigheid dat die ongunstige positie een gevolg is van het door ARN en Fiat verkozen distributiestelsel en de daarin geldende verkoopstandaarden, en die keuze [verweerder] c.s. niet regardeert, niet leiden tot de door het hof daaraan verbonden conclusie dat geen sprake is van onrechtmatige concurrentie van [verweerder] c.s. jegens de dealers. Ten aanzien van de dealers valt in het algemeen niet in te zien op grond waarvan de keuze die de distributeur maakt voor bepaalde verkoopstandaarden binnen het distributiestelsel, voor rekening van de dealers zou moeten worden gebracht in die zin dat het profiteren van de ongunstige positie van de dealers niet onrechtmatig jegens hen zou zijn.
Wel kan onder omstandigheden de keuze van de distributeur voor bepaalde verkoopstandaarden een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of de hiervoor genoemde concurrentie onrechtmatig is jegens de distributeur, maar zodanige omstandigheden heeft het hof niet kenbaar in zijn overwegingen betrokken.
Op grond van een en ander slaagt het onderdeel.
 
Lees het arrest hier.