Procesrecht  

IEF 17956

Voegingsvordering Zeiss afgewezen in Nikon/ASML zaak wegens eisen van goede procesorde

Rechtbank Den Haag 5 sep 2018, IEF 17956; ECLI:NL:RBDHA:2018:10700 (Nikon tegen ASML en Zeiss), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voegingsvordering-zeiss-afgewezen-in-nikon-asml-zaak-wegens-eisen-van-goede-procesorde

Rechtbank Den Haag 5 september 2018, IEF 17956; ECLI:NL:RBDHA:2018:10700 (Nikon tegen ASML en Zeiss) Bodemzaak. Voeging.  De voegingsvordering van Zeiss tijdig is ingediend volgens het Versneld Regime in Octrooizaken (VRO-zaak). Maar Zeiss is al vanaf het begin van het geschil nauw betrokken. De indiening op de laatst mogelijke dag leidt ertoe dat Zeiss in de gelegenheid wordt gesteld een conclusie van antwoord in de hoofdzaak te nemen, waarna Nikon en ASML vervolgens zouden kunnen antwoorden. Dat zou de VRO-zaak op onevenredige wijze doorkruisen. Zeiss had dit kunnen voorkomen door haar incidentele vordering tijdig in te stellen en zij had dit gelet op haar betrokkenheid bij de VRO-zaak ook kunnen doen. Het belang van Nikon bij een voortvarende afwikkeling van de VRO-zaal prevaleert. De vordering wordt afgewezen.

 

IEF 17951

Te laat ingevoerde voegingsvordering Zeiss afgewezen in Nikon/ASML

Rechtbank Den Haag 5 sep 2018, IEF 17951; ECLI:NL:RBDHA:2018:10699 (Nikon tegen ASML en Zeiss), https://www.ie-forum.nl/artikelen/te-laat-ingevoerde-voegingsvordering-zeiss-afgewezen-in-nikon-asml

Rechtbank Den Haag 5 september 2018, IEF 17951; ECLI:NL:RBDHA:2018:10699 (Nikon tegen ASML en Zeiss) Bodemprocedure. Voegingsincident. Zeiss vordert dat haar wordt toegestaan zich in de hoofdzaak (IEF 17861, 17892 en 17932) aan de zijde van ASML te voegen. Ingevolge artikel 218 Rv wordt de incidentele vordering tot voeging ingesteld bij incidentele conclusie vóór of op de roldatum waarop de laatste conclusie in het aanhangige geding wordt genomen, zo overweegt de rechtbank.  In deze zaak volgens het Versneld Regime in Octrooizaken (hierna: VRO), zijn vaste termijnen bepaald voor het indienen van processtukken. Er diende op de rol van 13 juni 2018 te worden geconcludeerd voor antwoord in conventie; de laatste conclusie in de zaak in conventie. Nu uit de incidentele conclusie van Zeiss blijkt dat het door haar gestelde belang bij voeging slechts verband houdt met de procedure in conventie (geen inbreuk want ASML beschikt over een door Zeiss verstrekte sub-licentie), diende de incidentele vordering tot voeging uiterlijk op die datum te zijn ingesteld. De vordering wordt afgewezen.

IEF 17885

Schadevergoeding wegens niet-nakomen verplichting tot wijziging van de tenaamstelling octrooi

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17885; ECLI:NL:GHDHA:2018:1830 (Inno Nautic tegen Cuckoo), https://www.ie-forum.nl/artikelen/schadevergoeding-wegens-niet-nakomen-verplichting-tot-wijziging-van-de-tenaamstelling-octrooi

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17885; ECLI:NL:GHDHA:2018:1830 (Inno Nautic tegen Cuckoo) Schadestaatprocedure. Door de rechtbank wordt de gederfde positieve contractwaarde van de licentieovereenkomst toegewezen [IEF 15136]. Begroting schade ten gevolge van niet-nakoming verplichting tot op naam van eiser stellen octrooi. Inno Nautic vordert in hoger beroep Cuckoo tot betaling van schadepost A t/m E van in totaal  € 4.399.932. Het hof beoordeelt alleen schadepost A, B en E. Schadepost A wordt deels toegewezen wegens gederfde royalty's, maar wordt verminderd door gemaakte kosten door Cuckoo. Schadepost B wordt afgewezen doordat causaal verband ontbreekt tussen het verzuim van Cuckoo en de gemaakte kosten. Schadepost E wordt toegewezen omdat die kosten redelijkerwijs noodzakelijk waren ter vaststelling van de schade. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt Cuckoo een bedrag te betalen van  €1.131.341,--.

