Gepubliceerd op maandag 8 april 2024
IEF 21986
Rechtbanken ||
17 jan 2024
Rechtbanken 17 jan 2024, IEF 21986; ECLI:NL:RBDHA:2024:892 (Realistic tegen Stakelogic), https://www.ie-forum.nl/artikelen/boete-van-25-000-wegens-schending-vaststellingsovereenkomst

Boete van € 25.000,- wegens schending vaststellingsovereenkomst

Rb. Den Haag 17 januari 2024, IEF 21986; ECLI:NL:RBDHA:2024:892 (Realistic tegen Stakelogic). Realistic Games (hierna: Realistic) is een Engelse softwareontwikkelaar op het gebied van kansspelen en heeft in 2018 het Uniewoordmerk ‘BOOK OF CHARMS' ingeschreven. In 2019 heeft Stakelogic een kansspel uitgebracht met de naam ‘Book of Charms Quattro’. Op 28 februari 2022 is tussen partijen een vaststellingovereenkomst tot stand gekomen die bepaalt dat Stakelogic zal stoppen met het gebruik van het woordmerk. Stakelogic heeft zich echter niet gehouden aan de overeenkomst en blijft het merk gebruiken. Als gevolg van deze schending is Stakelogic een boete van €25.000 verschuldigd, maar zij weigert deze te betalen. Realistic heeft Stakelogic gedaagvaard en vordert betaling van de boete. De Rechtbank Amsterdam heeft zich onbevoegd verklaard en de vordering verwezen naar de Rechtbank Den Haag [zie IEF 21422]. Stakelogic vordert in reconventie bij het EUIPO nietigverklaring van het woordmerk waar Realistic houdster van is, op basis van een depot te kwader trouw. De Rechtbank Den Haag oordeelt als volgt. 

De stelling van Stakelogic dat de vaststellingsovereenkomst in strijd met de mededingingsregels zou zijn, gaat niet op. De rechtbank bekijkt de overeenkomst in het licht van het Haviltex-arrest. Naar het oordeel van de rechtbank leidt een redelijke uitleg van de overeenkomst ertoe dat ook slechts schending van artikel 1 of 2 kan leiden tot de boete. Anders dan Stakelogic stelt, maakt het ook niet uit dat het spel dat “achter” de gebruikte tekens verscholen ging, niet meer gespeeld kon worden. Er is immers nog steeds sprake van onrechtmatig gebruik. De rechtbank begrijpt dat tussen partijen is overeegekomen dat een schending van gedurende vijf dagen leidt tot het vollopen van het boetemaximum. Aan deze voorwaarde is voldaan, waardoor Stakelogic veroordeeld wordt tot betaling van € 25.000,-.

4.14. De rechtbank volgt Stakelogic niet in dit verweer. Een redelijke uitleg van artikel 4 van de Vaststellingsovereenkomst brengt naar het oordeel van de rechtbank mee, en daarin volgt zij Realistic , dat betaling van een boete ook moet volgen als (op een bepaalde dag of tijdens een gedeelte van een dag) schending van alleen artikel 1 of alleen artikel 2 plaatsvindt. Zou het zijn zoals Stakelogic betoogt, dan zou het boetebeding in artikel 4 niet dwingen tot naleving van de gehele Vaststellingsovereenkomst; Stakelogic zou dan artikel 1 kunnen overtreden, maar artikel 2 wel kunnen naleven (of andersom) en aldus aan betaling van een boete kunnen ontkomen. Ook het feit dat in artikel 1 en artikel 2 totaal verschillende verplichtingen voor Stakelogic zijn opgenomen, hetgeen in artikel 4 tot uitdrukking is gebracht met de woorden ‘obligations’ en ‘conditions’, wijst naar het oordeel van de rechtbank in deze uitlegrichting.

4.20. Stakelogic heeft er in dit verband nog op gewezen dat het spel dat ‘achter’ de tekens verscholen ging, niet meer gespeeld kon worden. Dit maakt het voorgaande naar het oordeel van de rechtbank echter niet anders. Overigens was dit voor iemand die op die website een kijkje ging nemen, niet zichtbaar. Dat er geen economisch motief van Stakelogic meer schuilging achter het afbeelden van de bewuste tekens (omdat het spel niet meer gespeeld kon worden), zoals Stakelogic ook nog heeft betoogd, moge zo zijn, maar ook daaraan komt naar het oordeel van de rechtbank geen betekenis toe; er blijft sprake van het gebruik van de bewuste tekens ter onderscheiding van de eigen waren en/of diensten. Het verweer van Stakelogic slaagt in zoverre dan ook niet.