Gepubliceerd op donderdag 12 juni 2014
IEF 13928
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen inbreuk op auteursrecht IP Bank

Vzr. Rechtbank Den Haag 14 februari 2014, IEF 13928 (IP Bank tegen gedaagde)
Auteursrecht. Licentie. IP Bank, opgericht door gedaagde, is auteursrechthebbende op de BowTie-software. Gedaagde is tevens bestuurder van GovProDev, welke in 2009 een licentieovereenkomst sloot met IP Bank. In 2010 werkte IP Bank samen met CGE, waarbij CGE optrad als reseller en sublicentienemer onder de Governorslicentie. Na ontslag van gedaagden bij IP Bank, is een nieuw initiatief gestart, gericht op de verkoop van Bow Tie software en BowTieMed. Gedaagden handelen op grond van een (sub)licentieovereenkomst met IP Bank, er is geen auteursrechtinbreuk.

De beoordeling
4.9. Het verweer van IP Bank slaagt naar voorlopig oordeel niet. Uit de CGE-licentie en de verklaring van een adviseur van IP Bank, [Q], blijkt dat het de bedoeling van alle partijen was de Governorslicentie op enig moment te beëindigen. Uit de verklaring van [Q] en het gestelde ter zitting blijkt echter dat dat niet onmiddellijk bij het aangaan van de CGE-licentie is gebeurd, omdat een belangrijke afnemer van de software, BP, niet bereid was mee te werken aan een contractsovername. Dat de Governorslicentie na het sluiten van de CGE-licentie daadwerkelijk is beëindigd, blijkt nergens uit. Dat GovProDev, [X] en/of [Y] op de hoogte waren van het voornemen van IP Bank om de Governorslicentie op enig moment te beëindigen, betekent nog niet dat IP Bank en GovProDev daadwerkelijk hun overeenkomst hebben beëindigd. Bekend was immers ook dat het de bedoeling van IP Bank was dat de Governorslicentie voorlopig nog zou voortduren. Ook het feit dat [X] daags voor zijn ontslag als bestuurder van IP Bank nog de [Y]licentie is aangegaan, impliceert niet dat de Governorslicentie is beëindigd. De voorzieningenrechter gaat er daarom van uit dat de Governorslicentie nog altijd van kracht is.

4.13. De voorzieningenrechter overweegt hierover als volgt. Uit de door IP Bank overgelegde producties waarin reclame wordt gemaakt voor (gebruikslicenties voor) de BowTieMed software, blijkt geenszins in welke hoedanigheid dat gebeurde. [X] is in één van die producties als ‘consultant’ van JR Healthcare vermeld en in een aantal e-mails met uitsluitend zijn eigen naam. IP Bank geeft zelf aan dat voor haar niet duidelijk is welke entiteit de gewraakte uitingen heeft gedaan. Voorts is niet gebleken dat [X] handelde namens een andere rechtspersoon waarvan hij bestuurder was dan GovProDev. De in de betreffende documenten gebruikte handelsnamen WellReasoned en JR Healthcare corresponderen niet met de statutaire namen van de andere rechtspersonen waarvan [X] bestuurder is. SCGF en GRC Cares zijn wel bestaande rechtspersonen waarvan [X] bestuurder is. Dat die rechtspersonen gebruikslicenties voor de software hebben aangeboden aan derden of anderszins aan de auteursrechthebbende voorbehouden handelingen hebben verricht, blijkt echter niet uit de door IP Bank overgelegde producties. De stelling van [X] dat hij gebruikslicenties voor de BowTieMed software aanbiedt in zijn hoedanigheid van bestuurder van GovProDev, is dan ook onvoldoende onderbouwd weersproken door IP Bank.

4.14. Bovendien kent de Governorslicentie de mogelijkheid om sub-licenties te verstrekken voor de verkoop van louter gebruikslicenties. Voor zover de handelingen van [X] al niet aan GovProDev toe te rekenen zouden zijn, dient het er voorshands dan ook voor te worden gehouden dat aan [X] een stilzwijgende sub-licentie is verleend door GovProDev.

 4.15. De slotsom is dat, als er al sprake is van auteursrechtelijk relevante handelingen, die handelingen naar voorlopig oordeel zijn verricht uit naam van GovProDev (en dus op grond van de Governorslicentie), dan wel op basis van een sub-licentie.

4.16. [Y] heeft verwezen naar het door [X] gevoerde verweer en heeft in aanvulling daarop onder meer gesteld dat hij persoonlijk op geen enkele wijze naar buiten is getreden in verband met de BowTie-software. Alle handelingen waartegen IP Bank in dit kort geding bezwaar maakt zijn door hem (onbezoldigd) verricht in opdracht van [X] en GovProDev. [Y] benadrukt dat hij geen gebruik maakt van de [Y]licentie en dat hij zijn activiteiten heeft gestaakt in afwachting van een beslissing in het geschil met IP Bank.

4.17. De naam van [Y] is vermeld in een aantal e-mailberichten, op de bowtiemed.com website en in een Japanse presentatie waarin de handelsnaam BowTieMed is gebruikt. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [Y] geldt ook ten aanzien daarvan dat onvoldoende vast is komen te staan dat [Y] die uitingen verrichte voor een eigen onderneming of een eenmanszaak van [X] en niet als opdrachtnemer of sub-licentiehouder van GovProDev.