Gepubliceerd op vrijdag 4 mei 2018
IEF 17685
Rechtbank Amsterdam ||
16 apr 2018
Rechtbank Amsterdam 16 apr 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-aantasting-van-de-nagedachtenis-van-betrokkene-met-bnn-vara-documentaire-over-stalking

Geen aantasting van de nagedachtenis van betrokkene met BNN-VARA-documentaire over stalking

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 april 2018, IEF 17685; ECLI:NL:RBAMS:2018:2955 (eiseres tegen Halal Docs en BNN-Vara) Onrechtmatige perspublicatie. Verbod uitzending (deel) documentaire. Aantasting van de nagedachtenis van betrokkene. Halal Docs heeft een documentaire gemaakt over wijlen betrokkene die door de strafrechter is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor stalking. Eiseres, moeder van de overleden man, vindt dat haar zoon eenzijdig negatief in beeld wordt gebracht en vordert verwijdering van de beelden van de arrestatie; de beelden waarin de suggestie ligt dat hij X zal vermoorden; de beelden die zonder toestemming van de familie op de uitvaart zijn gemaakt; en de beelden waarin portretrecht wordt geschonden. Van aantasting in de persoon of schaden eer of goede naam van moeder is onvoldoende gebleken. Betrokkene heeft kennelijk op enig moment ingestemd met het opnemen van bewegende beelden van hem ten behoeve van de film. De arrestatiescène stelt betrokkenen niet ten onrechte in een negatief daglicht. De afweging tussen de belangen van betrokkene, ware hij nog in leven geweest, en die van Halal Docs c.s. leidt ertoe dat een beperking van de uitingsvrijheid niet gerechtvaardigd zou zijn geweest (ex artikel 6:106, eerste lid, onder c BW). Daaruit volgt dat eiseres zich niet op die grond kan verzetten tegen de uitzending.

4.6. In de film komt [betrokkene] onder meer in beeld op een tattooconferentie, waarbij hij over zichzelf en zijn relatie met [naam 4] vertelt. Ook zijn [betrokkene] en [naam 4] samen in beeld terwijl ze over hun relatie vertellen. Zij zijn daar op dat moment positief over en hoopvol gestemd. De voorzieningenrechter stelt voorop dat [betrokkene] , zoals Halal Docs c.s. heeft aangevoerd en ook afdoende uit deze beelden blijkt, kennelijk op enig moment heeft ingestemd met het opnemen van bewegende beelden van hem ten behoeve van de film. Van schending van zijn portretrecht is dus voorshands niet gebleken.

4.8. De door [naam 4] en haar dochter(s) in diezelfde scène gewekte suggestie dat [betrokkene] [naam 4] een keer bijna had vermoord of zou willen vermoorden, moet gezien worden in de context waarin die uitlatingen zijn gedaan: de opmerkingen zijn niet zeer expliciet en uit de beelden blijkt duidelijk dat [naam 4] en haar dochter(s) geëmotioneerd waren door de situatie waarin zij zich op dat moment bevonden, zodat hun uitlatingen niet onnodig grievend of beschuldigend zijn. Daarnaast tonen de beelden ook hier uitsluitend een weergave van de feiten, zonder dat de uitingen van [naam 4] en haar dochter(s) door de makers van de film op enige wijze worden bekrachtigd en zonder dat een onnodig negatieve sfeer of beeldvorming wordt gecreëerd van [betrokkene] in zijn relatie tot [naam 4] .

4.9. In de film zeggen [naam 4] en haar dochters een aantal keer dat [betrokkene] [naam 4] ’s eigendommen heeft vernield en haar stalkte. Dit kan Halal Docs c.s. evenmin worden tegengeworpen; ook hier geeft de film slechts een weergave van de uitlatingen van [naam 4] en haar dochters, terwijl deze verdenkingen voldoende steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal: immers staat vast dat [betrokkene] is veroordeeld voor onder andere stalking van [naam 4] , waarbij zij een schadevergoeding van € 4.000,00 toegekend heeft gekregen, en heeft Halal Docs c.s. onweersproken aangevoerd dat zij kennis heeft genomen van foto’s waarop vernielde goederen van [naam 4] te zien zijn. De film begint ook met beelden van [naam 4] bij haar volledig vernielde auto.

4.10. Tot slot wordt meegewogen dat, zoals Halal Docs c.s. heeft aangevoerd, de beelden van [betrokkene] in de film een duidelijk doel hebben bij het vertellen van [naam 4] ’s levensverhaal en daar onlosmakelijk onderdeel van zijn. [naam 4] noemt [betrokkene] in de film ondanks alles de liefde van haar leven. Al met al heeft Halal Docs c.s. in de film een afgewogen weergave gegeven van het leven van [naam 4] en haar relatie met [betrokkene] , zonder dat deze weergave eenzijdig negatief of onnodig kwetsend is.

4.11. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de afweging tussen de belangen van [betrokkene] , ware hij nog in leven geweest, en die van Halal Docs c.s. ertoe leidt dat een beperking van de uitingsvrijheid van Halal Docs c.s. in dit geval niet gerechtvaardigd zou zijn geweest. Uitzending van de film zou dus tegenover [betrokkene] niet onrechtmatig zijn, zodat aan één van de vereisten van artikel 6:106, eerste lid, onder c, BW niet is voldaan. Daaruit volgt dat [eiseres] zich op die grond dan ook niet met succes kan verzetten tegen de uitzending.

Aantasting in de persoon of schaden eer of goede naam van [eiseres]
4.13. Voor zover [eiseres] haar vordering heeft willen baseren op het zijn geschaad van haar eigen eer of goede naam of aantasting op andere wijze in haar persoon of die van de kinderen van [betrokkene] , geldt dat daarvan voorshands ook onvoldoende is gebleken. Daarbij is van belang dat uit de film niet kan worden afgeleid hoe de volledige voornaam of achternaam van [betrokkene] luidt, zodat een connectie met [eiseres] of de kinderen van [betrokkene] voor het grote publiek niet te maken is. Ook wordt nergens op enige wijze gerefereerd aan [eiseres] of de kinderen van [betrokkene] . Bovendien toont de film – met uitzondering van de beelden van de uitvaart – geen aspecten uit hun privéleven. In de kring van mensen die [betrokkene] met [eiseres] of met de kinderen van [betrokkene] in verband kunnen brengen – familie, vrienden en kennissen – kunnen personen zijn die door het zien van de film ermee bekend raken dat de overleden zoon van [eiseres] en vader van de kinderen zich gewelddadig en bedreigend heeft gedragen naar zijn toenmalige vriendin. Het is goed voorstelbaar dat dit een ongewenste inbreuk vormt op het privéleven van [eiseres] en de kinderen van [betrokkene] en dat de uitzending pijnlijk en verdrietig is voor hen, maar hun belang om hiertegen beschermd te worden weegt niet op tegen het belang van Halal Docs c.s. om met de film een bijdrage te kunnen leveren aan het maatschappelijke debat over stalking en geweld binnen relaties. Uiteindelijk is het vooral het gedrag van [betrokkene] dat het meest pijnlijk is. Dit is in de film voldoende zorgvuldig in beeld gebracht.