IEF 17782

Voeging afgewezen, het gaat om andere partijen, andere octrooiaanvragen op andere technische gebieden

Hof Amsterdam 20 jun 2018, IEF 17782; ECLI:NL:GHDHA:2018:1516 (Boston ter voeging bij Ono tegen Pfeizer), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voeging-afgewezen-het-gaat-om-andere-partijen-andere-octrooiaanvragen-op-andere-technische-gebieden

Hof Den Haag 20 juni 2018, IEF 17782; LS&R 1623; ECLI:NL:GHDHA:2018:1516 (Boston ter voeging bij Ono tegen Pfeizer) Procesrecht. Boston Scientific heeft ex art. 217 Rv toelating als gevoegde partij aan de zijde van Ono c.s. gevorderd [IEF 17530; LS&R 1581]. De rechtbank wijst de incidentele vordering af. In de zaak van Boston Scientific/Edwards gaat het om andere partijen en andere octrooiaanvragen op andere technische gebieden.

IEF 17766

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, KLOS c.s..

Voeging bij een partij in hoger beroep die niet in het geding is verschenen

Hof Amsterdam 1 mei 2018, IEF 17766; ECLI:NL:GHAMS:2018:1520 (Earth Water inzake Earth Concepts tegen Upstream), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voeging-bij-een-partij-in-hoger-beroep-die-niet-in-het-geding-is-verschenen

Hof Amsterdam 1 mei 2018, IEF 17766; ECLI:NL:GHAMS:2018:1520 en Rechtbank Amsterdam 28 juni 2017 (Earth Water inzake Earth Concepts tegen Upstream) Merkenrecht. Artikel 217 Rv. De rechtbank: Upstream Advertising heeft voldoende onderbouwd dat de registratie van de Benelux-merken Earth Water te kwader trouw heeft plaatsgevonden en dat zij aldus, geen recht op die merken heeft verkregen en dus ook niet bevoegd is om daarover de beschikken. Het hof: Voeging van Earth Water aan de zijde van een partij die niet in het geding is verschenen, failliete Upstream, is mogelijk althans voor de procedure in hoger beroep. Ter onderbouwing van de incidentele vordering tot voeging hebben Earth Water c.s. aangevoerd dat de merken waarvan Earth Concepts de overdracht vordert, al rechtsgeldig door Upstream Advertising zijn overgedragen aan Earth Water c.s. en dat Earth Concepts beoogt in deze procedure de eigendom van de merkregistraties te verkrijgen. Door toewijzing van die vordering zullen Earth Water c.s. nadelig worden getroffen.

IEF 17630

AEBI Schmidt behield het spoedeisend belang

Hof Den Haag 23 mei 2017, IEF 17630; ECLI:NL:GHDHA:2017:4155 (Aebi Schmidt tegen Rasco), https://www.ie-forum.nl/artikelen/aebi-schmidt-behield-het-spoedeisend-belang

Hof Den Haag 23 mei 2017, IEF 17630; ECLI:NL:GHDHA:2017:4155 (Aebi Schmidt tegen Rasco) Spoedeisend belang. Octrooirecht. Aebi Schmidt is houdster van EP0995838 voor een 'vrachtwagen met een daarop afneembaar opgebouwd opzetwerktuig'. Rasco houdt zich bezig met verhandeling van wintermachines voor wegbeheer. Op de Reinigingsdemodagen in Lelystad is een vrachtwagen met een onder de beschermingsomvang van EP 838 vallend opzetstrooiwerktuig getoond. Na aanbesteding en na de schouw van werktuigen, werd de aanbesteding ingetrokken, en kwam de concrete dreiging van inbreuk door geïntimeerde te vervallen. Aebi hoefde niet af te leiden dat geïntimeerden op de markt zou komen met haar inbreukmakende werktuigen. Aebi kon onder de hiervoor weergegeven omstandigheden, waarbij slechts twee eerdere aanbiedingen en geen leveringen hebben plaatsgevonden en geïntimeerden na sommatie steeds feitelijk ieder inbreukmakend handelen heeft gestaakt, niet het verwijt worden gemaakt dat zij onvoldoende voortvarend heeft opgetreden in de periode tot medio 2015. Zij behield daarom spoedeisend belang bij een voorlopige maatregel toen medio 2015 duidelijk werd dat geïntimeerden daadwerkelijk en niettegenstaande EP 838 met inbreukmakende werktuigen in Nederland op de markt zou gaan komen. Het Hof vernietigt het vonnis [IEF 15301].

IEF 17611

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jurian van Groenendaal, Van Kaam.

Geen heropening of herroeping vonnis uitzending BioStabil uit 2005

Rechtbank Amsterdam 28 mrt 2018, IEF 17611; (S tegen AvroTros), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-heropening-of-herroeping-vonnis-uitzending-biostabil-uit-2005

Rechtbank Amsterdam 28 maart 2018, IEF 17611 (S tegen AvroTros) Eiser S vordert heropening van het geding en herroeping van het vonnis (ECLI:NL:RBAMS:2005:AS5806) Eiser legt hieraan ten grondslag dat AvroTros zich schuldig heeft gemaakt aan bedrog als bedoeld in artikel 382 aanhef en onder a Rv. Eiser stelt dat AvroTros in de bodemprocedure tegen beter weten in heeft gesteld dat de uitzending op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Zij wist dat de magnetische kracht van de BioStabil niet 1.200 Gauss was, maar 12.000 Gauss. Het onderzoeksrapport van de TU Delft is op 23 juni 2005 aan Tros Radar gezonden, het eerdere vonnis is van 9 februari 2002. Het onderzoeksrapport is dus pas ná het vonnis in het bezit van Tros Radar gekomen. Ook als de rechtbank wel aan een inhoudelijke beoordeling was gekomen, had dit niet tot een andere uitkomst geleid. De magnetische waarde van de BioStabil is immers maar een van de onderwerpen die in het bodemvonnis aan de orde zijn gekomen, de waarde van de magnetische kracht van de BioStabil heeft de rechtbank niet wezenlijk van belang geacht.

