Gepubliceerd op donderdag 16 oktober 2025
IEF 23007
Rechtbank Rotterdam ||
22 sep 2025
Rechtbank Rotterdam 22 sep 2025, IEF 23007; ECLI:NL:RBROT:2025:11474 ([eiser] tegen Kindred en Risepoint), https://www.ie-forum.nl/artikelen/inzageverzoek-avg-toch-toegewezen-geen-misbruik-van-recht-door-eiser

Inzageverzoek AVG toch toegewezen: geen misbruik van recht door [eiser]

Vzr. Rb. Rotterdam 22 september 2025, IEF 23007; IT 4979 ECLI:NL:RBROT:2025:11474 ([eiser] tegen Kindred en Risepoint). Kindred staat aan het hoofd van een groep die wereldwijd via platformen en websites online kansspelen aanbiedt, waaronder via Unibet. Risepoint is een voormalige dochtervennootschap van Kindred. De Nederlandse activiteiten van Unibet werden vanaf circa 2004 tot 1 oktober 2021 geëxploiteerd door Risepoint. Risepoint beschikte hiervoor niet over een vergunning van de Nederlandse kansspelautoriteit, maar bood haar diensten aan onder haar Maltese licentie. [eiser] heeft in de periode tot 1 oktober 2021 deelgenomen aan de door Risepoint via het online casino Unibet aangeboden kansspelen, en geld verloren. De persoonsgegevens van [eiser], waaronder transactiegegevens, zijn in het kader daarvan via de Unibet-websites aan de verwerkingsverantwoordelijke verzonden. [eiser] verzocht inzage in zijn persoonsgegevens. Kindred en Risepoint hebben dit verzoek afgewezen. Nu vordert [eiser] alsnog inzage van gegevens bij Kindred en Risepoint op grond van de AVG.  

Risepoint stelt zich op het standpunt dat [eiser] misbruik van zijn inzagerecht maakt. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet. De AVG biedt de verwerkingsverantwoordelijke niet de mogelijkheid om te verlangen dat de betrokkene zijn verzoek om inzage motiveert. Weliswaar beoogt het inzagerecht de betrokkene in staat te stellen zich van de verwerking van zijn gegevens op de hoogte te stellen en de rechtmatigheid daarvan te controleren. Dit betekent niet dat een inzageverzoek dus afgewezen moet worden wanneer een ander doel wordt nagestreefd. Risepoint beroept zich ook nog op een Maltese beperking. Dit verweer volgt de rechtbank ook niet. Het standpunt van Risepoint komt erop neer dat zij altijd inzage in de transactiegegevens mag weigeren als sprake is van een lopende of op handen zijnde procedure, omdat dan een inbreuk wordt gemaakt op haar verdedigingsbelang. De voorzieningenrechter begrijpt dit zo, dat Risepoint met haar weigering inzage te verstrekken [eiser] wil belemmeren om op basis van de juiste feiten een vordering aan de rechter voor te leggen. Dit alles maakt de weigering disproportioneel. Risepoint moet volgens de rechter daardoor inzage verlenen in de persoonsgegevens. [eiser] heeft onvoldoende feiten naar voren gebracht waaruit kan worden afgeleid dat Kindred meer was dan enkel de holdingmaatschappij van Risepoint. De vorderingen ten aanzien van Kindred moeten daarom worden afgewezen. De voorzieningenrechter beveelt Risepoint tot inzage van de gegevens en veroordeelt ze tot betaling van de proceskosten. De vorderingen ten aanzien van Kindred worden afgewezen.  

4.18   In het geval van toepasselijkheid van Maltees recht en ervan uitgaande dat het inzagerecht van artikel 15 AVG op grond van artikel 23 AVG in beginsel kan worden beperkt door nationale wetgeving, geldt dat een beperking als hiervoor onder 4.16 bedoeld de essentie van de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene moet respecteren en een noodzakelijke en evenredige maatregel moet zijn (zie artikel 23 lid 1 AVG). De weigering van Risepoint om de gegevens te verstrekken op grond van de beperking die is voorzien in de ‘Malta Data Protection Act 2018’ en daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen voldoet naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aan die voorwaarden. Nog daargelaten dat er in dit geval nog geen concreet bestaande rechtsvordering/procedure is en evenmin de conclusie gerechtvaardigd is dat een rechtsvordering of procedure (op korte termijn) op handen is, valt niet in te zien wat er van het inzagerecht overblijft als Risepoint gelijk zou hebben. Haar weigering tast dus in de gegeven omstandigheden het inzagerecht in de kern aan. Het standpunt van Risepoint komt er in feite op neer dat zij altijd inzage in de transactiegegevens mag weigeren als sprake is van een lopende of op handen zijnde procedure, omdat dan een inbreuk wordt gemaakt op haar verdedigingsbelang (in het bijzonder een verslechtering van haar bewijsrechtelijke positie). De voorzieningenrechter kan dit niet anders begrijpen dan in de zin dat Risepoint met haar weigering inzage te verstrekken [eiser] wil belemmeren om op basis van de juiste feiten een vordering aan de rechter voor te leggen. Dit alles maakt de weigering disproportioneel. De voorzieningenrechter ziet (mede daarom) geen aanleiding om de rechterlijke toetsing van de Maltese beperking in Malta of bij het Europese Hof af te wachten dan wel over deze kwestie prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof, zoals Risepoint heeft bepleit.