Gepubliceerd op vrijdag 21 december 2007
IEF 5285
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Continu vakantie

gub2.bmpVzr. Rechtbank Breda, 5 oktober 2007, KG ZA 07-401, NVV c.s. tegen NRIT c.s. (met dank aan Diederik Stols, DLA Piper)

Vragenlijsten zijn te beschouwen als eenvoudige geschriften, maar geschriftenbescherming komt slechts toe aan de gegevensverzameling als geheel en kan niet worden ingeroepen tegen het letterlijk overnemen van een zeer beperkt aantal vragen (8 van de ruim 20 vragen). Geen auteursrecht op onderzoeksmethode, dat ook niet langs contractuele weg kan worden gemonopoliseerd. Dreigende databankinbreuk niet aannemelijk gemaakt.

Partijen twisten onder meer over de vraag of op bepaalde vragenlijsten die in het kader van het Continu Vakantie Onderzoek als door NVV c.s. gebruikt, in aanmerking komen voor het auteursrecht.

“3.3 (…) Tussen partijen is niet in geding dat een achttal vragen uit de GfK-vragenlijst overeenkomen met de vragen uit de CVO-vragenlijst. Van belang is echter dat de geschriftenbescherming slechts toekomt aan de gegevensverzameling als geheel, zodat de stelling van NVV c.s. dat met het overnemen van de vragen dermate essentiële gedeelten uit de CVO-vragenlijst zijn gekopieerd dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op de CVO-vragenlijst, niet kan worden gevolgd. (…)”

Met NRIT c.s. is de Rechtbank van oordeel dat de onderzoeksmethode niet auteursrechtelijk beschermd is aangezien deze geen ‘werk’ is in de zin van artikel 10 Aw. De elementen waaruit het werk zou bestaan zijn weinig oorspronkelijk en worden niet nader aangeduid.

Een overdrachtsclausule terzake is niet relevant, omdat geen auteursrecht wordt aangenomen op de vragenlijsten en de onderzoeksmethode. Een tweetal overige bepalingen in een samenwerkingsovereenkomst worden overigens in strijd met het mededingingsrecht en derhalve nietig geacht.

Met betrekking tot de vermeende databankrechtelijke inbreuk op statistische gegevens van een van eiseressen, is naar het oordeel van de Rechtbank onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een dreigende inbreuk.

Daarbij is – onder meer – van belang dat NVV c.s. weliswaar stellen dat uit publicaties kan worden opgemaakt dat de aangekondigde ‘Vakantie- en Vrijetijdsmonitor’ historische gegevens zal bevatten, maar dat uit deze omstandigheid kan niet worden afgeleid welke gegevens dit betreft, terwijl NVV c.s. voorts onvoldoende hebben toegelicht waaruit de CVO databank, die zij slechts globaal hebben aangeduid, zou bestaan.

Lees het vonnis hier.