Gepubliceerd op woensdag 20 augustus 2014
IEF 14127
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Wat zakelijk geoorloofd is, verschilt van de fatsoensnormen in de privésfeer

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 6 augustus 2014, IEF 14127 (Lead Machine B.V. tegen Leadpro B.V.)
Uitspraak ingezonden door Remco Klöters, Van Kaam AdvocatenDomeinnamen. Ongeoorloofde concurrentie. Lead Machine houdt zich bezig met ‘software leadgenerators’: het softwarematig genereren van potentiële nieuwe klanten. LeadPro houdt zich onder meer bezig met ‘Handelen in IT/leadgeneratie’. Beide ondernemingen hebben een (groot) aantal domeinnamen geregistreerd. Lead Machine vordert een verbod nationaal en internationaal op concurrerende wijze actief te zijn en staking van gebruik van domeinnamen. De handelswijze van LeadPro komt weliswaar minder fatsoenlijk voor, maar is - gelet op de afwezigheid van ieder geheimhoudings-, concurrentie- of relatiebeding en het ruime beoordelingscriterium uit het ‘Holland Nautic/Decca-arrest [IE-Klassiekers Ongeoorloofde mededinging]’ - niet zonder meer onrechtmatig. Wat in het zakenleven geoorloofd is, verschilt nu eenmaal in de praktijk van fatsoensnormen in de privésfeer. De voorziening wordt geweigerd.

4.2. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft Lead Machine c.s. onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van handelingen die een rechtmatige concurrentie te buiten gaan. Het volgende is daarvoor redengevend.

4.5. Aangezien de standpunten van partijen lijnrecht tegenover elkaar staan, is zonder nader bewijs – waarvoor dit kort geding zich naar zijn aard niet leent – niet eenvoudig vast te stellen welk standpunt juist is. De voorzieningenrechter acht zich dan ook niet in staat om bij wijze van voorlopige voorziening vooruit te lopen op een oordeel van de bodemrechter daaromtrent, zodat de vordering reeds om de reden dient te worden afgewezen. Daar komt bij dat de handelswijze van LeadPro c.s. de voorzieningenrechter voorshands weliswaar minder fatsoenlijk voorkomt, maar dat de door haar gehanteerde werkwijze – gelet op de afwezigheid van ieder geheimhoudings-, concurrentie- of relatiebeding en het ruime beoordelingscriterium als bedoeld in voornoemd ‘Holland Nautic/Decca-arrest’ van de Hoge Raad – niet zonder meer onrechtmatig is te achten. Wat in het zakenleven geoorloofd is, verschilt nu eenmaal in de praktijk van fatsoensnormen in de privésfeer. Ook om die reden dient de gevraagde voorziening te worden geweigerd.

4.6. Lead Machine c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Aangezien de vordering is gebaseerd op onrechtmatige c.q. ongeoorloofde concurrentie en het geschil ook op deze rechtsgrond wordt afgedaan, is – anders dan LeadPro c.s. ter zitting heeft betoogd – geen plaats voor een veroordeling in redelijke en evenredige proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv. De kosten aan de zijde van LeadPro c.s. worden dan ook confrom het gebruike liquidatietarief begroot op:
- griffierecht        €    608,00
- salaris advocaat        816,00
Totaal            €    1.424,00