Gepubliceerd op vrijdag 8 juli 2016
IEF 16087

Bijdrage ingezonden door Rita Zipora, CvAPop (afgeronde Master) zangeres/moderator/presentator.

Rita Zipora - Grofweg heeft de moderne songwriter last van drie zaken

R. Zipora, 'Muziekauteursrecht in het digitale domein', juni 2016.
In juni 2016 heeft Rita Zipora haar masterdiploma behaald aan de popopleiding van het Conservatorium van Amsterdam (CvAPop). Voor het afstuderen schreef zij een scriptie over muziekauteursrecht in het digitale domein. Zij interviewde voor- en tegenstanders van auteursrecht en de Safe Harbour-constructie zoals werknemers en bestuursleden van Buma/Stemra, van GESAC in Brussel. Specialisten, zoals hoogleraar en anti-auteursrecht auteur Joost Smiers, Buma/Stemra lobbyist Robbert Baruch, Google interim manager public affairs Edo Haveman en verschillende lobbyisten in Brussel, werkzaam bij het Europees Parlement, zijn hiervoor geraadpleegd.

Grofweg heeft de moderne songwriter last van 3 zaken: (1) Piraterij; (2) Auteursrecht-masterrechtverdelingen en (3) Safe Harbour-constructie.

De kans is groot dat er in oktober iets gaat veranderen in Europese regelgeving en dat we over een aantal jaar dit ook gaan terugzien in de muzieksector: dat bedrijven die veel geld verdienen aan muziek en andere culturele content hun winsten gaan delen. Want muziek en kunst is waardevol. In the meantime, hier een infographic die ik maakte over waar wij songwriters en muzikanten blij van worden:

Executive summary:

In december 2015 ben ik met Buma/Stemra naar Straatsburg afgereisd. Ik heb opgetreden in het Europees Parlement en heb met meerdere Members of the European Parliament gepraat over de financiële situatie van songwriters in Europa. Een van de belangrijkste zaken waar we veel over gepraat hebben was de Transfer of Value: de waarde van inhoud, of in internettermen content, die niet in handen komt van de makers, maar in handen van diegenen die het verspreiden.

Content wordt overal gratis online aangeboden: muziek via Facebook en YouTube, journalistieke verhalen die gedeeld worden via Twitter etc. Maar wie zijn de makers van deze content? En kunnen zij iets verdienen aan de content die ze leveren? Ik ben zelf een veelgebruiker van alle kennis en culturele content die ik op het internet kan vinden. Het internet en sociale media in het bijzonder hebben ervoor gezorgd dat de kennisontwikkeling sneller gaat dan ooit tevoren, mede dankzij al die gratis content. Maar wat betekent “gratis”? Welke prijs betalen de gebruiker en de maker hiervoor?

Als ik op straat mijn eigen lied zou zingen voor een publiek van toevallige voorbijgangers hoef ik niet betaald te worden. Als iemand anders het zou opnemen en zou verspreiden onder honderden, duizenden muziekliefhebbers hoef ik ook geen betaling te ontvangen. Als diegene die mijn muziek verspreidt daaraan geld verdient, dan wil ik daar ook aan verdienen, aangezien mijn lied de bron is van de waarde.

Uit een onderzoek van Médiamétrie + Sépage (een Frans bureau voor onderzoek naar de consumptie van audiovisuele media) blijkt dat 42% van alle gebruikersacties op Facebook te maken heeft met culturele content (dus muziek, film, literaire tekst).  Al dat verkeer zorgt voor inkomsten uit advertenties en zo verdienen deze platforms aan creatieve content.

De gebruikers ontvangen al deze content schijnbaar gratis, maar gratis bestaat niet: men betaalt met het prijsgeven van privacy. Een gebruikersprofiel wordt voor een adverteerder meer waard naarmate meer bekend is over de persoon in kwestie. Zijn/haar muziekvoorkeuren dragen bij aan deze kennis.

In het “gevecht” over Transfer of Value staan groepen lijnrecht tegenover elkaar: aan de ene kant de Collectieve Beheerorganisaties (zoals Buma/Stemra) uit heel Europa, en aan de andere kant de grote internetbedrijven die soms gesteund lijken door de idealistische piratenpartijen. Zij pleiten voor een open gebruik van kennis en kunst, terwijl ze wellicht een totaal andere motivatie hebben dan de internetbedrijven als het gaat om online-vrijheid. Soms bevinden de internetbedrijven zich in een – qua wetgeving – grijs gebied. Op het punt van technologische ontwikkelingen loopt wetgeving natuurlijk altijd achter op de feiten, en wellicht hebben de mogelijkheden van het internet de maatschappij overvallen. Maar het lijkt erop dat bepaalde bedrijven daar erg veel profijt van hebben gehad.

Hoe denken die tech-bedrijven hierover? Denken ze na over verdienmodellen voor makers? En de idealisten die pleiten voor een open internet, denken zij dat de content gratis zal blijven stromen? Zal het in de toekomst zo zijn dat er enkel content gegenereerd wordt als het een directe commerciële opdracht is? Of moeten contentmakers zelf advertenties laten plaatsen zodat ze een verdienmodel hebben?

In deze thesis wil ik een beeld vormen over hoe muziekauteursrecht kan bestaan in het digitale domein. Is dit überhaupt wenselijk? Of is het juist noodzakelijk? Om context te bieden zal ik eerst een kort literatuuronderzoek doen naar de geschiedenis van het auteursrecht in Nederland en in de rest van Europa. Vervolgens wil ik in kaart brengen hoe het auteursrecht in de knel kwam tijdens de opkomst van het internet en wil ik de verandering in kaart brengen in het denken bij publiek, media en tenslotte ook bij wetgevers. Ik wil weten hoe grote bedrijven als Google en Facebook kijken naar auteursrecht; en hoe zij de toekomst voor zich zien. Om dit te kunnen onderzoeken zal ik verschillende interviews houden met voor- en tegenstanders van de auteurswet.

Tot slot wil ik proberen een beeld te vormen over hoe de technische ontwikkeling zich voort zal zetten in de toekomst en welke plek het auteursrecht hierin wel of niet zou kunnen bemachtigen.