Gepubliceerd op woensdag 27 juli 2016
IEF 16147

Verzoeken om handhaving door CvTA

CvTA kwartaalbericht - verzoeken om handhaving, 2e kwartaal 2016.
In het tweede kwartaal heeft het College diverse dossiers in behandeling genomen en behandeld die betrekkinghebben op ‘verzoeken om handhaving’ van betalingsplichtigen/gebruikers van muziekwerken. Deze betalingsplichtigen en gebruikers (bijvoorbeeld poppodia en organisatoren van muziekevenementen, lokale radiostations, brancheorganisaties van ziekenhuizen en horeca) hebben zich bij het CvTA gemeld met signalen dat CBO’s bij het ontwikkelen van nieuwe overeenkomsten voor het muziekgebruik zich – naar hun mening - onvoldoende houden aan de vereisten van de Wet toezicht. Het betreft bijvoorbeeld vereisten op het punt van ‘rekening houden met de belangen van betalingsplichtigen’, ‘gelijke gevallen, gelijk behandelen’ en het vooraf verkrijgen van goedkeuring door het College van wijzigingen van modelovereenkomsten en relatief sterke stijgingen van het tarief.

Het College neemt in 2016 een toename waar van dergelijke verzoeken om handhaving aan de zijde van de gebruikers en betalingsplichtigen ten opzichte van eerdere jaren. Hoewel het College geen klachtorgaan van de sector is, kunnen belanghebbenden (onder andere rechthebbenden en gebruikers/betalingsplichtigen) het CvTA wel wijzen op inbreuken of overtredingen van vereisten waaraan de collectieve beheersorganisaties dienen te voldoen. Het dient dan wel te gaan om vereisten waarop het College van Toezicht volgens dezelfde wet toezicht dient te houden.

De procedure die het CvTA daarbij hanteert is als volgt. Na ontvangst van de melding beoordeelt het College in eerste instantie of de melding een zaak betreft die het toezicht van het College raakt. Is er bijvoorbeeld sprake van een klacht over de hoogte van de factuur, dan verwijst het College de melder naar de CBO zelf of eventueel, als dit niet tot een oplossing leidt, naar De Geschillencommissie Auteursrecht Zakelijk. De betreffende CBO ontvangt bericht van het CvTA dat het College de ‘melder’ heeft doorverwezen. Indien de melding wel toeziet op een onderwerp dat het College raakt, verzoekt het CvTA – indien noodzakelijk – de melder om nadere informatie. Deze informatie stuurt het College, in sommige gevallen voorzien van specifieke vragen van het College zelf, naar de betreffende CBO met een verzoek om een reactie. Na ontvangst van de reactie van de CBO oordeelt het College of het nodig is partijen uit te nodigen voor een hoorzitting, of dat het College zich voldoende geïnformeerd acht om direct zijn bevindingen te geven.

Indien het College van oordeel is dat de CBO inderdaad gehandeld heeft in strijd met de Wet toezicht en de mogelijkheid bestaat van een minnelijke oplossing tussen partijen (met of zonder begeleiding van het College) geeft het College hiervoor de ruimte. Indien de mogelijkheid van een minnelijke oplossing zich niet aandient, brengt het College een schriftelijk advies uit aan de CBO met een termijn waarbinnen het advies dient te worden opgevolgd.

Indien het advies niet wordt opgevolgd en de CBO geen argumenten heeft gegeven op grond waarvan het College zijn advies intrekt, aanhoudt of wijzigt, kan het College een bindende aanwijzing geven. Indien de aanwijzing niet wordt opgevolgd, kan het College een boete of last onder dwangsom opleggen. Tegen het besluit van het College om een aanwijzing te geven of een sanctie op te leggen staan bezwaar en beroep (bij de Rechtbank Den Haag) open.