Gepubliceerd op vrijdag 11 april 2014
IEF 13747
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Belang van volledige en integere online archivering door de media prevaleert

Rechtbank Overijssel 9 april 2014, HA ZA 13-559 (eiser tegen Kluwer BV)
Uitspraak ingezonden door Steffen Hagen en Hendrik Struik, CMS. Mediarecht. Onrechtmatige perspublicatie. Voormalig gemeenteraadslid klaagt over een in december 2004 gepubliceerd artikel, dat jegens eiser onrechtmatig zou zijn. Het artikel is vindbaar via het online nieuwsarchief van Binnenlands Bestuur (Kluwer). Eiser zou in eer en goede naam zijn aangetast en schade lijden. Het belang van volledige en integere online archivering door de media prevaleert boven de belangen van eiser. De rechtbank wijst de vorderingen (verwijdering/rectificatie en schadevergoeding) af.

4.9.      Met Kluwer is de rechtbank van oordeel, alles overziend, dat Binnenlands Bestuur in het Artikel slechts (nieuws)feiten heeft gepresenteerd die niet onjuist en/of onnodig en/of nadelig voor [eiser] waren, die passend waren in de context van het Artikel en de daarin aan de kaak gestelde misstand (waarmee een algemeen publiek belang is gemoeid) en die steun vonden in het ten tijde van publicatie beschikbare feitenmateriaal. Van een onrechtmatige publicatie is derhalve geen sprake.
Dat het Artikel thans nog op internet is te vinden in het digitale archief van Binnenlands Bestuur, maakt dit niet anders. Tegenover het belang van [eiser] die jaren na publicatie nog de (negatieve) gevolgen kan ondervinden van het Artikel staat dat de samenleving moet kunnen vertrouwen op een volledige en integere (online) archivering door de media. Media hebben bij het dienen van dit publieke belang een belangrijke taak. De pers heeft namelijk de primaire rol van publieke waakhond, maar een belangrijke secundaire functie is het beschikbaar maken van nieuws in archieven. Daarmee is een verplichting tot het verwijderen of aanpassen van een artikel, dat op zichzelf rechtmatig is, uitsluitend vanwege een negatieve lading, niet goed te verenigen (…).
 
4.10.     Alle belangen afwegend is de rechtbank van oordeel dat het belang van [eiser] bij bescherming van zijn eer en goede naam en recht op privacy niet opweegt tegen het recht op vrijheid van meningsuiting aan de zijde van Binnenlands Bestuur (Kluwer).
Gelet op de door de Hoge Raad genoemde criteria zijn ook voor het overige geen aanknopingspunten te vinden die aanleiding geven te concluderen tot onrechtmatigheid.