Gepubliceerd op woensdag 10 november 2004
IEF 6
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Databanken / HvJ

Persbericht HvJ 9 november 2004: Fixtures Arresten van het Hof van Justitie in de zaken C-46/02, C-203/02, C-338/02 en C-444/02. Fixtures Marketing Ltd / Oy Veikkaus Ab, The British Horseracing Board Ltd e.a. / William Hill Organization Ltd, Fixtures Marketing Ltd / Svenska Spel AB, Fixtures Marketing Ltd / Organismos prognostikon agonon podosfairou AE (OPAP)

Noch de verkrijging, noch de controle of de presentatie van de inhoud van een kalender voor voetbalwedstrijden of paardenrennen getuigt van een substantiele investering die moet worden beschermd tegen gebruik van gegevens door derden

Het begrip substantiële investering dat bepalend is voor de bescherming van de fabrikant van een databank tegen het zonder toestemming verveelvoudigen en onder het publiek verspreiden van gegevens, omvat slechts het opzoeken, verzamelen, controleren en presenteren van bestaande gegevens en niet de middelen die zijn gebruikt voor het creëren van de gegevens die tezamen de databank vormen

De vier arresten hebben betrekking op de richtlijn betreffende de rechtsbescherming van databanken  en, meer in het bijzonder, op de reikwijdte van de bescherming met betrekking tot databanken met gegevens over sportwedstrijden (voetbal en paardensport) . Fixtures Marketing en de British Horseracing Board (BHB) hebben zich beklaagd over het feit dat andere ondernemingen inbreuk hebben gemaakt op de rechten ter zake van deze databanken.

De vennootschap Fixtures Marketing verkoopt buiten Groot-Brittannië voor de liga's beroepsvoetbal licenties voor het gebruik van kalenders voor de Engelse en Schotse voetbalwedstrijden van de hogere divisies. De lijsten met wedstrijden (ongeveer 2 000 per seizoen) worden voor het begin van elk seizoen door de organisatoren van de kampioenschappen opgesteld. Zij worden elektronisch opgeslagen en onder meer in brochures gepubliceerd.

BHB die de Britse paardenrennen organiseert, neemt in zijn databank gedetailleerde informatie op over de races alsook het officiële register van volbloedpaarden in het Verenigd Koninkrijk. Bepaalde informatie over de races wordt bekend gemaakt via de radio, de televisie en de geschreven pers alsook via specifieke middelen voor verspreiding onder het geïnteresseerde publiek.

Oy Veikkaus, Svenska Spel en het Organismos prognostikon agonon podosfairou (OPAP) organiseren sportlotto's in Finland, Zweden en Griekenland. Zij maken gebruik van gegevens over voetbalwedstrijden van Engelse en Schotse kampioenschappen, hoewel geen van deze vennootschappen een door Fixtures Marketing verleende licentie heeft.

De vennootschap William Hill Organisation is een van de voornaamste organisatoren van weddenschappen over paardenrennen. Zij biedt voor de voornaamste races in het Verenigd Koninkrijk zowel traditionele weddenschappen aan (bij kantoren en via de telefoon), als weddenschappen via Internet. De informatie die op haar Internetsite wordt gepubliceerd, komt uit kranten en via een informatiedienst waarop men zich kan abonneren en die zelf zijn informatie weer uit de databank van de BHB haalt. De gegevens die op haar Internetsite worden opgenomen, maken slechts een zeer klein deel uit van de databank van BHB en worden daar anders gepresenteerd.

Fixtures Marketing en BHB waren van mening dat de ondernemingen die gebruik maken van hun gegevens voor het aanbieden van weddenschappen over voetbalkampioenschappen of paardenraces, inbreuk maken op het recht dat de richtlijn hen verleent. De Finse Vantaan käräjäoikeus, de Zweedse Högsta domstol, het Griekse Monomeles Protodikeio Athinon alsook de Engelse Court of Appeal, waar deze gedingen aanhangig zijn gemaakt, hebben het Hof van Justitie een aantal prejudiciële vragen gesteld over het voorwerp en de reikwijdte van de door de richtlijn in het leven geroepen bescherming sui generis.

Het Hof herinnert eraan dat de richtlijn de bescherming sui generis voorbehoudt aan databanken waarvan de samenstelling een substantiële investering heeft vereist. De richtlijn verbiedt de opvraging en/of het hergebruik van het geheel of een substantieel deel van de inhoud van een databank en, onder bepaalde voorwaarden, ook van niet-substantiële delen.

Het Hof stelt allereerst vast dat het begrip "databank" in de richtlijn doelt op iedere verzameling die werken, gegevens of andere elementen bevat die van elkaar kunnen worden gescheiden zonder dat de waarde van de inhoud ervan daardoor wordt aangetast, en die een methode of systeem van welke aard dan ook bevat waardoor het mogelijk is elk van de elementen waaruit zij bestaat, terug te vinden.

De richtlijn behoudt de bescherming sui generis echter uitsluitend voor aan databanken waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering

Kalenders voor voetbalwedstrijden

Het Hof merkt op dat het begrip "investering" in de verkrijging van de inhoud van een databank verwijst naar de middelen die worden aangewend om bestaande elementen te verkrijgen en in deze databank te verzamelen. Het omvat niet de middelen die worden aangewend voor het creëren van de elementen die de inhoud van een databank vormen.

