Gepubliceerd op vrijdag 13 juli 2012
IEF 11552
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Bij het nieuwe art. 25f Aw

Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht.
Een ingezonden pleidooi / column van Roland Wigman, Versteeg Wigman Sprey advocaten.


Scene 25f. D/I* Gerechtsgebouw, zittingzaal. De advocaat van de kleinzoon van Bordewijk houdt zijn pleidooi vanwege de door de kleinzoon bedongen vernietiging van de overeenkomst tussen zijn grootvader en diens uitgever op de grond van art. 25f Aw [red. het verhaal is volledig gefingeerd].

Edelachtbare,

In 1930, om precies te zijn op 14 mei 1930, tekende de grootvader van mijn cliënt, F. Bordewijk, een overeenkomst met Uitgeverij Kikker over de uitgave van zijn roman Blokken. Deze roman verscheen vervolgens in 1931. Mijn cliënt, Ferdinand jr., is de enige erfgenaam van zijn vader die weer de enige erfgenaam was van Ferdinand sr., de grote schrijver.

De overeenkomst tussen Kikker en Bordewijk bevatte de bepaling dat Bordewijk verplicht was toekomstige werken uit te laten geven door Kikker en wel, in artikel 14 van de betreffende overeenkomst, als volgt:

"Zoo de heer Bordewijk in den toekomst nog andere werken vermag te schrijven, zoo zal de heer Bordewijk die werken op gelijke voorwaarden als de onderhaavige doen uitgeeven door Uitgeversmaatschappij Kikker & Zoonen N.V."

Bij brief van 30 juni van dit jaar heeft mijn cliënt artikel 14 van de overeenkomst tussen zijn grootvader en (de rechtsopvolger van) Kikker vernietigd op grond van art. 25f Aw.

Op grond van artikel III van de Wet Auteurscontractenrecht is art. 25f Aw. van toepassing op overeenkomsten die voor het tijdstip van inwerkingtreding van die wet zijn gesloten. Voorts, op grond van art. 25b vierde lid van diezelfde wet kan mijn cliënt een beroep doen op het in art. 25f Aw. bepaalde.

Ik hoorde uitgever al roepen: "maar die overeenkomst is uit 1930, die vordering tot vernietiging is toch verjaard?!" Volgens art. 3:52 lid 1 onder d. BW verjaart de rechtsvordering tot vernietiging "in geval van een andere vernietigingsgrond: drie jaren nadat de bevoegdheid om deze vernietigingsgrond in te roepen, aan degene aan wie deze bevoegdheid toekomt, ten dienste is komen te staan.". In casu is er sprake van "een andere vernietigingsgrond" en is de bevoegdheid om deze in te roepen eerst ten dienste van mijn cliënt gekomen met de invoering van de Wet Auteurscontractenrecht, nog geen jaar geleden.

Op grond van art. 3:53 BW werkt de vernietiging terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is ontstaan.

Edelachtbare, kom ik thans toe aan de bespreking van de schade die vanwege het vernietigde beding is geleden.

* D/I staat voor Dag/ Interieur
Reageren op/in deze serie? redactie@ie-forum.nl