Gepubliceerd op woensdag 2 juni 2021
IEF 19986
Hoge Raad ||
23 apr 2021
Hoge Raad 23 apr 2021, IEF 19986; ECLI:NL:PHR:2021:420 (Organisatoren tegen Sena), https://www.ie-forum.nl/artikelen/billijke-vergoeding-voor-muziek-op-dance-festivals-blijft-nagenoeg-hetzelfde

Billijke vergoeding voor muziek op dance festivals blijft nagenoeg hetzelfde

HR Conclusie P-G 23 april 2021, IEF 19986; ECLI:NL:PHR:2021:420 (Organisatoren tegen Sena) Deze zaak gaat over de billijke vergoeding voor het openbaar maken van fonogrammen op dance evenementen. In cassatieberoep bestrijden de organisatoren de vaststelling van een apart tarief voor dance evenementen, het gebruik van de recette als grondslag, het ontbreken van een correctie voor niet-muziekgerelateerde kosten, het tarief per bezoeker, het percentage Sena-repertoire en de gemiddelde ticketprijs. De procureur-generaal concludeert dat uit Europese rechtspraak (o.a. SABAM/Weareone) volgt, dat het hanteren van een aan de omzet of inkomsten gerelateerd tarief een normale wijze van exploitatie van IE-rechten voor muziek is. Dit heeft Sena ook voldoende onderbouwd. Op een punt treft de klacht van organisatoren wel doel, maar daarin kan de Hoge Raad volgens de P-G zelf voorzien. 

4.125. De motiveringsklacht van de subonderdelen 12.1 en 12.2 treft volgens mij doel. Bij het vaststellen van het tarief per bezoeker (eerst € 0,75, bijgesteld tot € 0,65) is het hof uitgegaan van een gemiddelde ticketprijs van € 50 (rov. 26 en 33). Nadien is het hof tot de conclusie gekomen dat de gemiddelde ticketprijs € 40 bedraagt (rov. 40). Het hof heeft niet onderzocht of deze bijstelling van de gemiddelde ticketprijs gevolgen heeft voor het tarief per bezoeker. Het hof had dat volgens mij wel moeten onderzoeken. De verlaging van het gemiddelde Sena-repertoire van 70% naar 60% leidde immers tot een aanpassing van het tarief per bezoeker van € 0,75 naar € 0,65 (rov. 33) en de keuze voor de recette als grondslag impliceert dat er eveneens een verband bestaat tussen de ticketprijs en de hoogte van de billijke vergoeding.

4.125. Volgens mij kan Uw Raad de zaak op dit punt zelf afdoen. Bij een gelijk aantal bezoekers bestaat een evenredig verband tussen de ticketprijs en de billijke vergoeding. De totale billijke vergoeding voor, bijvoorbeeld, een evenement met een ticketprijs € 20 is bij een gelijk aantal bezoekers immers het dubbele van de totale billijke vergoeding voor een evenement met een ticketprijs van € 10. Bij de vaststelling van het percentage van de recette kan volgens mij daarom ook worden uitgegaan van een evenredig verband tussen de ticketprijs en het tarief per bezoeker. De gemiddelde ticketprijs is vastgesteld op € 40 in plaats van € 50 (4/5de). Het gemiddelde tarief per bezoeker komt dan uit op (4/5de) x € 0,65 = € 0,52. De billijke vergoeding voor evenementen met een ticketprijs tot € 85,00 komt dan uit op € 0,52 (tarief per bezoeker) / € 40 (gemiddelde ticketprijs) = 1,3% van de recette.