Gepubliceerd op vrijdag 26 juni 2020
IEF 19297
Rechtbank Noord-Holland ||
19 jun 2020
Rechtbank Noord-Holland 19 jun 2020, IEF 19297; ECLI:NL:RBNHO:2020:4409 (Eiser tegen Optima Formula), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-beschrijvende-merknaam-cbn

Geen inbreuk op beschrijvende merknaam CBN

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 19 juni 2020, IEF 19297; ECLI:NL:RBNHO:2020:4409 (Eiser tegen Optima Formula) Kort geding. Uniemerk. Eiser is ontwikkelaar van voedingssupplementen op basis van hennep. Op 17 oktober 2019 registreerde zij het Uniewoordmerk ‘CBN’ in de klassen 5 (o.a. voedingssupplementen en farmaceutische producten) en 29 (o.a. eetbare oliën en vetten). Optima Formula is een onderneming in de productie en verkoop van ‘cannabinoïden producten’ en overige voedingssupplementen en medicijnen, waaronder ‘Optima CBN olie’. Eiser stelt dat Optima Formula inbreuk maakt op haar merkrecht en vordert een veroordeling van Optima Formula om met onmiddellijke ingang elk gebruik van de naam CBN, dan wel een andere naam met daarin de aanduiding CBN te staken en gestaakt te houden. De vordering wordt afgewezen. Er is geen sprake van merkinbreuk. De samengestelde productaanduiding ‘Optima CBN Olie’ komt slechts ten dele overeen met het Uniemerk CBN. De aanduiding CBN is tevens de naam van de werkzame stof die (beide) partijen op (de verpakking van) hun producten moeten opnemen.

De aanduiding CBN maakt in zijn geheel onderdeel uit van het langere teken ‘Optima CBN Olie’. Aldus verschillen merk en teken zowel visueel als auditief aanzienlijk. Slechts begripsmatig is er sprake van overeenstemming, nu de producten van [eiser] en Optima Formula beide CBN-olie betreffen. Die begripsmatige overeenstemming is ingegeven door het in beide producten aanwezige hoofdbestanddeel: de cannabinoïde Cannabinol, zijnde een van de werkzame stoffen uit de cannabisplant. Op basis van de stellingen van partijen ter zitting, en met name op basis van de door Optima Formula overgelegde producties, acht de voorzieningenrechter het voorshands voldoende aannemelijk dat de reguliere en internationaal gevoerde afkorting van de werkzame stof Cannabinol ‘CBN’ is.
4.9.

De voorzieningenrechter stelt vast dat de producten die door Optima Formula worden verhandeld steeds worden aangeduid als ‘Optima’ gevolgd door de naam van het desbetreffende product c.q. het werkzame bestanddeel. Zo wordt het product dat onderwerp is van de onderhavige procedure aangeduid als ‘Optima CBN Olie’. Voor zover Optima Formula het teken ‘CBN’ gebruikt, vindt dat gebruik dus plaats als (deel van) de aanduiding waaronder het product in het verkeer wordt gebracht. Optima Formula heeft onweersproken aangevoerd dat hij op grond van de Warenwet verplicht is alle ingrediënten en werkzame stoffen op (de verpakking van) zijn producten te vermelden (hetgeen overigens ook voor [eiser] geldt). Dat is dat ook precies wat zij met het gebruik van de aanduiding CBN doet. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter moet de aanduiding CBN voor producten die de werkzame stof Cannabinol (CBN) bevatten daarom louter beschrijvend worden geacht. Dat brengt mee dat de merknaam CBN slechts een beperkt onderscheidend vermogen heeft, en dat daaraan dientengevolge slechts een geringe beschermingsomvang toekomt.
4.10.

Van verwarring is te minder sprake waar [eiser] blijkens zijn eigen website www.specialgoldcbn.nl – waarnaar hij ter zitting heeft verwezen – het merk zelf in de praktijk ook niet voert als ‘CBN’, maar als ‘Special Gold CBN’, dan wel ‘Special Gold CBD Full Spectrum’, onder verwijzing naar zijn product als ‘Natuurzuivere Cannabinol (CBN) olie’. Op diezelfde website wordt bovendien vermeld dat Cannabinol wordt afgekort tot CBN. Daar komt bij dat de visuele presentatie van de producten waarbinnen de betrokken aanduidingen figureren aanzienlijk verschilt.
4.11.

Gelet op de beperkte mate van begripsmatige overeenstemming tussen merk en teken en de zeer geringe beschermingsomvang, in combinatie met het feit dat beide partijen de benaming ‘CBN’ in hun product gebruiken ter (wettelijk verplichte) aanduiding van het werkbare bestanddeel daarvan, is de voorzieningenrechter van oordeel dat geen sprake is van verwarringsgevaar. Van inbreuk op het Uniemerk van [eiser] is daarom geen sprake.