Gepubliceerd op woensdag 28 mei 2014
IEF 13885
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het grote jatdebat: over bronvermelden, zwartrijden en linken

Bijdragen ingezonden door Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant, Boekx Advocaten.
Eerder dit voorjaar organiseerde de NVJ een debat over het overnemen van nieuws door andere media. Onder de omineuze titel ‘jatdebat’ werd een journalistieke discussie gevoerd over het (online) overnemen van andermans nieuws. De traditionele media beschuldigden de online concurrentie van diefstal: ‘Jullie stelen als de raven’. Marcel van Lingen, hoofdredacteur van het ANP, zette in een opinie op Villamedia.nl de zaak op scherp met de stelling dat het overnemen van nieuws altijd jatten is, ook als je de bron vermeldt. Hij noemt dit ‘zwartrijden in de journalistiek’. Onderzoeksjournalisten soms maandenlang laten speuren en dan onverkort en zonder bronvermelding het opgediepte materiaal overnemen is het ergst. Maar onverkort overnemen mét bronvermelding van datzelfde materiaal deugt dus evenmin, volgens Van Lingen.

In dat debat ging het vooral om journalistieke-ethische normen. Normen die overigens primair worden gedreven door het financiële belang, want een onderzoeksjournalist kost geld. Er worden een hoop uren gemaakt die terugverdiend moeten worden. Overname van nieuws, met of zonder bronvermelding, verziekt elk fair verdienmodel, betoogde Van Lingen. De door hem bepleitte waarde-uitwisseling tussen media die elkaars nieuws overnemen leidde een vervolg van de discussie in.

Maar hoe zit het juridisch? Mogen de media elkaars nieuws zonder toestemming overnemen? Is bronvermelding altijd verplicht? Is een link naar het originele nieuwsbericht toegestaan? Advocaten Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant geven antwoord.

Free flow of information
Het vrijelijk uitwisselen van ideeën en nieuws is één van de belangrijkste functies van de media. De Europese Ministers van Buitenlandse Zaken verwoordden dit recent als volgt: By facilitating the free flow of information and ideas on matters of general interest, and by ensuring transparency and accountability, independent media constitute one of the cornerstones of a democratic society. Bij alle journalistieke en financiële bezwaren tégen het overnemen van nieuws moet steeds goed in de gaten worden gehouden dat het vrijelijk stromen van nieuws één van de hoekstenen van een democratische samenleving vormt. Dat uitgangspunt wordt ook vanuit juridische optiek gewaarborgd. Want nieuwsfeiten kunnen niet worden gemonopoliseerd omdat zij buiten het auteursrecht vallen. Dat uitgangspunt is al sinds 1886 verankerd in de Berner Conventie, een verdrag waar vrijwel alle landen van de wereld bij zijn aangesloten. De fraaie ouderwetse bewoordingen van dat verdrag leren dat er geen bescherming is voor ‘nieuwstijdingen of gemengde berichten die louter het karakter van persberichten dragen’.

Nieuwsfeiten zijn niet beschermd

Het auteursrecht geeft geen bescherming aan feiten. Feiten vormen geen uitdrukking van een intellectuele schepping van de maker, en zo’n schepping is een vereiste voor auteursrechtelijke bescherming. Het nieuwsfeit dat er na urenlang overleg een doorbraak is bereikt in een politiek overleg is een feit dat géén juridische bescherming geniet. En ook bijvoorbeeld de quotes van de politici die het nieuws van de doorbraak meldden mogen vrijelijk worden overgenomen door andere media. Hoe lang de journalist daar ook buiten de vergaderzaal voor heeft staan posten. En ook het feitelijke verloop van een voetbalwedstrijd (doelpunten, wissels, gele en rode kaarten etc.) behoort niet toe aan de journalist die de wedstrijd verslaat, maar is vrij beschikbaar voor iedereen die daar kennis van wenst te nemen. De media – ook de media die niet ter plekke waren – mogen deze informatie aan hun publiek kenbaar maken. Het is niet mogelijk om van deze partijen een vergoeding te eisen. De financiële investering in het vergaren van dit nieuws zal op een andere manier moeten worden terugverdiend.

