16 okt 2025
Geen rectificatie van reclasseringsadvies: rechtbank bevestigt beperkte reikwijdte van artikel 16 AVG
Rb. Rotterdam 16 oktober 2025, IT 5010; ECLI:NL:RBROT:2025:12843 ([verzoeker] tegen Inforsa). De Rechtbank Rotterdam heeft het verzoek van een gedetineerde ([verzoeker]) afgewezen om GGZ Reclassering Inforsa (onderdeel van Stichting Arkin) te bevelen passages uit een reclasseringsadvies te rectificeren of te verwijderen. Het Openbaar Ministerie had op 15 april 2025 de beslissing over zijn voorwaardelijke invrijheidstelling met 150 dagen uitgesteld, mede op basis van dit advies. Volgens de rechtbank biedt artikel 16 AVG alleen een recht op correctie van objectief en eenvoudig vaststelbaar onjuiste persoonsgegevens; meningen, indrukken of conclusies vallen daarbuiten. Voor verwijdering geldt de uitzondering van artikel 17 lid 3(b) AVG, omdat Inforsa persoonsgegevens verwerkt uit wettelijke plicht en algemeen belang, namelijk advisering over strafrechtelijke beslissingen. De zorgvuldigheid van het advies zelf staat niet ter beoordeling.
De rechtbank bespreekt vijf onderdelen: (1) de passage “mogelijk eerder in een club in Rotterdam heeft gedrogeerd” is correct overgenomen uit een advies uit 2019 en niet zelfstandig gepresenteerd, dus geen rectificatie; (2) de politiemeldingen die op sepot uitliepen mogen blijven staan wegens Inforsa’s wettelijke taak; (3) de CJIB-brief van 15 april 2025 bewijst niet dat een boete al op 31 januari 2025 (de peildatum) was betaald; (4) de weergave van een telefoongesprek met een gemeentemedewerker kan niet objectief onjuist worden vastgesteld, mede omdat de e-mail van de advocaat ontbreekt; (5) de mededeling dat [verzoeker] niet reageerde vóór publicatie van het advies is feitelijk juist, ook al was er daarna een telefoonstoring. Het verzoek wordt geheel afgewezen. [Verzoeker] wordt veroordeeld tot betaling van €1.737 aan proces- en nakosten binnen 14 dagen (plus €92 bij betekening).
3.9.
[verzoeker] verzoekt de rechtbank om Inforsa te bevelen om een passage in het reclasseringsadvies waarin een gesprek met een medewerkster van de gemeente Capelle aan den IJssel is weergegeven te rectificeren. In die passage staat dat die medewerkster heeft aangegeven dat het haar heeft verbaasd dat de woonlasten van [verzoeker] zijn doorbetaald en dat [verzoeker] eerder in beeld is geweest voor woningontruiming wegens achterstallige huurbetaling. [verzoeker] heeft een e-mail van de betreffende medewerkster van de gemeente waarin zij schrijft dat haar verbazing op een andere manier is verwoord dan zij oorspronkelijk heeft bedoeld. Volgens [verzoeker] blijkt hieruit dat bewoordingen van ambtenaren worden verdraaid om hem in een negatief daglicht te stellen.
3.10.
Rectificatie op grond van artikel 16 van de AVG is alleen aan de orde als de gestelde onjuistheid objectief en eenvoudig kan worden vastgesteld. In dit geval kan op basis van de overgelegde stukken niet worden vastgesteld wat er precies is besproken in het telefoongesprek tussen de reclassering en de medewerkster van de gemeente Capelle aan den IJssel. Daarom kan niet eenvoudig en objectief worden vastgesteld dat de weergave van dat gesprek in het reclasseringsrapport onjuist is. Daar komt nog bij dat wel een e-mail van de medewerkster van de gemeente Capelle aan den IJssel is overgelegd maar niet de e-mail van de advocaat van [verzoeker] waarop zij reageert. Daardoor is onbekend welke vraag er is gesteld en of daarmee, al dan niet onbedoeld, een zekere sturing is gegeven.