Gepubliceerd op vrijdag 3 augustus 2018
IEF 17895
Rechtbank Den Haag ||
25 jul 2018
Rechtbank Den Haag 25 jul 2018, IEF 17895; ECLI:NL:RBDHA:2018:9147 (Xplorys tegen Turkije), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verstekvonnis-inbreuk-op-het-gemeenschapsmodel-autostoelhoes

Verstekvonnis: inbreuk op het Gemeenschapsmodel autostoelhoes

Vzr. Rechtbank Den Haag 25 juli 2018 IEF 17895; ECLI:NL:RBDHA:2018:9147 (Xplorys tegen gedaagde) Modelrecht. Verstekzaak. Het Haags Betekeningsverdrag is van toepassing omdat zowel Turkije als Nederland daarbij partij zijn. De voorzieningenrechter is bevoegd, nu gedaagde niet in een lidstaat van de EU is gevestigd terwijl eiseres in Nederland is gevestigd, voor zover eiseres haar vordering primair heeft gebaseerd op inbreuk op de in de dagvaarding vermelde Gemeenschapsmodel voor een cover van een babyzitje. Xplorys vordert met succes een verbod. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Xplorys vordert gedaagde ook voor proceskosten van €11.150,14. Het is dan ook niet aannemelijk dat de (eerste) proceskostenopgaaf gedaagde heeft bereikt. Er is niet voldaan aan het vereiste van een goede procesorde. De gedaagde wordt veroordeelt tot betaling van proceskosten van €2.906,14.

2.1. Voor de feiten en het gevorderde wordt verwezen naar het gestelde in de aangehechte kopie van de dagvaarding.

2.2. De voorzieningenrechter is, nu gedaagde niet in een lidstaat van de EU is gevestigd terwijl eiseres in Nederland is gevestigd, voor zover eiseres haar vordering primair heeft gebaseerd op inbreuk op de in de dagvaarding vermelde Gemeenschapsmodel op de voet van de artikelen 80, 81 en 82 lid 2 GModVo3 bevoegd tot kennisname van het geschil. De bevoegdheid strekt zich uit over de gehele Europese Unie.

2.3. Voor zover eiseres haar vordering subsidiair op auteursrechtinbreuk (in Nederland) en meer subsidiair op slaafse nabootsing (in Nederland) heeft gebaseerd, is de voorzieningenrechter internationaal en relatief bevoegd nu die vorderingen verknocht moeten worden geacht met de gestelde inbreuk op het ingeroepen Gemeenschapsmodel en voorts gelet op artikel 6 Rv.4

2.4. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen

2.5. Nu op basis van de primaire grondslag (Gemeenschapsmodelrecht) een verbod zal worden opgelegd, blijft een beoordeling van de overige grondslagen achterwege.

2.6. Ter voorkoming van executieproblemen zal de termijn waarbinnen gedaagde de inbreukmakende handelingen moet staken, worden bepaald op 24 uur na betekening van dit vonnis.