Gepubliceerd op maandag 11 oktober 2021
IEF 20235
Rechtbank Oost-Brabant ||
7 okt 2021
Rechtbank Oost-Brabant 7 okt 2021, IEF 20235; (FrieslandCampina tegen Van Loon Group), https://www.ie-forum.nl/artikelen/doorverwijzing-na-wijziging-grondslag-voor-inzagevordering

Uitspraak ingezonden door Karlijn van Laar, TaylorWessing.

Doorverwijzing na wijziging grondslag voor inzagevordering

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 7 oktober 2021, IEF 20235; C/01/373700 (FrieslandCampina tegen Van Loon Group) Kort geding. FrieslandCampina vermoedt dat Van Loon Group inbreuk heeft gemaakt op haar bedrijfsgeheimen en een wanprestatie onder de NDA heeft gepleegd. Voor de voorzieningenrechter wordt gevorderd dat zij inzage krijgt in afschriften van de door de deurwaarder opgemaakte gedetailleerde beschrijvingen die betrekking hebben op deze inbreuk. Na de per 1 augustus jl. inwerking getreden wijziging van art. 80 lid 2 ROW komt de rechtbank Den Haag op grond van het toegevoegde sub c van genoemd artikel een exclusieve bevoegdheid toe ten aanzien van onder meer een inzagevordering die verband houdt met de handhaving van een octrooi.

Na het indienen van een eiswijziging heeft FrieslandCampina Van Loon Group ook gedagvaard in een kort geding bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag. Het door Van Loon Group ingestelde en gehandhaafde verzoek tot onbevoegdheidsverklaring als reactie hierop wordt door de rechtbank Oost-Brabant afgewezen. De vordering is uitsluitend gebaseerd op de veronderstelde schending van bedrijfsgeheimen en overtreding van een NDA. Bij de voorzieningenrechter in Den Haag is de vordering gebaseerd op een drietal grondslagen, waaronder octrooi-inbreuk. Desalniettemin ziet de voorzieningenrechter reden de zaak door te verwijzen naar de Rechtbank Den Haag, nu FrieslandCampina de zaak daar reeds aanhangig heeft gemaakt. De zaak wordt op grond van artikel 220 lid 1 Rv wegens verknochtheid doorverwezen.

3.2. Als gevolg van de door FrieslandCampina gewijzigde grondslag van haar inzagevordering is het door Van Loon Group aan haar vordering tot onbevoegdverklaring ten grondslag gelegde beletsel om kennis te nemen van de inzagevordering komen te vervallen. De voorzieningenrechter acht zich bevoegd om kennis te nemen van de inzage- en afgiftevordering ex artikel 843a Rv, nu deze vordering thans uitsluitend nog wordt gestoeld op veronderstelde schending van bedrijfsgeheimen en overtreding van een NDA, een vordering waarover de voorzieningenrechter van deze rechtbank op grond van de commune bevoegdheidsregels bevoegd is te oordelen. Het enkele feit dat sprake is van een grote mate van verknochtheid met de - inmiddels - in Den Haag aanhangig gemaakte zaak leidt, anders dan Van Loon Group heeft betoogd, niet tot onbevoegdheid van deze voorzieningenrechter. De vordering tot inzage zoals deze thans voorligt is op zichzelf immers - ook zonder daarbij octrooirechtelijke aspecten of aanspraken uit hoofde van (niet langer in deze procedure gestelde) octrooirechten te betrekken- te beoordelen op basis van de daarvoor aangedragen grondslagen. Het door Van Loon Group ingestelde en gehandhaafde verzoek tot onbevoegdheidsverklaring wordt dan ook afgewezen. Nu de vordering tot onbevoegdverklaring gedaan is toen de vordering van FrieslandCampina nog (mede) gebaseerd was op gestelde inbreuken op een tweetal octrooien en FrieslandCampina in reactie op deze vordering tot onbevoegdverklaring de octrooigrondslag voor haar onderhavige inzagevordering heeft laten varen bestaat aanleiding om de kosten van dit incident te compenseren aldus dat partijen de eigen kosten daarvan dragen.