De omstandigheid dat de samensteller van de databank tevens degene is die de in deze databank opgenomen elementen heeft gecreëerd, sluit niet uit dat zijn databank door het recht sui generis kan worden beschermd, op voorwaarde dat hij aantoont dat de verkrijging van deze elementen of de controle dan wel de presentatie daarvan, een substantiële investering heeft gevergd, los van het creëren van deze elementen.

Hoewel een kalender voor voetbalkampioenschappen kan worden beschouwd als een databank in de zin van de richtlijn, vereisen het opzoeken en het verzamelen van de in deze kalender opgenomen gegevens echter geen bijzondere inspanning van de liga's beroepsvoetbal. Zij zijn immers onlosmakelijk verbonden met het creëren van deze gegevens, waaraan deze liga's als verantwoordelijken voor de organisatie van de kampioenschappen rechtstreeks deelnemen. De verkrijging van de inhoud van een kalender voor voetbalwedstrijden vereist dus geen investering die losstaat van de investering die nodig is voor het creëren van de in die kalender opgenomen gegevens.

Evenmin hoeven de liga’s beroepsvoetbal bij het opmaken van de kalender een bijzondere inspanning te leveren voor het controleren van de juistheid van de gegevens betreffende de wedstrijden van de kampioenschappen, aangezien zij rechtstreeks betrokken zijn bij het creëren van deze gegevens. Ook de controle van de juistheid van de inhoud van de kalenders gedurende het seizoen (bijvoorbeeld naar aanleiding van het uitstellen van voetbalwedstrijd) houdt geen substantiële investering in.

De presentatie van een wedstrijdkalender is zelf ook nauw verbonden met het creëren van de daarin opgenomen gegevens en vereist geen investering los van de investering in het creëren van de gegevens.

Daaruit volgt dat noch de verkrijging, noch de controle of de presentatie van de inhoud van een kalender voor voetbalwedstrijden getuigt van een substantiële investering die de door de richtlijn in het leven geroepen bescherming verdient.

Paardenrennen

In zaak C-203/02 werd niet bestreden dat de databank van BHB waarin lijsten zijn opgenomen van paarden die aan een race mogen meedoen, een door de richtlijn beschermde databank vormt. Het ging erom of William Hill handelingen verricht die door het recht sui generis zijn verboden. Het Hof merkt op dat voor de opvraging (het overbrengen van de inhoud van een databank op een andere drager) en het hergebruik (het aan het publiek ter beschikking stellen) van de gehele inhoud dan wel een substantieel deel van de inhoud van een beschermde databank de toestemming van de samensteller van de databank is vereist, ook wanneer deze zijn databank geheel of gedeeltelijk voor het publiek toegankelijk heeft gemaakt of een of meerdere derden toestemming heeft gegeven de inhoud daarvan onder het publiek te verspreiden.

Het begrip "substantieel deel" van de inhoud van een databank verwijst in kwantitatief opzicht naar de hoeveelheid opgevraagde en/of hergebruikte gegevens en moet worden beoordeeld in verhouding tot de omvang van de totale inhoud van de databank. In kwalitatief opzicht verwijst het naar de omvang van de investering in de verkrijging, de controle of de presentatie van het opgevraagde en/of hergebruikte deel.

Het Hof merkt op dat de middelen die door BHB worden aangewend voor het ten behoeve van het organiseren van paardenrennen vaststellen van de datum, het tijdschema, de locatie en/of naam van de race, alsmede van de paarden die daaraan deelnemen, een investering vormen in het creëren van in haar databank opgenomen elementen. Het voegt daaraan toe dat de aan de inschrijving van een paard op een lijst voorafgaande controle (controle van de identiteit van degene die tot de inschrijving overgaat, van de kenmerken van het paard, en van de identiteit van de eigenaar en van de jockey) plaatsvindt in de fase waarin de gegevens worden gecreëerd en dus geen investering in de controle van de inhoud van de databank vormt. Aangezien de door William Hill opgevraagde en hergebruikte elementen van BHB geen investering hebben vereist die losstaat van de voor het creëren daarvan vereiste middelen, vertegenwoordigen deze elementen geen substantieel deel van de databank van BHB.

De richtlijn verbiedt het zonder toestemming opvragen en/of hergebruiken van niet-substantiële delen van de inhoud van een databank door handelingen waarvoor geen toestemming is verleend en die ertoe strekken om door hun cumulatieve effect de gehele inhoud of een substantieel deel van deze databank te reconstrueren en/of ter beschikking van het publiek te stellen, en die aldus ernstige schade toebrengen aan de investering van die persoon.

Het bij iedere georganiseerde race herhaald en systematisch opvragen en hergebruiken door William Hill heeft betrekking op niet-substantiële delen van de inhoud van de databank van BHB. Het is echter uitgesloten dat William Hill door het cumulatieve effect van zijn handelingen de gehele inhoud van de databank van BHB of een substantieel deel daarvan reconstrueert en ter beschikking stelt van het publiek. William Hill berokkent de investering van BHB in de samenstelling van deze databank dus geen ernstige schade.

 

 

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.

Beschikbare talen: DE, EL, EN, FI, FR, IT, NL, SV.

De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina van het Hof (https://curia.eu.int/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=nl) vanaf ongeveer 12.00 uur.

Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der Jeught.

Tel: 00 352 4303 2170  Fax: 00 352 4303 3656

Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUE nr. 89/04

9 november 2004