Gepubliceerd op vrijdag 27 januari 2023
IEF 21198
Rechtbank Den Haag ||
20 jan 2023
Rechtbank Den Haag 20 jan 2023, IEF 21198; ecli:NL:RBDHA:2023:547 (OBO tegen Kubus), https://www.ie-forum.nl/artikelen/eis-tot-zekerheidstelling

Eis tot zekerheidstelling

Rechtbank Den Haag 20 januari 2023, IEF 21198; ECLI:NL:RBDHA:2023:547 (OBO tegen Kubus) In kort geding vordert OBO dat het Kubus verboden wordt inbreuk te maken op het geregistreerde Gemeenschapsmodel. OBO legt aan deze vorderingen ten grondslag dat Kubus inbreuk maakt op het model. Kubus vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis OBO beveelt om overeenkomstig artikel 224 Rv zekerheid te stellen ter hoogte van € 26.676,-. OBO is een partij zonder woon- of verblijfplaats in Nederland en is daarom volgens artikel 224 lid 1 Rv verplicht zekerheid te stellen. De voorzieningenrechter beslist dat OBO zekerheid moet stellen van €26.676,- en geeft OBO de keuze tussen persoonlijke of zakelijke zekerheid, waarbij de aangeboden zekerheid zodanig moet zijn dat de vordering behoorlijk gedekt is en dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen. OBO biedt aan zekerheid te stellen door middel van het storten van een bedrag op een derdengeldenrekening en Kubus stemt hiermee in onder de voorwaarde dat er bewijs wordt geleverd van deze storting.

4.5. De voorzieningenrechter overweegt op dit punt als volgt. Op dit moment is het verweer van Kubus nog niet (volledig) bekend. De voorzieningenrechter acht het om die reden niet wenselijk om op dit moment al vooruit te lopen op een beoordeling van de in deze procedure redelijk en evenredig te achten proceskosten. Gelet op de kosten die op dit moment al door Kubus zijn gemaakt en de verwachting dat deze kosten bij het voeren van verweer nog zullen oplopen, acht de voorzieningenrechter een zekerheidstelling van de (primair) gevorderde € 26.676,- aangewezen.

4.6. Op grond van artikel 6:51 BW3 heeft degene die verplicht is tot het stellen van zekerheid de keuze tussen persoonlijke en zakelijke zekerheid. De aangeboden zekerheid moet wel zodanig zijn, dat de vordering behoorlijk gedekt is en dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen. Kubus heeft gevorderd dat de zekerheid gesteld wordt door middel van een bankgarantie dan wel door het bedrag te storten op de derdengeldrekening van de advocaat van OBO. OBO heeft aangeboden zekerheid te stellen door middel van het storten van een bedrag op de derdengeldenrekening van haar advocaat, te weten van de Stichting Derdengelden LXA. Kubus heeft in haar bericht van 15 januari 2023 te kennen gegeven met deze wijze van zekerheidstelling in te kunnen stemmen, onder de voorwaarde dat bewijs van deze storting in de vorm van een kopie van een bankafschrift waaruit deze storting blijkt en een rechtsgeldige verklaring van het bestuur van die stichting dat het bedrag ten behoeve van Kubus in bewaring gehouden zal worden en dat het volledige bedrag, zonder enige verrekening of aftrek van kosten, op eerste verzoek van Kubus aan Kubus zal worden betaald volgend op een daartoe strekkend vonnis van de voorzieningenrechter in de lopende procedure in kort geding. 

KubusOBO heeft in haar bericht van 16 januari 2023 toegezegd het bewijs van storting en de verklaring van de stichting over te leggen.

4.8. Gelet op het voorgaande, zal de gevorderde zekerheidstelling op na te melden wijze worden toegewezen. De termijn waarbinnen zekerheid moet worden gesteld, zal overeenkomstig de vordering worden bepaald, omdat OBO daar geen verweer tegen heeft gevoerd. Indien niet (tijdig) zekerheid wordt gesteld zal de voorzieningenrechter de behandeling van het kort geding aanhouden. Overeenkomstig de vordering, zal nu al worden bepaald dat de mondelinge behandeling van vrijdag 27 januari 2023 bij gebrek aan (tijdige) zekerheidstelling geen doorgang zal vinden. De beslissing omtrent het verdere verloop van de hoofdzaak en de ontvankelijkheid van OBO in haar vorderingen in de hoofdzaak in het geval zekerheid niet (tijdig) wordt gesteld, wordt aangehouden.