Gepubliceerd op maandag 17 april 2006
IEF 10469
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Flex/Flexi Air

HvJ EG 27 april 2006, zaak C-235/05 P (L’Oréal tegen OHIM/Revlon; inzake Flex/Flexi Air)

(verwarring)

Revlon stelde een oppositie in tegen het woordmerk ‘Flexi Air’ van L’Oreal voor haarverzorgingsproducten op grond van haar woordmerk ‘Flex’.

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 16 maart 2005, L'Oréal / BHIM (T-112/03) houdende verwerping van het door de aanvrager van het communautaire woordmerk "FLEXI AIR" voor waren van klasse 3 ingestelde beroep tot vernietiging van beslissing R 0396/2001-4 van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 15 januari 2003 waarbij het beroep werd verworpen tegen de weigering van de oppositieafdeling om dit merk in te schrijven in het kader van de oppositieprocedure ingesteld door de houder van de nationale woordmerken "FLEX" voor waren van de klassen 3 en 34.

Het Gerecht van Eerste Aanleg oordeelde dat er gevaar voor verwarring bestond, ondanks het zwakke onderscheidend vermogen van het oudere merk.

Het HvJ EG bevestigde dat het moet gaan om een globale beoordeling van de totaalindrukken.