Gepubliceerd op woensdag 20 februari 2008
IEF 5650
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Portretrecht (geen IE)

Rechtbank Amsterdam 6 februari 2008, HA ZA 07-1942, Koninklijke hoogheden tegen Audax B.V. c.s.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Bodemprocedure. Onrechtmatige perspublicatie. Schending portretrecht. ‘Caroline van Hannover’-zaak. Privacy-belangen wegen i.c. zwaarder dan het recht op vrije meningsuiting. De volledige proceskostenveroordeling wordt afgewezen. Het portretrecht is een species van de onrechtmatige daad en valt volgens de rechtbank  niet onder 1019 Rv. 

Prinses Maxima is met haar dochters op het strand gesignaleerd en dat wordt door het roddelblad Party als exclusief nieuws gebracht zorgvuldig gedocumenteerd met foto’s van onze Koninklijke Hoogheden. De Koninklijke Hoogheden vorderen onder meer een verbod en schade. De rechtbank oordeelt als volgt:  

“5.1. Nu vaststaat dat de gewraakte foto’s zijn gemaakt zonder een daartoe strekkende opdracht van eisers en zonder hun toestemming, is op grond van artikel 21 Auteurswet openbaarmaking daarvan niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van eisers zich tegen openbaarmaking verzet. Onder het redelijk belang van artikel 21 Auteurswet valt de bescherming van de geportretteerde tegen inbreuken op zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Indien een dergelijke inbreuk is gemaakt kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens de geportretteerde ook onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die, met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval, ertoe strekt na te gaan welk recht zwaarder weegt: dat van de geportretteerde gevrijwaard te blijven van inbreuken op zijn persoonlijke levenssfeer of dat van degene die het portret gepubliceerd heeft op vrijheid van meningsuiting. Bij die belangenafweging kan elke omstandigheid worden betrokken zoals de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, de persoon om wie het gaat, de juistheid van de (bijgaande) informatie, de context waarin het portret werd gepubliceerd, de plaats waar en de wijze waarop de foto tot stand kwam en het maatschappelijk belang van de desbetreffende publicatie, waarbij heeft te gelden dat publieke figuren meer hebben te dulden dan andere personen.”

Hoewel de Koninklijke Hoogheden publieke figuren zijn, zijn ze niet vogelvrij. Het bevredigen van de nieuwsgierigheid van delen van de bevolking weegt niet zwaarder dan het recht op bescherming van de privacy waar ook publieke figuren onmiskenbaar recht op hebben. Dat betekent volgens de rechtbank echter niet dat van de Koninklijke Hoogheden alleen foto’s zouden mogen worden gepubliceerd met voorafgaande toestemming van eisers (dan wel in hun verlengde van de Rijksvoorlichtingsdienst). De media heeft geen toestemming nodig van eisers om foto’s te plaatsen die een bijdrage aan het publiek debat leveren.

De gewraakte foto’s leveren volgens de rechtbank echter geen bijdrage aan het publiek debat. Het gevorderde verbod wordt dan ook toegewezen.

De rechtbank merkt nog op dat de omstandigheid dat de onderhavige foto’s zijn genomen terwijl Prinses Máxima en haar twee dochters zich op een openbaar strand bevonden temidden van het overige strandpubliek alwaar zij zijn gefotografeerd door een toevallig aanwezige fotograaf (dit in tegenstelling tot hetgeen het geval was in de zaak van Rb Amsterdam 29 maart 2006, 326290 / HA ZA 05-2837; LJN: AV7581), het voorgaande niet anders maakt. Eisers hoeven immers niet te dulden dat van duidelijke privé-activiteiten foto’s worden gemaakt die daarna ook worden gepubliceerd. Volgens de rechtbank is dat een vorm van “harassment” die een grote inbreuk maakt op hun recht op privacy.

De vorderingen tegen moedermaatschappij Audax worden afgewezen nu van bijzondere omstandigheden die een dergelijke “doorbraak van aansprakelijk” zouden rechtvaardigen niet is gebleken.

De (immateriële) schade wordt door de rechtbank begroot op EUR 1.000 p.p.

Het verbod voor de toekomst wordt afgewezen. Dit zou een te grote beperking zijn voor de vrijheid van meningsuiting die op grond van voorliggende omstandigheden (nog) niet is gerechtvaardigd. 

De volledige proceskostenveroordeling wordt afgewezen. Het portretrecht is een species van de onrechtmatige daad en valt volgens de rechtbank  niet onder 1019 Rv. 

Lees het vonnis hier.