Bronvermelding is bij het overnemen van nieuwsfeiten niet verplicht

In de journalistiek is het gebruikelijk dat er naar het oorspronkelijke medium wordt verwezen. ‘Het Parool onthulde dat…’ etc. Er is goede grond om naar het oorspronkelijke medium te verwijzen. Deze verdient niet alleen de ‘credits’, maar zal vaak ook breder en diepgaander onderzoek hebben verricht. De overnemende media houden aldus enige gepaste afstand van dat onderzoek – dat ze zelf niet hebben (over)gedaan – en informeren hun publiek daarmee adequaat. In het jatdebat is gesteld dat het helemaal niet nodig is om bron of schrijver te vermelden omdat enkel de blote nieuwsfeiten worden ‘gerecycled’. En dat is juridisch de spijker op de kop. Blote feiten zijn immers niet auteursrechtelijk beschermd. En er bestaat geen juridische verplichting om de journalisten of de media die verantwoordelijk waren voor het vergaren van het nieuws te noemen. Hoeveel maanden onderzoeksjournalistiek er ook voorafging aan de scoop, er is geen juridische gehoudenheid om de naam te noemen van de journalist die hier zo hard voor werkte. Misschien is het journalistiek gebruikelijk, of wordt het gevoeld als een morele plicht (of als een moreel gebrek wanneer er door een ander niet aan bronvermelding wordt gedaan), maar dat is een andere discussie. Er is geen juridisch afdwingbare plicht tot bronvermelding. En dus ook geen recht op schadevergoeding wanneer er geen bron wordt vermeld. Natuurlijk mag niet de misleidende indruk worden gewekt dat de ene krant het nieuws uit eigen onderzoek heeft ‘ontdekt’ terwijl het werk in werkelijkheid door een andere krant werd gedaan. Dat zou al snel onrechtmatig zijn. Maar het zo extreem toe-eigenen van andermans scoops komt tot nog toe in de praktijk niet voor.

Teksten en foto’s zijn bijna altijd auteursrechtelijk beschermd

Maar dit betekent niet dat media die investeren in journalistiek helemaal met lege handen staan. Want wanneer er wél sprake is van een intellectuele schepping ontstaat er bescherming door het auteursrecht. En daar is bij een uitgeschreven nieuwsbericht of een uitgewerkte radio- of televisiereportage al snel sprake van. Zodra door de journalist creatieve keuzes worden gemaakt in de wijze van het vastlegging van zijn berichtgeving, ontstaat een werk waarop auteursrecht rust. Het Europese Hof van Justitie (de hoogste rechter voor wat betreft ons auteursrecht) heeft in 2009 in een belangrijke zaak over de ‘ondergrens’ van het auteursrecht bepaald dat een fragment van 11 woorden al auteursrechtelijk beschermd kan zijn. Het ging in die zaak om een fragment uit de tekst van een dagbladartikel. Dat fragment bestond uit één zoekterm met de vijf woorden ervoor en de vijf woorden erna. Het Hof bepaalde dat afzonderlijke zinnen, of zelfs zinsneden, de oorspronkelijkheid van een persartikel aan de lezer kunnen overdragen. Een enkel woord is onvoldoende, maar zelfs hele korte fragmenten worden dus beschermd door het auteursrecht. Op grond van deze uitspraak kan worden betoogd dat bijvoorbeeld Google News toestemming behoeft van de uitgevers voor het laten zien van zoekresultaten die bestaan uit fragmenten van nieuwsartikelen. Google is in België al door de rechter op de vingers getikt voor deze dienst, en bereikte eind 2012 een schikking met de Belgische uitgevers. Begin 2013 kwam Google ook in Frankrijk tot zaken met de uitgevers voor het gebruik van hun nieuwsfragmenten in Google News.

De lat voor auteursrechtelijke bescherming ligt dus erg laag. In het voorbeeld van het nieuwsfeit van een urenlang politiek overleg dat tot een doorbraak heeft geleid, zal de reportage van de wakkere journalist die buiten de vergaderzaal postte zonder twijfel beschermd zijn. Die juridische bescherming geldt dan voor de eigen formulering van het nieuws, niet voor het nieuwsfeit van de doorbraak zelf.

