Gepubliceerd op maandag 30 juni 2014
IEF 13991
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Bewijs voor opnieuw normaal merkgebruik

Rechtbank Overijssel 25 juni 2014, IEF 13991 (KTC tegen TD)
Tussenvonnis na IEF 13924. Merkenrecht. Bewijslastverdeling. TD, houdster van het Benelux woord- en "beeldmerk "Ten Cate", is in 1944 overgenomen door KTC, waarna de gehele huishoudtextieldivisie is verkocht aan Stoneville. De merken zijn geregistreerd en in 2012 is Stoneville failliet geraakt. In hetzelfde jaar heeft TD een nieuwe aanvraag ingediend voor haar woord- en beeldmerken, waartegen KTC oppositie heeft ingesteld. De rechtbank dient in de eerste plaats te beoordelen of de TD merken zijn vervallen wegens non usus en draagt TD op om het normaal gebruik van de TD merken in de Benelux te bewijzen. Daarnaast dient TD te bewijzen dat zij de TD merken opnieuw heeft gebruikt.

5.23 De rechtbank is van oordeel dat er aanleiding is om TD met het bewijs te belasten dat zij of haar rechtsvoorgangers de TD merken in de relevante periode hebben gebruikt in de zin van artikel 2.26 lid 2 BVIE. Daartoe overweegt de rechtbank dat de feiten die dienstig zijn om zich op het gebruik te beroepen zich afspelen in de risicosfeer van de merkhouder TD. TD heeft weliswaar gesteld dat zij "bewijsproblemen" heeft, onder andere omdat zij niet kan beschikken over de relevante administratie welke zich onder de macht van de curator van Stoneville en/of Ten Cate Houstex bevindt en/of van de partij (een concurrent) die uit de boedel de activa heeft gekocht, maar de rechtbank gaat daaraan voorbij nu deze omstandigheden voor risico van TD behoren te komen.
De rechtbank overweegt in dit verband nog dat, naar onweersproken is gesteld, [P] ook enige jaren directeur is geweest van Ten Cate Houstex, en om die reden geacht moet worden enige kennis van zaken omtrent het feitelijke gebruik in de relevante periode van de TD merken te hebben.

5.24. Om deze redenen zal de rechtbank TD toelaten te bewijzen dat de TD merken in de relevante periode (6 december 2007 tot en met 5 december 2012) normaal zijn gebruikt binnen het gebied van de Benelux.

5.25 TD stelt nog (zie rechtsoverweging 4.19 in fine) dat, zou er geen sprake zijn van normaal gebruik in de relevante periode, er in elk geval wel sprake is geweest van opnieuw normaal gebruik ("Heilung") in de zin van artikel 2.27lid 2 BVIE, in de periode van 6 december 2012 tot het instellen van de vordering door KTC (4 maart 2013), op grond waarvan door KTC de vervallenverklaring niet kan worden ingeroepen. TD stelt daartoe enige feiten als bijvoorbeeld genoemd in randnummer 34 van de conclusie van antwoord van TD in zaak nummer 13-162.

5.26. KTC betwist gemotiveerd dat die feiten aantonen of aannemelijk maken dat van opnieuw normaal gebruik sprake is.

5.27. De rechtbank zal, ook ten aanzien van dit punt TD toelaten tot het bewijs, in het bijzonder dat TD in de periode 6 december 2012 tot 4 maart 2013 de TD merken normaal heeft gebruikt in het Benelux gebied.