Gepubliceerd op vrijdag 28 maart 2014
IEF 13697
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

De Telegraaf mag eigen (wervende) bewoordingen kiezen voor koppen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 28 maart 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:1518 (eiser tegen TMG Landelijke Media)
De Telegraaf hoeft twee artikelen die zijn gepubliceerd over eiser niet te rectificeren. De aanduiding "tientallen aangiften" komt weliswaar overdreven voor, maar een nieuwsmedium als De Telegraaf mag zijn eigen (wervende) bewoordingen kiezen. Het zal de gemiddelde lezer de nuance ontgaan die bestaat tussen "verdacht van..." en "strafrechtelijk onderzoek ingesteld tegen". Eiser is nu eenmaal lid van een bekende advocatenfamilie die - mede gezien het verleden en gezien het feit dat hij onlangs zelf met zijn boek de publiciteit heeft opgezocht - blootstaat aan belangstelling van de pers.

3.2. (...) [eiser] heeft De Telegraaf desgevraagd laten weten dat het hem niet bekend is dat hij van strafbare feiten wordt verdacht. Ook is hij nimmer in een civiele zaak betrokken geweest vanwege beweerde oplichtingspraktijken. Naar aanleiding van de publicaties in De Telegraaf heeft [eiser] zich tot het Openbaar Ministerie gewend met het verzoek hem een afschrift van het strafdossier te verstrekken. Het Openbaar Ministerie heeft hem vervolgens medegedeeld (zie 2.6) dat hij geen verdachte is omdat er geen redelijk vermoeden van schuld is. Door desalniettemin te vermelden dat [eiser] verdacht wordt van fraude, in plaats van te vermelden dat slechts sprake is van aangiften tegen [eiser], heeft De Telegraaf onrechtmatig gehandeld. Het recht van De Telegraaf op vrije meningsuiting dient in dit geval te wijken voor de bescherming van de eer en goede naam van [eiser]. De ernstige beschuldiging aan het adres van [eiser] dat hij fraudeverdachte is, is immers niet op de feiten gebaseerd. [eiser] ontkent met klem dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan fraude. Hooguit is sprake van geschillen over de hoogte van een declaratie, maar dit wijst niet op fraude of oplichting. Bovendien bestrijdt [eiser] met klem dat sprake zou zijn van “tientallen aangiften”, zoals vermeld in het artikel van 21 februari 2014. Hierbij lijkt sensatiezucht bij De Telegraaf vóór waarheidsvinding te gaan. Weliswaar is sprake van aangiften, maar het aantal hiervan is onbekend. Wat het lot van deze aangiften zal zijn, is op dit moment eveneens onbekend omdat het Openbaar Ministerie zijn onderzoek hiernaar nog niet heeft afgerond. De Telegraaf maakt daarnaast in de artikelen ten onrechte gebruik van de term gedupeerden. Deze term wekt de onjuiste suggestie dat [eiser] reeds is veroordeeld. Het staat ook geenszins vast dat de aangevers zijn gedupeerd. Tot slot bestrijdt [eiser] dat hij zich voordoet als advocaat om op die wijze cliënten voor zich te winnen.
[eiser] heeft als gevolg van de publicaties schade geleden omdat potentiële cliënten van de onderneming waarvoor hij werkzaam is hun vertrouwen in hem zullen verliezen. Ook de verkoop van zijn boek “De Straatvechter” is sinds de publicaties in De Telegraaf drastisch teruggelopen, hetgeen blijkt uit een verklaring van zijn uitgever. Daarnaast heeft [eiser] als gevolg van de publicaties immateriële schade geleden, hetgeen onder meer blijkt uit een verklaring van zijn partner. De hoogte van de uiteindelijk geleden schade zal de hoogte van het gevorderde voorschot ver overtreffen, aldus [eiser].

"Verdachte"
4.4. Blijkens de kop van het artikel van 20 februari 2014 heeft De Telegraaf [eiser] echter als “fraudeverdachte” aangemerkt. In het artikel zelf zijn voorts de zinsnedes “wordt verdacht van oplichting” en “de verdenking aan het adres van [eiser]” opgenomen. [eiser] moet worden toegegeven dat de door De Telegraaf gebezigde terminologie in formeel juridische zin onjuist is. Vaststaat immers dat [eiser] (nog) geen verdachte is in de zin van artikel 27 Sv; er is slechts een strafrechtelijk onderzoek tegen hem ingesteld.

"Tientallen aangiften"
4.5. [eiser] heeft voorts bezwaar gemaakt tegen de bewoordingen “Tientallen aangiften tegen [eiser]”, zoals de kop van het artikel van
21 februari 2014 luidt. Volgens [eiser] staat dit niet, althans onvoldoende vast. De Telegraaf heeft hiertegen aangevoerd dat zij heeft gesproken met de advocaat [advocaat 2], die naar eigen zeggen 20 tot 25 mensen bijstaat die beweren door [eiser] gedupeerd te zijn. Volgens een verklaring van diezelfde advocaat, opgenomen in een artikel in het Algemeen Dagblad van 20 februari 2014, hebben zich zo’n 20 mensen gemeld bij het Openbaar Ministerie. Voorts heeft De Telegraaf zich erop beroepen dat het Openbaar Ministerie zelf naar buiten heeft gebracht dat sprake is van “meerdere aangiften”. Tegen deze achtergrond is de voorzieningenrechter van oordeel dat de aanduiding “Tientallen aangiften” weliswaar overdreven voorkomt, maar ook hier geldt dat de kop van een artikel als een pakkende samenvatting dient en dat het een nieuwsmedium als De Telegraaf tot op zekere hoogte vrijstaat zijn eigen (wervende) bewoordingen te kiezen.

gedupeerden
4.7. Terugkomend op de drie onder 4.3 genoemde omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat de door De Telegraaf gebruikte bewoordingen voldoende steun vinden in het op het moment van de publicaties beschikbare feitenmateriaal. Dat de bewoordingen “verdachte” en “verdenking” in formeel juridische zin onjuist zijn is een nuance die – gezien hetgeen onder 4.4 is overwogen – hoe dan ook te gering is om hieraan gevolgtrekkingen te verbinden. Ook de bewoordingen “tientallen aangiften” vinden – enige toegelaten overdrijving daargelaten – voorshands voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. De Telegraaf heeft hier op de beweringen van advocaat [advocaat 2] mogen afgaan. De bewoordingen “gedupeerden” en “gedupeerde klanten” vinden – gezien hetgeen onder 4.6 is overwogen – eveneens steun in het beschikbare feitenmateriaal.

4.11. Tot slot geldt dat ook het verwijt van [eiser] dat in het artikel van 21 februari 2014 (ten onrechte) wordt vermeld dat hij misbruik maakt van zijn bekende achternaam en zich ten opzichte van sommige cliënten voordoet als advocaat (terwijl hij dat niet meer is) onvoldoende gewicht in de schaal legt. Hier geldt dat advocaat [advocaat 2] is geciteerd en dat De Telegraaf – mede door het plaatsen van aanhalingstekens – voldoende afstand heeft gehouden van deze beschuldiging.