Gepubliceerd op donderdag 15 juli 2021
IEF 20087
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
30 jun 2021
Gerecht EU (voorheen GvEA) 30 jun 2021, IEF 20087; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-bio-in-merknamen-heeft-nagenoeg-zelfde-betekenis

Gerecht EU: 'Bio' in merknamen heeft nagenoeg zelfde betekenis

Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20087, IEFbe 3251; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène) Biovène heeft in 2016 de gelijknamige merknaam bij het EUIPO ingeschreven. Eugène Perma is houder van de merknaam Biorene en is van mening dat Biovène inbreuk maakt op haar merknaam. Beide ondernemingen zijn actief in de cosmeticasector. EUIPO heeft vanwege verwarringsgevaar de inschrijving van Biovène afgewezen. Het Gerecht gaat na of er sprake is van vergelijkbare producten en vergelijkbare beeldmerken. Volgens het Gerecht betreft het inderdaad vergelijkbare producten, omdat beide zijn bedoeld voor lichamelijke verzorging en hygiëne. Daarnaast is er geen sprake van producten die voor de gemiddelde consument goed te onderscheiden zijn, onder andere vanwege het feit dat ‘Bio’ in deze context nagenoeg dezelfde betekenis heeft.

51. In casu moet worden vastgesteld dat, ondanks de door verzoekster aangevoerde beperking van de lijst van waren waarop het merk betrekking heeft, zowel de waren waarop het oudere merk als die waarop het aangevraagde merk betrekking heeft, cosmetische producten zijn, aangezien zij hetzelfde doel hebben, namelijk het verzorgen en reinigen van het menselijk lichaam.

72. Ten slotte en in de derde plaats heeft de kamer van beroep begripsmatig geoordeeld dat geen van beide tekens in hun geheel een duidelijke of zichtbare betekenis had voor het relevante publiek. Zij voegde daaraan toe dat, ook al kan het voorvoegsel "bio" in de conflicterende tekens door het grote publiek worden opgevat als een afkorting van de woorden "biologisch" of "biologie", deze inhoud kan worden geacht een zwakke mate van onderscheidend vermogen te bezitten, zodat daaraan niet al te veel gewicht kan worden toegekend. De kamer van beroep concludeerde dat in een dergelijk geval een begripsmatige vergelijking van de tekens niet mogelijk was en dus geen invloed kon hebben op de overeenstemming van deze tekens.