Gepubliceerd op maandag 15 januari 2007
IEF 3258
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Woon- En Eethuis Voor Allen

weevamarthot.gifGerechtshof Leeuwarden, 10 januari 2007, rolnummer 050036, Stichting De Weeva-Mensa tegen Zuiderdiep Exploitatie B.V. (met dank aan P. Koerts, Trip).

Hoger beroep kort geding over de handelsnaam ‘Weeva’. Deposant bestond niet, merkdepot ongeldig. ‘Voorheen’ is niet altijd ‘thans niet meer’.

Zuiderdiep exploiteert een hotel in Groningen, tot enige jaren geleden onder de naam Hotel WEEVA (dat naar Gronings taalgebruik kennelijk staat voor Woon- En Eethuis Voor Allen). In 2002 heeft Zuiderdiep de naam gewijzigd in Martini Hotel.

De Stichtingen exploiteren een restaurant in dezelfde stad onder de naam Weeva-Mensa. Op verzoek van Zuiderdiep heeft de Voorzieningenrechter in eerste aanleg de Stichtingen een door dwangsommen ondersteund verbod opgelegd tot gebruik van de handelsnaam ‘Weeva” dan wel van een daarop gelijkende handelsnaam.  Tegen deze uitspraak hebben de Stichtingen hoger beroep ingesteld.

Het Hof begint met vast te stellen dat – gelet op de door partijen in het geding gebrachte stukken – Stichting Kremer Beheer op 21 november 2001 is ontbonden en dat op die datum geen bekende baten meer aanwezig waren.  Het op 10 september 2004 op naam van deze stichting gedeponeerde Benelux woordmerk WEEVA kan dan ook niet worden beschouwd als een geldig merkrecht, omdat op die datum de stichting niet bestond.  Van een situatie als bedoeld in artikel 2:19 of 2:23c BW is volgens het Hof geen sprake. Ook de stelling van de Stichtingen dat de “vertegenwoordiger van de niet-bestaande stichting” genaamd Kees Kremer zichzelf heeft verbonden en daarmee rechthebbende op de merknaam WEEVA is geworden, ontbeert volgens het Hof elke feitelijke en juridische grondslag.


Zowel de dóór als de tégen Stichting Kremer Beheer ingestelde vorderingen (met inbegrip van een tegen het woordmerk WEEVA gerichte vordering) worden getroffen door een niet-ontvankelijkheid. Het Hof bekrachtigt het vonnis van de Voorzieningenrechter voor zover daarin aan Stichting De Weeva-Mensa een verbod is neergelegd tot het gebruik van de handelsnaam Weeva of een daarop gelijkende naam.


Volgens het Hof is sprake van zowel qua aard niet-substantieel van elkaar verschillende horecaondernemingen als van een gelijksoortig relevant publiek. Het Hof overweegt tevens dat te gelden heeft dat Zuiderdiep nog steeds de handelsnaam Weeva gebruikt. Dit blijkt o.a. uit de website van het Martini Hotel [met daarop de vermelding “Martini Hotel, voorheen Hotel Weeva”] en de wijze waarop men naar die site wordt doorgelinkt [via het domein weeva.nl; IEF], door een vermelding in het handelsregister en een vermelding op het gebouw waarin het Zuiderdiep haar onderneming drijft. Het Hof meent dat, ook indien al uit het voorvoegsel “voorheen” zou moeten worden afgeleid dat Zuiderdiep daarmee te kennen zou geven in de toekomst geen gebruik (meer) te willen maken van de handelsnaam Weeva, daaruit nog niet geconcludeerd kan worden dat Zuiderdiep tháns die handelsnaam niet (meer) gebruikt. 


Lees het arrest hier.