Gepubliceerd op maandag 23 januari 2023
IEF 21189
Hof Den Haag ||
31 mei 2022
Hof Den Haag 31 mei 2022, IEF 21189; ecli:NL:GHDHA:2022:2748 (Sonos tegen Google ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-belang-bij-hoger-beroep

Geen belang bij hoger beroep

Gerechtshof Den Haag 31 mei 2022, IEF 21189; ECLI:NL:GHDHA:2022:2748 (Sonos tegen Google) Google heeft Sonos gedagvaard en gevorderd een verbod tegen inbreuk op buitenlandse delen van Europees octrooi 1 579 621. Sonos heeft een onbevoegdheidsverweer gevoerd omdat Google zich niet beroept op een Nederlands deel van het octrooi. De rechtbank Den Haag verwijst de zaak naar de rechtbank Midden-Nederland, waar Sonos wenst dat de procedure op grond van reguliere procesreglement plaatsvindt in plaats van het VRO-regime. Sonos heeft geen belang meer bij haar hoger beroep tegen het Onbevoegdheidsvonnis omdat de vorderingen van Google zijn afgewezen en het procederen onder het VRO-regime niet meer ongedaan kan worden gemaakt en ook in verband met de proceskosten voor Sonos. Daarom zal Sonos niet-ontvankelijk worden verklaard in haar hoger beroep.

8. In het licht van het eindvonnis van de rechtbank Midden-Nederland valt niet in te zien welk belang Sonos nu nog heeft bij haar hoger beroep tegen het Onbevoegdheidsvonnis. Dat zij bij de rechtbank Midden-Nederland heeft moeten voortprocederen op basis van het VRO, hetgeen de kern van haar bezwaren tegen het Onbevoegdheidsvonnis vormt, heeft voor haar niet tot nadelige gevolgen geleid – de vorderingen van Google zijn immers afgewezen – en kan ook niet meer ongedaan gemaakt worden nu het hof dat over dat eindvonnis zal oordelen (het hof Arnhem-Leeuwarden) vanwege de devolutieve werking niet zal kunnen terugverwijzen naar de rechtbank Midden-Nederland om de zaak alsnog buiten het VRO om te behandelen. In de punten 24, 39 en 46 AD heeft Sonos ook zelf te kennen gegeven dat door hoger beroep tegen het eindvonnis het procederen onder het VRO-regime niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Omdat de in het eindvonnis van de rechtbank Midden-Nederland uitgesproken proceskostenveroordeling blijkens het onder 7 bij c) weergegeven citaat ook de proceskosten van de behandeling van het bevoegdheidsincident bij de rechtbank Den Haag omvat, bestaat ook in verband met de proceskosten voor Sonos geen belang meer bij het hoger beroep tegen het Onbevoegdheidsvonnis. Sonos zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in haar hoger beroep.

9. Dit neemt overigens niet weg dat het standpunt van Sonos (zie de rovv. 2 en 6), dat de verwijzende rechtbank Den Haag niet de bevoegdheid had om de bevoegde rechtbank Midden-Nederland een procesrechtelijk regime op te leggen (het VRO) dat die rechtbank niet kent, juist is. De bevoegde rechtbank dient de zaak op basis van het voor haar geldende procesreglement te beslissen, en het is aan die rechtbank om te bezien of binnen dat reglement ruimte bestaat voor toepassing van een specifieke regeling als het VRO. Vanuit dit oogpunt bestond er voor Sonos dus wel aanleiding om in hoger beroep te komen van het Onbevoegdheidsvonnis waarin de verwijzende rechtbank de bevoegde rechtbank voorschreef althans aanspoorde om het VRO toe te passen.