IEF 17592

Termijn voor oproeping in vrijwaring is vier weken

Rechtbank Den Haag 14 mrt 2018, IEF 17592; ECLI:NL:RBDHA:2018:3076 (Hennessy tegen Loendersloot), https://www.ie-forum.nl/artikelen/termijn-voor-oproeping-in-vrijwaring-is-vier-weken

Rechtbank Den Haag 14 maart 2018, IEF 17592; ECLI:NL:RBDHA:2018:3076 (Hennessy tegen Loendersloot) Vrijwaringsincident na eerder bevoegdheidsincident [IEF 17588]. Het geschil in de hoofdzaak ziet in de kern op gestelde merkinbreuk door gedaagden op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische dranken. De rechtbank acht de gevorderde vrijwaringen met betrekking tot gedaagden 7 t/m 14 in de gegeven situatie, waarin in de hoofdzaak hoofdelijke veroordeling is gevorderd, toewijsbaar. De termijn voor oproeping in vrijwaring zal worden bepaald op vier weken, ter voorkoming van verdere vertraging van de procedure. Er bestaat geen aanleiding voor het hanteren van een ruimere (of juiste krappere) termijn. De in vrijwaring op te roepen partijen zijn reeds partij bij en hebben zich alle gesteld in de hoofdzaak. Gedaagde sub 16, die in België woont, heeft al een advocaat in Nederland en is bovendien al bekend met het vrijwaringsincident omdat hij daarin tevens eiser is.

IEF 17529

Rechtbank Den Haag pas bevoegd nadat procedure in België aanhangig is gemaakt en wordt verwezen vanwege verknochtheid

Rechtbank Den Haag 28 feb 2018, IEF 17529; ECLI:NL:RBDHA:2018:2104 (Easygroup tegen Carrefour), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-den-haag-pas-bevoegd-nadat-procedure-in-belgi-aanhangig-is-gemaakt-en-wordt-verwezen-vanwe

Rechtbank Den Haag 28 februari 2018, IEF 15529; ECLI:NL:RBDHA:2018:2104 (Easygroup tegen Carrefour SA en Carrefour Belgium) Merkenrecht. Procesrecht. Tussenvonnis. Carrefour S.A. en dochteronderneming Carrefour Belgium hebben de Beneluxmerken EASY CADDY en EASY MARKET ingeschreven. EasyGroup is houder van meer dan 1.000 merken wereldwijd met daarin het bestanddeel EASY, waaronder EASYJET. EasyGroup vordert nietigverklaring van de Beneluxmerkinschrijvingen van Carrefour, omdat deze overeenstemmen met haar merken en zijn ingeschreven voor dezelfde, althans soortgelijke, diensten als (een deel van) de ‘EASY’-merken. De rechtbank verklaart zich ten aanzien van de vorderingen tegen Carrefour Belgium onbevoegd. Op grond van 4.6 lid 5 BVIE ontstaat pas bevoegdheid voor deze rechtbank nadat er een procedure in België aanhangig is gemaakt en de Belgische rechter heeft beslist de zaak te verwijzen, omdat naar zijn oordeel sprake is van verknochtheid. In de hoofdzaak wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

IEF 17486

Uitspraak ingezonden door Nils Winthagen en Leon Mensink, WinthagenMensink advocaten.

MKB heeft geen rechtmatig belang bij fishing expedition

Rechtbank Amsterdam 19 jul 2017, IEF 17486; (MKB Ondernemers tegen TomTom), https://www.ie-forum.nl/artikelen/mkb-heeft-geen-rechtmatig-belang-bij-fishing-expedition

Rechtbank Amsterdam 19 juli 2017, IEF 17486 (MKB Ondernemers tegen TomTom) Zie eerder IEF 16465 en IEF 17344. Merkenrecht. Contractenrecht. Procesrecht. MKB vordert afgifte van afschriften van alle emailcorrespontentie die tussen werknemers van Tomtom onderling is gevoerd in de periode van 13 oktober 2015 tot en met 7 juni 2016 aangaande de onderhandelingen over het gebruik van het teken TOM. De rechtbank is van oordeel dat het hier niet gaat om "bepaalde bescheiden": de vordering ziet expliciet op alle e-mails in een bepaalde periode over de onderhandelingen, zonder dat er ook maar één e-mail concreet wordt genoemd. Het gaat hier kennelijk om een ongerichte fishing expedition, waarbij MKB tevens geen rechtmatig belang heeft. De incidentele vordering wordt afgewezen.