4 nov 2025
Geschil over royalty’s na vaststellingsovereenkomst: hof gelast mondelinge behandeling
Hof Amsterdam 4 november 2025, IEF 23072; ECLI:NL:GHAMS:2025:3006 ([appellanten] tegen [geïntimeerde]). Deze zaak gaat over een geschil tussen de als [appellant 2] bekende artiest [appellant 1] en [geïntimeerde] over de betaling van royalty’s. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen op de grond dat de vaststellingsovereenkomst (hierna: VSO) de eerdere overeenkomsten verving en partijen elkaar daarin finale kwijting hebben verleend. Het hof sluit zich hierbij aan in het tussenarrest van 21 januari 2025 [IEF 22552]. Partijen mochten zich hier nog over uitlaten bij akte.
Partijen hebben zich uitgelaten over de vraag of de VSO enkel verplicht tot nabetaling over de auditperiode juli 2016 – juni 2018 (zoals [geïntimeerde] stelt), of dat ook andere perioden (tot aan de 'take down' op 28 september 2020) onder de nabetalingsplicht vallen (zoals [appellanten] betogen). Het hof oordeelt voorlopig dat de auditperiode op grond van de VSO in stappen kan worden uitgebreid, afhankelijk van de vraag of in de voorgaande of volgende periodes structurele onderbetaling (van meer dan 5%) wordt vastgesteld. Beide partijen hebben zich bereid verklaard om onder leiding van het hof te onderzoeken of een regeling of nadere audit mogelijk is. Het hof gelast een mondelinge behandeling. Tijdens die zitting wordt ook de benoeming van een deskundige behandeld. De zaak wordt verwezen naar de rol. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
2.12. Het hof zal een mondelinge behandeling gelasten om de mogelijkheid van een regeling te onderzoeken, al dan niet beperkt tot afspraken over een te verrichten nadere audit. Het hof acht het aangewezen dat in dat verband op de mondelinge behandeling met het oog op een mogelijke nadere audit in ieder geval de volgende punten aan de orde komen:
a. a) de persoon van een eventueel daartoe door het hof te benoemen deskundige. Het hof geeft partijen alvast mee dat een Nederlandse deskundige de voorkeur heeft;
b) de vragen die aan deze deskundige moeten worden gesteld. Partijen hebben daartoe in hun aktes voorstellen gedaan, maar nog niet op elkaars voorstellen kunnen reageren. Het hof zal hen in de gelegenheid stellen dit bij uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling te nemen akte alsnog te doen;
c) tot welke informatie een te benoemen deskundige toegang moet (kunnen) hebben en hoe dit kan worden gerealiseerd;
d) welke audittools bij een nadere audit zouden moeten (kunnen) worden gehanteerd;
e) op welke wijze(n) de vertrouwelijkheid van bij een nadere audit verkregen (bedrijfsgevoelige) informatie zal kunnen worden gewaarborgd, zoals bijvoorbeeld de door [geïntimeerde] voorgestelde geheimhoudingsovereenkomst voor een te benoemen deskundige.
2.13. Voorts kan de duur van een op de audit gebaseerde nabetalingsplicht worden besproken, alsmede de vraag of een definitieve beslissing op dat punt van de uitleg van de VSO voor het te gelasten onderzoek genomen moet zijn.