Gepubliceerd op dinsdag 2 november 2021
IEF 20289
Rechtbank Amsterdam ||
24 sep 2021
Rechtbank Amsterdam 24 sep 2021, IEF 20289; ECLI:NL:RBAMS:2021:5533 (Stichting tegen NRC Media), https://www.ie-forum.nl/artikelen/column-over-boerenacties-is-niet-onrechtmatig

Column over boerenacties is niet onrechtmatig

Ktr. Rechtbank Amsterdam 24 september 2021, IEF 20289, IT 3699; ECLI:NL:RBAMS:2021:5533 (Stichting tegen NRC Media) Eisers stellen dat de publicatie van 26 januari 2021 op de website van NRC Media onder de kop “de boerenacties als basis voor dit protest’ onrechtmatig is omdat zij hierin worden beschuldigd van strafbare feiten zonder dat daarvoor een feitelijke basis bestaat. Toewijzing van deze vordering zou een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM) opleveren. Zo’n beperking moet bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn. Wil sprake zijn van een beperking die bij de wet is voorzien, dan zal de publicatie in de NRC onrechtmatig jegens eisers moeten zijn. Om uit te maken of dat het geval is, moet een belangenafweging worden gemaakt. In haar belangengafweging oordeelt de rechtbank dat het belang van de columnist van NRC Media om zich kritisch uit te laten op de wijze zoals hij heeft gedaan prevaleert boven het belang van eisers om hieraan niet blootgesteld te worden. In de column zijn de grenzen van de vrijheid van meningsuiting niet overschreden.

3.11.

De omstandigheid dat sommige aspecten in de publicatie betrekking hebben op uitlatingen van [naam 1] , zoals de opmerking over radicaliseren, de verwijzing naar de poll en de vergelijking met de holocaust, betekent ten slotte niet dat de publicatie daarom ontoelaatbaar zou zijn jegens [eisers] . [naam 1] is immers de bestuurder van [eisers] en treedt op als voorman van [eisers] . Het is dus niet zo dat [eisers] ten onrechte in verband met [naam 1] wordt gebracht. De vergelijking met de holocaust, de bestorming van het provinciehuis en de door politici ervaren intimidatie zijn allemaal genoemd met de kennelijke bedoeling om als argument te dienen voor de mening van [naam 6] dat en hoe [eisers] is geradicaliseerd. Het vermelden van die vergelijking diende dus een doel. Dat door [naam 1] een vergelijking met de holocaust is gemaakt, staat vast. Niet is gebleken dat [eisers] (ten tijde van de publicatie) afstand heeft gedaan van de uitlatingen van [naam 1] , op een zodanige wijze, dat uitlatingen van [naam 1] [eisers] niet zouden kunnen worden toegerekend zoals [eisers] betoogt.