19 sep 2025
Het prominent tonen van afbeeldingen van de Shuffle Showdown op de website is een vorm van ‘aanbieden’ van het model
Rb. Den Haag 19 september 2025, IEF 23031; ECLI:NL:RBDHA:2025:18484 (Shuffly c.s. tegen Conductr). In het vonnis van 3 juli 2025 [IEF 22805] is Shuffly c.s. uitdrukkelijk bevolen om het model Shuffle Showdown niet langer aan te bieden. Het prominent tonen van afbeeldingen van dit model op de landingspagina en bij het productoverzicht van de website wordt door de voorzieningenrechter aangemerkt als een vorm van “aanbieden” en valt daarmee onder het verbod. Anders dan Shuffly c.s. betoogt, kan uit r.o. 5.8 van het eerdere vonnis niet a contrario worden afgeleid dat het tonen van de Shuffle Showdown wél is toegestaan. Die overweging had uitsluitend betrekking op afbeeldingen van de Supercharged Shuffle, ten aanzien waarvan ook auteursrechtelijke bescherming werd ingeroepen.De voorzieningenrechter oordeelt dat Shuffly c.s. het verbod heeft overtreden. Daarbij wordt vastgesteld dat het tonen van afbeeldingen na het vonnis meerdere keren is gedocumenteerd, waardoor het maximum van de opgelegde dwangsommen is verbeurd.
Het betoog van Shuffly c.s. dat executie van het vonnis misbruik van recht vormt, wordt verworpen. Het enkele feit dat zij een kleine onderneming is die in financieel zwaar weer verkeert, is daarvoor onvoldoende. Evenmin is aannemelijk geworden dat het voor haar onmogelijk was om aan de veroordeling te voldoen in de zin van artikel 611d Rv.Ten aanzien van het wapperverbod oordeelt de voorzieningenrechter dat geen sprake is van onrechtmatig handhaven van IE-rechten. Het versturen van waarschuwingsbrieven aan afnemers vond plaats op basis van een voorlopig oordeel van de rechter en met duidelijke vermelding van het lopende hoger beroep. Dat Conductr zou hebben moeten beseffen dat haar rechten geen stand zouden houden in een nietigheidsprocedure is niet aannemelijk geworden. De vorderingen van Shuffly c.s. worden afgewezen. Shuffly c.s. wordt veroordeeld in de proceskosten.
4.15. In dit geval heeft Conductr naar voorlopig oordeel niet onrechtmatig gehandeld door het versturen van waarschuwingsbrieven zoals de in 2.10 geciteerde brief. In de eerste plaats baseerde Conductr zich op een voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat de Shuffle Showdown inbreuk maakt op haar modelrechten. Uit de bewuste brief blijkt duidelijk dat dat een voorlopig oordeel is en dat Shuffly c.s. daarvan in appel is gegaan. Dat Conductr had moeten weten dat er een serieuze kans bestaat dat haar recht geen stand zal houden, kan in dit geval dan ook niet worden gezegd.