Gepubliceerd op maandag 14 februari 2005
IEF 72
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Handelsnaamrecht

Interessante uitspraak over 'licentie' van een handelsnaam. Een Amerikaanse onderneming geeft via haar Nederlandse dochter een bepaalde glaspolijsttechniek in licentie aan twee Nederlandse bedrijven, waarbij de één de techniek exclusief mag gebruiken in Noord-Nederland en de ander het exclusieve recht verkrijgt voor Zuid-Nederland (of dit mededingingsrechtelijk in de haak is wordt in het vonnis niet besproken).

De Noord-Nederlandse licentienemer gebruikt de handelsnaam 'Glasrenovatie Nederland' en 'licentieert' deze naam aan de Zuid-Nederlandse licentienemer. Na een paar jaar wordt de licentieovereenkomst tussen de Amerikaan en de beide Nederlandse bedrijven zo gewijzigd, dat beide niet-exclusieve licentienemers voor heel Nederland worden.

Probleem is uiteraard  dat beide ondernemingen nog steeds dezelfde naam hanteren, maar intussen concurrenten van elkaar geworden zijn...

De Noord-Nederlander ontbindt daarop de handelsnaamlicentie-overeenkomst en sommeert de Zuid-Nederlander het gebruik van de handelsnaam te staken.

De Voorzieningenrechter in Arnhem meent echter dat de licentieovereenkomst (die overigens geen opzegtermijn bevatte) niet zonder meer opgezegd kan worden, aangezien de Zuid-Nederlander inmiddels gedurende de licentie de nodige bekendheid en reputatie bij haar klanten en relaties heeft opgebouwd onder de naam Glasrenovatie Nederland; onmiddellijke wijziging van de handelsnaam zou de Zuid-Nederlander veel schade berokkenen.

De Voorzieningenrechter wijst de vordering van de Noord-Nederlander daarom af, en geeft hem mee dat hij alleen tegen financiele vergoeding de Zuid-Nederlander kan dwingen het handelsnaamgebruik te staken.

Lees hier het gehele vonnis.