Gepubliceerd op vrijdag 27 oktober 2006
IEF 2806
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Te koop aangeboden

elsnt.gifRechtbank  ’s-Gravenhage, 26 oktober 2006, KG ZA 06-1100. Plant Research International B.V. tegen Europe Fruit Trade B.V.

Plant Research International B.V (PRI), sinds 1983 houdster van een Nederlands kwekersrecht voor het aardbeienras ELSANTA, stelt dat Europe Fruit Trade B.V. (EFT) inbreuk heeft gemaakt op haar kwekersrecht per brief aanbieden en het vervolgens leveren van ELSANTA aan een onderneming in het Verenigd Koninkrijk en aan twee in Nederland gevestigde bedrijven.

PRI heeft op 2 december 2005 aan Fresh Forward een exclusieve licentie verleend voor onder meer ELSANTA. PRI stelt dat bij de verkoop van plantenmateriaal van het aardbeienras ELSANTA door Fresh Forward en bij de (sub) licentieovereenkomsten met derden is bedongen "dat de betreffende licentiehouder de platen van het ras uitsluitend mag verkopen en leveren aan andere licentiehouders, dan wel aan bedrijven en/of personen, die de planten gebruiken voor de teelt van fruit". De rechtbank oordeelt dat nu EFT de stelling niet heeft betwist, van de juistheid van de stelling dient uit te worden gegaan en dat een bedrijf, dat niet zelf aardbeien teelt en evenmin een licentienemer is, inbreuk maakt op het kwekersrecht van PRI indien het een aan de kwekersrechthouder voorbehouden handeling verricht.

Het verweer van EFT dat zij niet namens haarzelf maar namens verschillende zogenaamde "Van Gennip-ondernemingen" zou handelen (als gevolmachtigde dan wel als tussenpersoon) wordt afgewezen omdat EFT in haar communicatie met de afnemers op geen enkele wijze de "Van Gennip" constructie heeft vermeld terwijl verwacht mag worden dat een dergelijke constructie aan de handelspartners wordt gecommuniceerd. Tevens is onvoldoende aannemelijk geworden uit het door EFT overgelegde materiaal dat alle de afnemers volledig op de hoogte waren dat levering uiteindelijk door een "Van Gennip-onderneming" zou geschieden. Ten slotte is ook van belang dat ook namens de beweerdelijke volmachtgevers niet voldoende duidelijk is verklaard dat zij EFT daadwerkelijk gevolmachtigd hadden.

Hoewel de rechtbank de vraag open laat of enkel het "aanbieden" door EFT voldoende zou zijn voor een verbod, wordt ten overvloede overwogen:

"Weliswaar wordt het aanbieden niet als een voorbehouden handeling genoemd in art 40 ZPW (oud)/art 57 ZPW 2005, maar een aanbod kan niettemin een voldoende serieuze bedreiging vormen dat een voorbehouden handeling zal worden verricht om een eventueel op te leggen verbod te rechtvaardigen. Een aanbod is immers te beschouwen als een onmiskenbare voorbode voor daadwerkelijk in het verkeer brengen, verdere verhandeling of uitvoer".

De rechtbank ziet hier over het hoofd dat het "te koop aanbieden" zowel onder de oude ZPW als onder de nieuwe ZPW niet toegestaan is op grond van het begrip oude begrip "verder verhandelen" (art 40 jo 2 ZPW oud) resp. op grond van het nieuwe begrip "in de handel brengen" (art 57 jo 1 sub g ZPW 2005)

Er is er geen sprake van uitputting van het kwekersrecht.

Lees het vonnis hier