Gepubliceerd op vrijdag 9 november 2018
IEF 18092
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
8 nov 2018
Gerecht EU (voorheen GvEA) 8 nov 2018, IEF 18092; ECLI:EU:T:2018:758 (Mad Dogg Athletics tegen Aerospinning Master Franchising), https://www.ie-forum.nl/artikelen/intrekking-woordmerk-spinning-onterecht-uitsluiting-bepaald-relevant-publiek-door-euipo

Intrekking woordmerk "spinning" onterecht: uitsluiting bepaald relevant publiek door EUIPO

Gerecht EU 8 november 2018, IEF 18092; IEFbe 2786; ECLI:EU:T:2018:758; T‑718/16 (Mad Dogg Athletics tegen Aerospinning Master Franchising) Merkenrecht. Amerikaans bedrijf Mad Dogg Athletics is houder van het Europees woordmerk "SPINNING", ingeschreven voor klassen audio- en videocassetten, uitrusting voor lichaamsoefeningen en lichaamsoefeningstraining. Aerospinning Master Franchising stelde dat "spinning" een gebruikelijke naam is geworden voor twee laatstgenoemde klassen. Het EUIPO heeft de rechten van Mad Dogg Athletics om deze reden ingetrokken. Het EUIPO heeft echter ten onrechte geoordeeld dat het relevante publiek dat bij de beoordeling van de grond voor herroeping in aanmerking moest worden genomen, uitsluitend bestond uit eindgebruikers van fitnessapparaten. De indoorfietsen die door Mad Dogg Athletics worden verkocht, worden gekocht door commerciële exploitanten van sportscholen, sportfaciliteiten en revalidatiecentra. Zij spelen een centrale rol op de markt van fitnessapparatuur en hebben een beslissende invloed op de selectie door eindgebruikers van diensten voor trainingsopleidingen. Bovendien had het EUIPO in haar beslissing tot intrekking moeten beslissen of het betwiste merk wel degelijk een gebruikelijke naam voor de goederen en diensten in kwestie was geworden. Het Gerecht vernietigt de beslissing van het EUIPO met betrekking tot fitnessapparatuur en lichaamstraining.

61. Gelet op deze elementen heeft de kamer van beroep de perceptie van de beroepsmatige klanten wat betreft „uitrusting voor lichaamsoefeningen” onterecht uitgesloten van haar analyse om te beoordelen of het litigieuze merk in de handel de gebruikelijke benaming was geworden van „uitrusting voor lichaamsoefeningen” waarvoor het was ingeschreven. Bijgevolg heeft de kamer van beroep blijk heeft gegeven van een onjuiste beoordeling bij de omschrijving van het relevante publiek voor de markt voor „uitrusting voor lichaamsoefeningen” van klasse 28, door geen rekening te houden met de perceptie van beroepsmatige klanten op deze markt.

63. De bestreden beslissing bevat daarentegen geen enkel element over de perceptie van het litigieuze merk bij beroepsmatige klanten, zoals met name exploitanten van fitnesszalen, sport- en revalidatiecentra, die optreden als kopers van die waren. Zoals uit de punten 58 en 59 hierboven volgt, zijn het echter die exploitanten die doorgaans indoorfietsen kopen en die deze vervolgens ter beschikking stellen van hun eigen klanten om hen in staat te stellen de betrokken sportactiviteit te beoefenen.

64. Vastgesteld dient dus te worden dat deze exploitanten een centrale rol spelen op de markten voor „uitrusting voor lichaamsoefeningen” en voorts dat zij een bepalende invloed uitoefenen op de keuze van de eindgebruikers van diensten van „lichaamsoefeningstraining”. Door hun kennis van de herkomstaanduidingsfunctie van het litigieuze merk maken de exploitanten aldus de realisatie van het communicatieproces tussen de verleners van die diensten en de eindgebruikers mogelijk (zie in die zin en naar analogie, conclusie van advocaat-generaal Cruz Villalón in de zaak Backaldrin Österreich The Kornspitz Company, C‑409/12, EU:C:2013:563, punt 59).