Gepubliceerd op maandag 14 januari 2013
IEF 12231
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Onrechtmatige concurrentie door voormalige werknemers

Vzr. Rechtbank Amsterdam 14 november 2012, LJN BY8226 (FIRESENSE BENELUX B.V. tegen SENSETEK B.V.)

Onrechtmatige concurrentie. Bedrijfsgeheimen / know how.

FireSense stelt dat gedaagden hebben gehandeld in strijd met het in hun arbeidsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsbeding en concurrentiebeding, en met het gebod tot goed werknemerschap, alsmede dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan wanprestatie. Kern van het onderhavig geschil is de vraag of de concurrentie die FireSense door SenseTek wordt aangedaan als onrechtmatig moet worden beschouwd. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. SenseTek c.s. merkt weliswaar terecht op dat het een ieder, en derhalve ook voormalig werknemers, vrij staat om FireSense concurrentie aan te doen, maar dit laat onverlet dat men zich ook bij het verrichten van concurrerende activiteiten moet gedragen overeenkomstig hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt.

Van onrechtmatige concurrentie door voormalige werknemers is sprake indien op stelselmatige en substantiële wijze het duurzaam bedrijfsdebiet van de ex-werkgever wordt afgebroken door deze klanten, leveranciers of personeelsleden af te nemen met behulp van kennis en gegevens die in de vorige dienstbetrekking zijn verkregen. Ook andere bijzondere omstandigheden, zoals misbruik van bedrijfsgeheimen of het doen van schadende mededelingen over de voormalige werkgever, kunnen leiden tot de conclusie dat sprake is van onrechtmatig handelen.

Aan dit criterium is voldaan en er is sprake van onrechtmatige concurrentie, gedaagden hebben in strijd met hun geheimhoudingsbeding gehandeld en zich niet gedragen volgens de normen van goed werknemerschap. Ten aanzien van gedaagde en SenseTek is de voorzieningenrechter van oordeel dat zij profiteren van de wanprestatie en zich daarom ook zelf schuldig maken aan onrechtmatige concurrentie. Het belang van FireSense bij het gevraagde verbod weegt zwaarder dan het belang van SenseTek c.s. bij de voortzetting van de bedrijfsvoering.

De voorzieningenrechter verbiedt SenseTek activiteiten te ondernemen in de markt van branddetectieproducten die concurreren met die van FireSense en gebiedt SenseTek alle werkzaamheden voor Kidde, die verband houden met branddetectieproducten, te staken en gestaakt te houden.

5.5.  De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. SenseTek c.s. merkt weliswaar terecht op dat het een ieder, en derhalve ook voormalig werknemers, vrij staat om FireSense concurrentie aan te doen, maar dit laat onverlet dat men zich ook bij het verrichten van concurrerende activiteiten moet gedragen overeenkomstig hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt.

5.6.  Van onrechtmatige concurrentie door voormalige werknemers is sprake indien op stelselmatige en substantiële wijze het duurzaam bedrijfsdebiet van de ex-werkgever wordt afgebroken door deze klanten, leveranciers of personeelsleden af te nemen met behulp van kennis en gegevens die in de vorige dienstbetrekking zijn verkregen. Ook andere bijzondere omstandigheden, zoals misbruik van bedrijfsgeheimen of het doen van schadende mededelingen over de voormalige werkgever, kunnen leiden tot de conclusie dat sprake is van onrechtmatig handelen.

5.9.  Gelet op het voorgaande moet worden geconcludeerd dat voldaan is aan het onder 5.4 genoemde criterium en er derhalve sprake is van onrechtmatige concurrentie. Ook hebben [gedaagde 2] en [gedaagde 3] gehandeld in strijd met hun geheimhoudingsbeding en zich niet gedragen volgens de normen van goed werknemerschap. Ten aanzien van [gedaagde 4] en SenseTek is de voorzieningenrechter van oordeel dat zij profiteren van de wanprestatie van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] en zich (daarom) ook zelf schuldig maken aan onrechtmatige concurrentie.