Gepubliceerd op woensdag 14 september 2022
IEF 20947
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ||
7 sep 2022
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 sep 2022, IEF 20947; ECLI:NL:RBZWB:2022:5195 (Odara tegen Derm-Appeal ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/aanknopingspunten-voor-toerekening-niet-gesteld-of-gebleken

Aanknopingspunten voor toerekening niet gesteld of gebleken

Rb. Zeeland-West-Brabant 7 september 2022, IEF 20947; ECLI:NL:RBZWB:2022:5195 (Odara tegen Derm-Appeal) Odara en Derm-Appeal houden zich allebei bezig met het distribueren en verkopen van cosmetische producten voor professionals. Biosoft is houder van het merk ‘Dermapen’. Biosoft heeft 4EverYoung een merklicentie verstrekt voor het gebruik van dit merk. Derm-Appeal werd op basis van een overeenkomst met 4EverYoung distributeur van Darmapen in de Benelux. In oktober 2016 is Odara in een document getiteld ‘Sales Distribution Agreement’ aangemerkt als ‘Distributor’. Odara heeft Derm-Appeal op 22 november 2019 gesommeerd de verkoop van Darmapen producten te staken. Hier is in geschil of Derm-Appeal onrechtmatig heeft gehandeld jegens Odara door inbreuk te maken op Odara’s exclusieve distributierecht. De rechtbank komt tot het oordeel dat ook al zou Derm-Appeal onrechtmatig hebben gehandeld, dit niet aan Derm-Appeal kan worden toegerekend. Aanknopingspunten om tot toerekening te komen zijn immers niet gesteld of gebleken. De rechtbank wijst daarom de vorderingen van Odara af.

4.6. Odara heeft ter onderbouwing van haar standpunt dat Derm-Appeal geïnformeerd werd over Odara’s exclusieve distributierecht verwezen naar brieven van 1 april 2016 en 31 mei 2017. Derm-Appeal heeft betwist deze brieven te hebben ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de inhoud van deze brieven slechts dat Equipmed en 4EverYoung het (onder meer) niet langer toestaan dat Derm-Appeal het handelsmerk/de handelsnaam Dermapen gebruikt (“(…) You are no longer authorised to use the trademark, logo or any copyright material of our clients (…)”). Derm-Appeal mag ook niet langer met Dermapen producten adverteren en ze distribueren (“(…) You should immediately cease distribution of our products and cease all associated advertising. (…)”). Over een nieuwe distributeur met een exclusief distributierecht wordt in deze brieven echter niet gerept. Daar komt nog bij dat de brief van 1 april 2016 dateert van vóór het moment waarop Odara het door haar gestelde exclusieve distributierecht verkreeg, te weten op 15 oktober 2016. Via deze brief kan Derm-Appeal dus niet zijn geïnformeerd over een exclusief distributierecht van Odara. Of de brieven Derm-Appeal al dan niet hebben bereikt, kan dan ook in het midden blijven. Ook de inhoud van de door Odara als productie 13 overgelegde e-mailcorrespondentie vormt geen onderbouwing voor de stelling dat Derm-Appeal kennis droeg van het gestelde exclusieve distributierecht van Odara. Dat heeft Odara’s indirect statutair bestuurder, [B], als zodanig ook erkend tijdens de mondelinge behandeling.

4.7. Verder heeft Odara nog aangevoerd dat Odara en Derm-Appeal branchegenoten zijn en dat het om een kleine branche gaat. Volgens Odara moet Derm-Appeal daarom hebben geweten dat Odara de nieuwe distributeur van Dermapen producten was. In het verlengde daarvan heeft Odara aangevoerd dat vertegenwoordigers van Odara en Derm-Appeal elkaar jaarlijks tegenkwamen op diverse beurzen en elkaar daar spraken. [A], Derm-Appeal’s indirect bestuurder, heeft tijdens de mondelinge behandeling weliswaar erkend dat hij op enig moment in de wandelgangen vernam dat Odara optrad als distribiteur van Dermapen producten, maar hij betwist te hebben geweten dat het om een exclusief distributierecht ging. In dat kader heeft hij aangevoerd dat het aan fabrikanten en wederverkopers is om contractueel vast te leggen of, en zo ja, hoe, exclusiviteit gewaarborgd wordt. Ook heeft hij er op gewezen dat sinds 2016 in de branche minder vaak gebruik gemaakt wordt van exclusieve rechten, omdat er op het internet veel rechtstreekse verkoop plaatsvindt. Odara heeft dit standpunt niet weersproken. Zij heeft niet toegelicht wat partijen dan exact besproken hebben met betrekking tot het element exclusiviteit en wanneer dit is geweest. Ook heeft zij, meer in het algemeen, niet toegelicht hoe professionele spelers in de branche voor cosmetische producten voor professionals omgaan met exclusieve distributierechten en de naleving daarvan. En, in het verlengde daarvan, of partijen elkaar doorgaans op de hoogte houden van nieuwe exclusieve rechten. En, zo ja, op welke wijze.