Gepubliceerd op dinsdag 28 januari 2020
IEF 18978
Rechtbank Oost-Brabant ||
27 jan 2020
Rechtbank Oost-Brabant 27 jan 2020, IEF 18978; ECLI:NL:RBOBR:2020:538 (inbreuk handelsnaamrecht), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-handelsnaamrecht

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Geen inbreuk op handelsnaamrecht

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 27 januari 2020, IEF 18978; ECLI:NL:RBOBR:2020:538 (inbreuk handelsnaamrecht) Eiser is een consultancy onderneming op het gebied van technology en het ter beschikking stellen van personeel, en tevens eiser in het geding. Eiser stelt dat gedaagde, een onderneming die later is opgericht, inbreuk maakt op haar handelsnaamrecht. Er wordt geoordeeld dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat er sprake is van verwarringsgevaar tussen de beide ondernemingen. Daarbij is onder meer van belang dat beide namen in visueel opzicht in sterke mate van elkaar verschillen, met name de spelling en het aantal woorden spelen hierbij een rol.

4.4 Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of sprake is van verwarringsgevaar tussen de beide ondernemingen. Die vraag wordt ontkennend beantwoord. Daarbij is van belang dat de beide namen in visueel opzicht in sterke mate van elkaar verschillen. Zo zal het verschil in schrijfwijze van beide namen, waarbij het feit dat “ [eiseres] ” met alleen hoofdletters wordt geschreven en ‘ [y] ’ als het Engelse woord voor “wegen, manieren” het meest in het oog springen, een normaal oplettend publiek, dat de betreffende bedrijven via Internet (schriftelijk) benadert, ongetwijfeld niet ontgaan.

“ [gedaagde] ” bestaat bovendien uit twee woorden, welke woorden als louter beschrijvend kunnen worden aangemerkt, te weten “aan elkaar verbinden” en “wegen, manieren”, terwijl de naam “ [eiseres] ” staat voor de afkorting: [volledige naam eiseres] . Ook begripsmatig is dus sprake van grote verschillen tussen de beide handelsnamen.

4.5. Dat de bedrijven het tevens moeten hebben van ‘mond-tot-mond’ reclame en de fonetische overeenstemming van de woorden “ [eiseres] ” en “ [y] ” alleen al tot de gestelde verwarring kan leiden is, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door [gedaagde] , onvoldoende aannemelijk geworden. Ook als moet worden aangenomen dat [eiseres] op dezelfde wijze wordt uitgesproken als “ [y] ” ( [eiseres] heeft dit onder meer door de haar ter zitting getoonde Youtube reclamefilmpjes voldoende aannemelijk gemaakt) biedt dit op zichzelf, naast hetgeen hiervoor onder r.o. 4.4. is overwogen, onvoldoende grond voor het oordeel dat sprake is van verwarringsgevaar. Van belang daarvoor is dat “ [y] ” niet los kan worden gelezen van het woord “ [a] ” en in die samenstelling een geheel andere betekenis toekomt dan “ [eiseres] ”. De mogelijke auditieve overlap van (een deel) van de beide handelsnamen weegt niet op tegen de hiervoor omschreven (visuele) verschillen.