Voorheen: de persexceptie
Tot een paar jaar geleden bestond er een ruime wettelijke regeling voor het overnemen van auteursrechtelijk beschermde nieuwsberichten door andere media, mits er netjes aan bronvermelding werd gedaan. Kort gezegd: ‘overname uit de pers door de pers’ was toegestaan. Deze zogeheten persexceptie vormde een uitzondering op het exclusieve recht dat de auteur heeft op zijn verslag of reportage. Deze uitzondering gold alleen voor ‘de pers’. Onder de pers worden media begrepen die periodiek content leveren, dagbladen, weekbladen, actualiteitenrubrieken op radio of televisie, maar bijvoorbeeld ook roddelbladen. Voorheen was het zelfs aan knipselkranten toegestaan om nieuwsberichten uit de media over te nemen, omdat knipselkranten – op basis van een arrest van de Hoge Raad uit 1995 – als ‘pers’ werden gezien. Die tijd is echter voorbij. De Nederlandse rechter heeft hier in 2011 een einde aan gemaakt. De persexceptie heeft nu nauwelijks meer praktische betekenis. Wanneer in de media een zogeheten auteursrechtvoorbehoud is gemaakt, is overname door andere media niet toegestaan, ook niet met bronvermelding. Zo’n voorbehoud wordt vrijwel altijd gemaakt en is meestal te vinden in de gebruiksvoorwaarden, in het colofon of in een disclaimer. Consequentie van het gebruik van zo’n voorbehoud is dat media het hergebruik van hun artikelen, reportages en verslagen kunnen verbieden, of daar – tegen betaling – toestemming voor geven.

Embedden en linken
In februari 2014 heeft het Europese Hof van Justitie in een baanbrekende uitspraak bepaald dat linken naar en ‘embedden’ van materiaal van een andere vrij toegankelijke website toegestaan is. De crux is of de content een nieuw publiek bereikt. Een website die vrij toegankelijk is heeft volgens het Hof álle internetgebruikers als publiek. Er wordt dus geen nieuw publiek bereikt wanneer een andere website naar dat artikel linkt. En dus is daar geen toestemming voor nodig. Dit geldt volgens het Hof van Justitie net zo goed voor een ‘embedded link’ waarbij de content waarnaar gelinkt wordt in de website van de ‘linker’ wordt getoond. Een voorbeeld te verduidelijking. Als nu.nl linkt naar een artikel dat op de website van detelegraaf.nl staat, en dat artikel wordt getoond op de website van nu.nl, dan wordt er in de redenering van het Hof van Justitie geen nieuw publiek met het Telegraafartikel bereikt. Er is daarom geen toestemming nodig voor deze manier van linken. Als De Telegraaf deze wijze van linken wil voorkomen, dan zal dat via technische maatregelen bewerkstelligd moeten worden. En, voor de goede orde, content die alleen voor abonnees beschikbaar is mag niet via een link op een andere website aan een wijder publiek worden aangeboden.

Conclusie
Zwartrijden is verboden. Wie zonder vervoerbewijs in de tram zit is strafbaar. Maar het overnemen van nieuwsfeiten is niet hetzelfde als zwartrijden. Zoals bij vrijwel elke analogie gaat ook deze vergelijking mank. Blote nieuwsfeiten mogen juist wel worden overgenomen. Dat is de bedoeling van nieuws. Verspreiding van nieuws is de kerntaak van de media. Free flow of information is het uitgangspunt. Voor het overnemen van méér dan alleen de blote nieuwsfeiten is wel toestemming vereist. En de lat voor auteursrechtelijke bescherming ligt dan laag. Maar voor het linken naar een geheel artikel, en zelfs het ‘embedded’ tonen daarvan op de eigen website, is juist weer geen toestemming nodig volgens een baanbrekende recente uitspraak. Kortom: het juridisch kader biedt de mogelijkheid geoorloofd te jatten, én het biedt de mogelijkheid om op te treden tegen stelende raven.

Jurian van Groenendaal, Otto Volgenant.