Gepubliceerd op dinsdag 15 september 2015
IEF 15252
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen uitputting kwekersrechten, omdat niet voldaan is aan licentieoverenkomst

Hof Den Haag 15 september 2015, IEF 15252 (Landgoed Scholtenszathe tegen Averis Seeds)
Uitspraak ingezonden door Paul Mazel, Trip Advocaten & Notarissen. Kwekersrecht. Mededingingsrecht. Scholtenszathe heeft de NAK verzocht om keuring van de door haar vermeerderde pootaardappelen die ze door Averis geleverd heeft gekregen. Averis heeft de keuring geweigerd. De Algemene handelsvoorwaarden die Averis expliciet op de levering van toepassing heeft verklaard, zijn onderdeel geworden van de overeenkomst tussen partijen. De kwekersrechten van Averis zijn niet uitgeput. Het niet voldoen aan een voorwaarde in de licentieovereenkomst kan namelijk door Averis worden tegengeworpen (art. 27 lid 2 GKVo en r.o. 40 van het Kanzi-arrest). Ook is er geen sprake van concurrerende ondernemingen, omdat het gaat om een pootgoedhandelaar en teler. Daarnaast houdt art. 4.5 AHV van Averis uitsluitend een opgelegde beperking in ten aanzien van het gebied waarbinnen Scholtenszathe kon vermeerderen tot pootaardappelen. Het is dus geen beperking van de afzet van producten. Het beroep van Scholtenszathe slaagt niet.

4.2. Averis heeft in haar e-mail van 12 april 2013 aan Scholtenszathe haar Algemene Handelsvoorwaarden expliciet op de levering van de bestelde pootaardappelen van toepassing verklaard. Niet bestreden is dat die Algemene Handelsvoorwaarden bij Scholtenszathe bekend waren. Met nadruk heeft Averis de aandacht gevestigd op art. 4.5 AHV en verklaard dat er géén overeenkomst is voor vermeerdering van het te leveren pootgoed als bedoeld in art. 4.5, anders dan onder toezicht van TBM. (...)

4.3. Door Scholtenszathe zijn geen onderbouwde feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan kan worden aangenomen dat ter zake van de vermeerdering van de pootaardappelen door Scholtenszathe, niettegenstaande de uitdrukkelijke vermelding door Averis dat er géén overeenkomst was in de zin van art. 4.5. AHV, toch zo'n overeenkomst zou bestaan. De enkele door Scholtenszathe gestelde wetenschap bij Averis ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst dat Scholtenszathe de pootaardappelen zou vermeerderen is onvoldoende, nu dit onder de gestelde voorwaarde van toezicht door TBM was toegestaan. (...)

4.7. Anders dan Scholtenszathe aanvoert heeft Averis de uitputtingsregel van art. 16 GKVo iet 'weg gecontracteerd'. Zij heeft aan haar toestemming aan Scholtenszathe om te vermeerderen een voorwaarde verbonden - dat dit door toezicht van TBM zou gebeuren - hetgeen haar gelet op art. 13 lid 2 GVKo vrijstond. Nu aan die voorwaarde door Scholtenszathe niet is voldaan, is er sprake van een vermeerdering die aan de uitputting in de weg staat.

4.8. (...) Het niet voldoen aan een voorwaarde in de licentieovereenkomst kan haar door Averis worden tegengeworpen (art. 27 lid 2 GKVo en r.o. 40 van het Kanzi-arrest) en staat aan een beroep op uitputting door Scholtenszathe in de weg.

4.11. De overeenkomst tussen Averis en Scholtenszathe valt binnen de groepsvrijstelling (...).

4.14. Averis en Scholtenszathe kunenn niet - zo is overigens ook in confesso tussen partijen - worden aangemerkt als concurrerende ondernemingen in de zin van de Verordening, nu Averis kweker en pootgoedhandelaar is en Scholtenszathe teler. Zij zijn derhalve niet actief in dezelfde productmarkt, maar in onderscheiden opvolgende productmarkten in de handelsketen. (...)

4.15. (...) De door Averis in art. 4.5 AHV opgelegde beperking, die erop neerkomt dat het Scholtenszathe alleen was toegestaan het geleverde pootgoed te vermeerderen onder toezicht van TBM, houdt uitsluitend een beperking in ten aanzien van het gebied waarbinnen Scholtenszathe kon vermeerderen tot pootaardappelen. Het houdt geen beperking in ten aanzien van de afzet van producten (...)